donderdag 15 november 2018


Mijn zoon heeft een abonnement op voetballen terughalen uit de tuin van de buren. Ook tussen onze garage en die van de buurman belanden wel eens ballen. Of op het lage dak van onze keuken. Maar een paar weken geleden spande toch echt de kroon. Ik kwam net van school met zoonlief. Omdat het zo’n mooi nazomerweer was, onderhandelde mijn zoon of hij nog even mocht buitenspelen voor hij aan zijn huiswerk begon. Toen ik binnen bezig was, hoorde ik de garagepoort metalig protesteren. De ramen daverden af en toe in hun sponningen en ik wist dat alles goed was. Zoonlief was zijn overtollige energie aan het kanaliseren in een enthousiast partijtje voetbal. Plots kwam hij met een beteuterd gezicht binnen. ‘Mama, ik denk dat je heel erg boos gaat zijn.’ Verschillende scenario’s schoten door mijn hoofd, zoals die keer dat hij als kleuter de bakfiets volledig vol water geschept had met een leeg conservenblik. Ik was meer dan een half uur bezig met leeghozen, waar ik uiteraard veel minder lol aan beleefde dan hij aan het vullen ervan.
Ik keek hem enigszins geërgerd aan en zei: ‘Wat nu weer? En waarom loop je rond op één kous en één sandaal?’ Met tranen in zijn stem vertelde hij me dat dàt net het probleem was. Hij had zo hard geshot dat zijn sandaal uitgevlogen was en met een prachtboog op het garagedak van de buurman geland was. Ik kreeg de slappe lach en ging met hem de schade opnemen. Inderdaad: ik zag de sandaal parmantig liggen in de dakgoot van de buren.
Eenmaal ik mijn lach weer onder controle kreeg, had ik dus het genoegen om aan te bellen bij onze buren met het absurde verzoek om een ladder om een sandaal te redden van het dak…



Als ik aankom, staan ze daar, verspreid in groepjes. Ze hebben hun rug naar de toezichters gedraaid. Hun bewegingen zijn snel en schichtig, hun gedrag is heimelijk. Hun hele houding is verdacht. Als er een toezichtster hun richting uit wandelt, verspreiden de dealers zich en komen elders weer samen. Ja, het is verboden wat ze doen. Het hangt overal uit op A4’tjes met felle kleuren. Het terrein? Een speelplaats. De daders? Acht- en negenjarigen. Het vergrijp? Pokemonkaarten ruilen op een andere dag dan maandag of vrijdag.

**********




Ik vind het heerlijk om mijn fantasie op hol te laten slaan in alledaagse situaties. Dus wie mij zag grinniken op de speelplaats die dag, weet nu waarom :-)
Sofie xx

maandag 11 juni 2018

Hoe ziet de wereld eruit in 2030?

JCW (Jeugd, Cultuur en Wetenschap vzw) hield een wedstrijd om het boek 'Groeten uit 2030' te winnen. Ze wilden weten hoe je dacht dat de wereld er dan zou uitzien. Dat inspireerde me om dit stukje te schrijven. Blijkbaar vonden ze het wel leuk, want ik won het boek :-)


Hoe ziet de wereld eruit in 2030?

Matthijs struikelt bijna over het ding. Hij fronst zijn wenkbrauwen en bukt zich om het op te rapen. ‘Opgelet, uw BMI gaat de foute richting uit’ zegt zijn identiteits-chip wanneer het zwembandje rond zijn middel de sensor op zijn broekband bijna plet. ‘Meer vezels en fruit, minder cola. Bericht opgeslagen.’ antwoordt de chip op de digitale boodschappenlijst aan de frigo. ‘Gezondheidsinfo uit’ zegt Matthijs geërgerd, waarop de chips gelukkig zwijgen. Hij weet zelf ook wel dat hij te dik is, maar wat wil je. Virtual geocaching versie 5.3 vult zijn dagen, samen met ‘4D ski: de ultieme ervaring’. Het nieuwe spel is immens populair. Vanuit je zetel beleef je een ski-ervaring waarbij je de kou voelt, de prachtige skihellingen ziet door je bril, de geuren van dennenbossen ruikt en dat alles zonder kramp, blessures, longontstekingen of gebroken benen. Gezellig in je luie zetel. Zijn pa zeurt er regelmatig over wanneer hij vertelt over de wereld voor 2020. Vroeger speelden kinderen blijkbaar écht. Ze sportten buiten, kregen spierpijn en hadden geen overgewicht. Matthijs zou het niet weten. Hij kan zich zo geen wereld indenken. Hij is geboren in 2018 en nadat de wereld in 2020 volledig digitaal, geautomatiseerd en virtueel ging, heeft hij sinds zijn peutertijd niet veel meer gedaan dat niet virtueel was. Vandaar dat zijn identiteits-chip hem tot vervelens toe aanspoort meer te bewegen omdat een BMI van 28 voor een 12-jarige echt niet gezond is. Voor 2020 een uitzondering, nu echter wijdverspreid.
Als hij zijn zoekchip vraagt om info over het ronde voorwerp waarover hij bijna viel, zegt die dat het ding een ‘bal’ heet. Blijkbaar speelden zowel kinderen als volwassenen er allerlei spelletjes mee, met namen als voetbal, volleybal en basketbal. Matthijs kijkt er verwonderd naar en een beetje gefascineerd. Het ding ziet er prehistorisch uit, bedrieglijk simpel en zonder enige technologie. En toch konden kinderen en volwassenen er zoveel kanten mee uit. Die pre-2020’ers waren echt wel bijzonder…


vrijdag 8 juni 2018

In mijn boomhut word ik groot


Dit was een wedstrijd van Azertyfactor. Je vertrok van een van de aangeboden beginzinnen van 6 woorden. Daarmee moest je aan de slag en het moest een stukje van 500 woorden worden. Ik heb een drietal beginzinnen geprobeerd, maar alles liep vast. Uiteindelijk besloot ik met deze een kinderverhaal te schrijven. Ik vind kinderverhalen echter behoorlijk moeilijk om te schrijven. Ik worstel met het evenwicht tussen 'voor kinderen' en 'kinderachtig'. Ik heb twee jaar geleden ook al eens een kinderverhaal geschreven voor een wedstrijd. Ook toen was ik zelf niet echt tevreden met het resultaat. Toch post ik mijn poging hieronder. Feedback is altijd welkom!

Groetjes

Sofie


In mijn boomhut word ik groot

In mijn boomhut word ik groot. Ik blijf hier voor altijd. Boos mokkend gaat Lotte verzitten. Ze zit hier nu al een hele tijd en mama is haar nog steeds niet komen zoeken. Ze was wel erg boos deze keer. Maar het was echt niet haar schuld dat opa’s bril brak. Ze had hem alleen maar even geleend om mee te spelen.
Lotte gaat voorzichtig rechtop zitten en gluurt over de balustrade. Door het raam ziet ze papa de verjaardagstaart voor kleine Nel op tafel zetten. Tranen prikken in haar ogen. Niemand is haar komen halen en nu eten ze cake zonder haar!
Plots krijgt ze een idee. Ze kruipt naar de geheime bergplaats die Mats en zij vorige zomer gemaakt hebben. Ze haalt voorzichtig de walkie-talkie eruit en drukt op de knop.
‘Mats!’ roept ze. ‘Ben je daar?’
Al snel komt het antwoord. ‘Hoi, Lotte!’
‘Mats, kan jij bij mij thuis aanbellen en dan weghollen? Kom daarna naar de boomhut, maar zorg dat niemand je ziet!’

Gespannen bespiedt Lotte haar moeder door het keukenraam. Ze kan zien wanneer de bel gaat. Haar moeders hoofd gaat plots de hoogte in. Ze fronst en veegt haar handen af aan haar schort. Ze verdwijnt in de gang en laat de tweede schaal cakejes onbewaakt achter. Lotte kruipt voorzichtig naar de tak boven het openstaande raam. Ze rekt zich uit en … gelukt! Triomfantelijk kruipt ze met twee cakejes terug naar haar boomhut. Even later verschijnt Mats boven aan de trapladder.
‘Waar ging dat allemaal om?’ vraagt hij nieuwsgierig. Grijzend toont Lotte hem de twee cakejes.
‘Mama is boos, dus zit ik hier’ probeert ze te zeggen, terwijl ze een reuzehap neemt. Mats haalt zijn schouders op. Erg onder de indruk is hij niet. Zijn moeder is om de haverklap boos op hem.
Als haar cakeje op is, kijkt Lotte spijtig naar de kruimels. Als zij groot is, koopt ze elke dag cakejes! Had ze maar alvast geld! Plots veert ze op. Dat is het! Dat ze daar niet eerder aan gedacht heeft. Enthousiast vertelt ze Mats haar plan. Even later zijn de twee beste vriendjes druk in de weer. Plots horen ze Lottes moeder roepen. Verbaasd ziet Lotte dat het al donker is.

Ze steekt haar hoofd boven de balustrade van de boomhut.
 ‘Je hebt me niet eens geroepen voor de cake! Ik kon wel doodgegaan zijn van de honger!’ zegt ze verontwaardigd. Mama grinnikt.
 ‘Heb je na die cakejes die je gestolen hebt alweer honger?’

Lotte springt uit de boom.
‘Kijk eens wat we gedaan hebben, mama. Nu kan opa een nieuwe bril kopen!’
Enthousiast toont ze haar mama het valse geld dat ze gemaakt hebben.
‘Er zijn ook briefjes bij van elf en twaalf en zo. Veel handiger zo!’
‘Dat hebben jullie dus gedaan in de boomhut, ‘ lacht mama. ‘Soms lijkt het wel of jullie altijd in die boomhut zitten.’
Lotte haalt haar schouders op.
‘Natuurlijk zit ik veel in mijn boomhut, mama. In mijn boomhut word ik groot!’

donderdag 19 april 2018

Moorden in 29 Woorden


Een aantal maanden geleden deed ik mee aan de Schrijfwedstrijd van de Vereniging van Vlaamse MisdaadAuteurs (VVMA). De opdracht was: schrijf een moord in 29 woorden, titel inbegrepen. Ik sleep mijn mes, doopte het in arsenicum en schreef mijn moord neer... 'Misdaad loont' zegt men weleens. En ja, ik kreeg bericht dat ik een Aanmoedigingsprijs gewonnen had. Uit de meer dan 400 inzendingen, sprong onder andere mijn moord in het oog. Gisteren kreeg ik een boekenpakket op de prijsuitreiking in boekhandel De Zondvloed in Mechelen. Misdaadverhalen uiteraard, om nog meer inspiratie op te doen ;-)



Echtgenotenrijmpje

Één ongeluk
niemand maakt zich druk
twee verdween
ging elders heen
drie allergie
ook riebedebie
vier na 't vissen niet teruggekeerd
prima, ze was 't nog niet verleerd