donderdag 15 oktober 2020

 

Het Betere Boek: Beloftes aan een Afrikaanse soldaat. Verslag

15 oktober 2020

Hoe hebben de Afrikanen de Wereldoorlogen beleefd? Welke beloften braken de kolonisatoren nadat de Afrikanen voor hen hadden gestreden? Welke rol hebben de oorlogen gespeeld in de latere burgerbewegingen in de Verenigde Staten en de onafhankelijkheidsstrijden in Afrika? David Diop, Rachida Lamrabet en Conny Braam gingen hierover met elkaar in gesprek tijdens Het Betere Boek op 10 oktober. Stadslezer Sofie De Braekeleer was aanwezig en schreef volgend verslag:

Beloftes aan een Afrikaanse soldaat met Rachida Lamrabet, Conny Braam en David Diop

Afrika is een divers continent en ook haar auteurs komen uit diverse landen. Voor ons op het podium zitten dan ook auteurs uit verschillende hoeken van het continent. Er werd heel bewust geen scheiding gemaakt tussen Maghreb, Sub Sahara, auteurs die in Afrika wonen en auteurs in de diaspora. Zo is Rachida Lamrabet, die als klein kind uit Noord-Marokko in Vlaanderen terechtkwam, een van de eerste bekende Afrikaanse schrijvers in België. Haar laatste boek situeert zich ten tijde van de Eerste Wereldoorlog. Conny Braam is een Zuid-Afrikaanse schrijfster die in Nederland woont en zeer veel geschreven heeft. Zij was nauw betrokken bij de strijd tegen Apartheid en leerde veel van de medewerkers van het ANC en van de ondergrondse strijd. Dit alles vormde een fantastische voedingsbodem voor haar schrijven.

Braams laatste boek Wij zijn de wrekers over dit alles kwam voort uit een toevallig gesprek met de chauffeur van Nelson Mandela, terwijl beiden de tijd doodden door wat te babbelen. Hij vertelde haar dat er ook Zuid-Afrikanen gevochten hadden in Zuid-Europa in de Tweede Wereldoorlog. Jaren later herinnert Braam zich dit ‘weetje’ en begint het te onderzoeken. Ze ontdekt dat zwarte, bruine, Aziatische en blanke Zuid-Afrikanen hun aandeel geleverd hebben. Ze verdiept zich in de archieven in Zuid-Afrika en bestudeert memoires en boekjes. Ze ontdekt dat Zuid-Afrikanen in Noord-Afrika vochten en verloren tegen Rommel. Tienduizend krijgsgevangenen belandden in een krijgsgevangenkamp in Italië en worden daarna doorgestuurd naar het allergrootste krijgsgevangenkamp in Polen: Auschwitz. Ook daar blijft het racisme in de groep voortduren. De blanke Zuid-Afrikanen lieten de zwarte Zuid-Afrikanen de rotklusjes doen. Ze brachten hun racistische ideeën mee naar Auschwitz en werden daar geconfronteerd met een van de ergste uitwassen van racisme. Braam wilde uitzoeken wat voor effect dit sorteerde.

Lamrabets boek Vertel het iemand gaat over een jongeman uit Centraal-Marokko die naar Noord-Frankrijk gaat om daar in het Franse leger te vechten tegen de Duitsers. Haar inspiratie voor dit boek kwam voort uit twee gebeurtenissen. Ze zag een documentaire op de Franse TV over Algerijnse veteranen die getuigden over hun tijd in het Franse leger in de Tweede Wereldoorlog. Hun toon was er een van trots. Ze toonden hun medailles en leken geen wrok te koesteren. Lamrabet begreep niet hoe zij trots konden zijn, terwijl ze geen compensatie gekregen hadden in de vorm van onafhankelijkheid. Na hun inspanningen had hun land alsnog zelf zijn onafhankelijkheid zwaar moeten bevechten.

De tweede reden voor haar boek was haar bezoek aan het Flanders Fields Museum. Hoewel er honderdduizenden mensen van kleur meevochten in beide Wereldoorlogen, vond ze tussen de vele getuigenissen en dagboekfragmenten die de oorlogen tot leven brengen geen getuigenissen van hen. Ook in academische werken vond ze bijna niets.

In haar boek laat ze dan ook haar hoofdfiguur een dagboek bijhouden. Hij is een geletterd iemand en zijn niet-geletterde vrienden vragen hem om hun getuigenissen neer te schrijven, zodat hun verhaal niet verloren gaat. Lamrabet haalt aan dat ons onderwijs onderbelicht dat ook Afrikanen vochten in de Wereldoorlogen. Dit is geschiedvervalsing. Ze argumenteert dat zo een narratief over wij-zij wortel schiet, terwijl er wel honderdduizenden kwamen vechten en sneuvelen hier. Het argument dat gekleurde mensen hier niets te zoeken hebben en niets te maken hebben met onze vrijheden houdt dus geen steek, betoogt ze.

Braam vult aan dat de Senegalezen met een groot contingent vochten bij de Vrije Fransen tegen Hitler. Je moet hier echter ‘Vrije Fransen’ met een kritisch oog lezen. Deze mensen kwamen uit een kolonie. Hun motivatie was zelfbeschikking krijgen. Churchill en Roosevelt beloofden in het Atlantisch Handvest dat alle volkeren die tegen Hitler vochten zelfbeschikkingsrecht zouden krijgen. Deze belofte bleek echter een leugen voor hen én voor de miljoenen Indiërs die vochten in het Britse leger en achteraf bedrogen uitkwamen, want ook Indië bleef een kolonie.

Lamrabet vervolledigt dat ook de recente film Dunkirk enkel witte soldaten toont, terwijl de invasie van Duinkerke toch voornamelijk door het Royal Indian Army gebeurde. Ze benadrukt dat films met een groot budget voor onderzoek, hier toch de geschiedenis ‘whitewashen’. Bewust of onbewust laten ze feiten weg. Als schrijver is het dan ook belangrijk om dat soort zaken weer naar de oppervlakte te brengen.

Een ‘anekdote’ die zeer veel indruk maakte, was toen Lamrabet vertelde hoe ze in de academische werken het verhaal tegenkwam van De Gaulles triomfantelijke intocht in Parijs. Toen De Gaulle zijn troepen schouwde, bleek 65% ervan zwart te zijn. Hij wilde ‘zijn’ Parijs echter laten veroveren door échte Fransen. De Britse en Amerikaanse leiding konden zich in deze - voor onze oren pijnlijke, maar toen blijkbaar legitieme- verzuchting vinden. Zij hielpen hem aan extra blanke soldaten om een leger samen te stellen. Toen het resultaat nog niet voldoende imposant was, werden de bleekste Noord-Afrikanen toegevoegd aan het geheel om zo Parijs te kunnen binnenmarcheren met het ‘correcte’ leger.

Omwille van de coronamaatregelen, vond het gesprek met leerkracht literatuur en schrijver David Diop via livestream plaats. Zijn boek Meer dan een broer gaat over de oorlog in Frankrijk en de rol van de Senegalezen hierin. Net zoals Lamrabet vond hij geen brieven. Hij plaatst een mannelijk hoofdpersonage in deze geschiedenis, maar laat het aan de lezer om conclusies te trekken. Hij specifieert geen plaats of tijd, maar focust op de emotie van zijn personages. In tegenstelling met de twee schrijfsters, ziet hij de functie van een schrijver niet als engagement.

De slotvraag gaat over de toekomst van de Afrikaanse literatuur. Braam vertelt dat die de laatste vijf jaar bekender aan het worden is. Er wordt nu meer vertaald in Nederland. Haar boek is ondertussen vertaald in het Afrikaans en het Engels. Dit is interessant volgens haar, want jongeren in Nederland en Zuid-Afrika zullen botsen op dezelfde vraag: ‘Waarom wist ik dit niet?’ Ze hoopt vurig dat er zo een dialoog zal ontstaan in de toekomst. Daarmee eindigt deze dubbele sessie die het publiek veel stof tot nadenken gegeven heeft.

Wij zijn de wrekers over dit alles, Conny Braam
Meer dan een broer, David Diop
Vertel het iemand, Rachida Lamrabet

©Sofie De Braekeleer

Geen opmerkingen:

Een reactie posten