zaterdag 21 december 2024

 Wat een prachtig boek was me dit! Ik haal het hier graag nog eens aan, al is het van vorig jaar.





Als het leven je citroenen geeft…

 

Zita Theunynck kan u kennen van haar mooie romandebuut Het wordt spectaculair. Beloofd, maar ook van verschillende scenarioscripts. Zo was ze een van de schrijvers van de TV-reeks De club, die net de prijs voor beste serie won op het filmfestival van Genève. In de TV-reeks worden drie koppels gevolgd op hun fertiliteitstraject. Theunynck putte hiervoor uit zeer persoonlijke ervaringen.

In Dit is niet wat er zal gebeuren gaat de schrijfster nog een hele stap verder. Het boek vertelt over haar zeer moeizame strijd om zwanger te proberen worden en de steeds grotere inbreuk die dit fertiliteitstraject heeft op het privéleven van haar en haar man. Als Zita eindelijk zwanger is, komen haar weeën op 26 weken plots op gang. Wat volgt is een nachtmerrie om de twee kindjes in haar buik daar zo lang mogelijk te houden. De lezer beleeft afwisselend het hele fertiliteitstraject en de ziekenhuisopname waarbij voor de kindjes gevochten wordt. Het wordt een verslag over de vele dingen waar een mens zelf geen invloed op heeft, hoe graag die dat ook wil.

Theunynck schrijft met enorme, verbluffende eerlijkheid. Ze gaat daarbij geen enkel thema uit de weg. Zo vertelt ze dat ze ondanks haar zeer lage vruchtbaarheid toch aan de pil ging om haar schrijversdroom waar te maken, want een baby op dat moment zou die ambitie doorkruist hebben. Ze is eerlijk genoeg om de ironie daarvan te erkennen. Het is maar een van de vele herkenbare thema’s want ze is niet de eerste, noch de laatste vrouw die geworsteld heeft met dit dilemma. Ze heeft het over obsessief sporten uit angst te dik te zijn, over de ontwrichtende rol van een fertiliteitstraject op je relatie en hoe ver je dit laat komen. Over hoe moeilijk het is van anderen afhankelijk te zijn en hun hulp te accepteren. Over niet willen klagen, maar je toch machteloos, bang en eenzaam voelen op de afdeling neonatologie. Ondanks deze relevante thema’s die ze uitgebreid en helder beschrijft, wordt het boek nergens een klaagzang. De schrijfster slaagt erin om zware onderwerpen af te wisselen met luchtige of ronduit grappige opmerkingen. ‘Ik schud het hoofd. Ik lijk hier heel streng. Dat klopt niet. Ik ben niet streng, ik ben gewoon erg machtsgeil. Nogmaals. Gandhi of Poetin. Ik word Poetin.’ Of: ‘het snelleresponsteam van tranen is er weer.’

Humor speelt een enorm grote rol in het boek, tot en met het dankwoord aan toe. Zo is een prematuur baby’tje vol kabeltjes een pamper aandoen een moeilijkere opdracht dan de opdrachten in De Mol en naar een verdwenen vaginale ring wordt zeer ijverig gezocht, want ‘de eerste 24 uur bij een verdwijning zijn cruciaal’. Ook in ironie is de auteur meesterlijk: tijdens een hysteroscopie spoken de rampen zeer visueel door haar hoofd, ‘Want het is een goed idee om net voor een ingreep de desbetreffende ingreep te googelen, dat weet iedereen.’

Het boek staat bol van de metaforen en sterke beelden. Je kan het zo gek niet bedenken, of Theunynck heeft er een plastische, rake of hilarische vergelijking voor. Zo vergelijkt ze haar partner met een deur die op een kier staat tegen het donker en met een Nokia 3310. Onverwoestbaar. Degelijk. Betrouwbaar.

De stijl is er een van eenvoudige, korte, toegankelijke zinnen. Er is niets gekunstelds aan deze dame. Ze vertelt alsof ze je vriendin is. Die vriendin, met die talenknobbel, weet je wel. Haar taalgebruik is mooi, zonder te vergezocht te zijn. Over je hart vasthouden merkt ze op: ‘liefst zou je je hart even willen afgeven, zodat je het allemaal niet zo hard hoeft te voelen.’

Theunynck kan op één pagina moeiteloos schakelen van hartverscheurend, naar ontroerend, naar hilarisch. Ze laat je lachen en huilen. Ze zeurt niet, maar inspireert je en bezorgt je een opgeruimd gevoel. Haar boek is een inspiratiebron of je nu geïnteresseerd bent in vruchtbaarheidstrajecten of gewoon wil lezen over hoe mensen omgaan met obstakels op hun pad en van citroenen limonade maken, of van slechte koffie goede in Zita’s geval.


vrijdag 20 december 2024

 




Balanceren tussen vermaak en ernst

 

Sacha Bronwasser is niet alleen schrijfster -van onder meer Luister- maar ook kunsthistorica en curator. Dat aspect van haar professionele leven zien we terug in haar kortverhalenbundel De lotgevallen waar elk verhaal begeleid wordt door een afbeelding van een kunstwerk: een schilderij, een beeld, een kunstinstallatie, … We treffen verhalen aan die zich nu afspelen, maar ook verhalen die in de nabije of verdere toekomst plaatsvinden, of het verleden beschrijven. Er is een verhaal over vluchtelingen in Rotterdam, maar ook een analyse van een daguerreotypie in negentiende-eeuws Parijs, een verhaal over een klein kind dat gestorven is, maar ook een verhaal over een oude dementerende man. Er zijn spannende, grappige en romantische verhalen.

De kunstwerken worden afgebeeld voor, halverwege of na het kortverhaal, al naargelang wat het beste past bij de leeservaring. Zeker als het verhaal eindigt met het kunstwerk is dit echt het definitieve puzzelstukje dat gelegd wordt en bij de lezer voor een aha-erlebnis zorgt. De lengte van de verhalen varieert tussen de twee en de vijftien pagina’s.

Er zijn verhalen bij die even moeten bezinken. Zo’n verhaal lijkt soms bedrieglijk kort, maar er zijn stukjes om over na te denken en andere die je moet herlezen. De stijl is soms proza die haast poëtisch aandoet. Andere verhalen hebben een sterke openingszin zoals ‘Achthonderd lege plaatsen en toch parkeert er iemand pal voor hem.’ Weer andere verhalen uiten kritiek op maatschappelijke trends via ironische opmerkingen. Zo wordt politiek draagvlak bijvoorbeeld vergeleken met drijfzand.

Kortverhalen maken het moeilijker om een band op te bouwen met de personages. Toch slagen verschillende verhalen erin om zo’n band te bewerkstelligen tussen lezer en personage. Zo slaagt vluchteling Hadi er moeiteloos in om je hart te raken. Het beeld van de jongen met ASS die als een vogel naar binnen hipt in een bakkerij, terwijl hij de geur van zijn mama volgt, raakt. Het verhaal is ontroerend, en op andere momenten weer ironisch of een aanklacht.

‘Op straat waren zwarte ogen en bruine ogen en blauwe ogen die hem niet aankeken.’

Soms volgen we een ik-figuur of een figuur in de derde persoon, bij verschillende verhalen hebben we twee perspectieven die tegen elkaar afgezet worden. Sommige verhalen hebben een open einde, andere eindigen dan weer tragisch of net hoopvol. De auteur gebruikt herkenbare thema’s zoals dementie, liefde en zelfontplooiing.

Sommige verhalen kennen een knappe spanningsopbouw met realistische dialogen. Andere zijn heel grappig, bijvoorbeeld in een professionele analyse van een daguerreotypie waar de analiste halverwege haar verslag uitweidt hoe haar partner externe expertise inriep, later thuis kwam dan verwacht en hoe ze zijn eten in de microgolfoven klaar zette voor wanneer hij thuis kwam.

De schrijfster schakelt moeiteloos tussen lichtheid en ernst binnen het boek en soms zelfs binnen een verhaal. Sommige verhalen zijn vermakelijk, andere zetten de lezer dan weer aan het denken.

De verhalen vervelen nooit. Ze gaan alle kanten uit, met als rode draad kunst. Dat is een bijzonder origineel concept. Tegelijkertijd zou zoiets te veel kunnen worden voor de lezer, maar dat is het niet. De verhalen variëren in die mate dat het op geen enkel moment stoort dat er rond een kunstwerk gewerkt wordt. Een ander punt dat opvalt is hoe Sacha Bronwasser erin slaagt in slechts enkele pagina’s een volledige leefwereld te schetsen, met personages met eigen levens, keuzes en … lotgevallen. Zowel voor wie nog nooit een kortverhalenbundel las, als voor liefhebbers van het korte verhaal is dit boek een uitstekende keuze.




Ontroerend portret van een gay liefde in Kameroen

 

Deze brieven eindigen in tranen is de debuutroman van de in Kameroen geboren en in het Verenigd Koninkrijk woonachtige Musih Tedji Xaviere. Ze won er meteen de Pontas & JJ Bola Emerging Writers Prize mee. Het boek werd prima vertaald door Lara Visser.

De christelijke Bessem woont in Kameroen waar ze op een dag op slag verliefd wordt als ze op het voetbalveld een knipoog krijgt van moslima Fatima. Ze beginnen een hevige, maar geheime relatie. Alles gaat goed tot ze in een homobar betrapt worden. Fatima verdwijnt en Bessem blijft alleen achter. Dertien jaar later is ze hoogleraar en mist ze Fatima nog steeds enorm. Wanneer ze op een dag Fatima’s beste vriendin tegenkomt, begint ze een intense zoektocht naar Fatima.

We leren over de situatie in Kameroen waar gays op eieren lopen om niet ontmaskerd te worden door de homofobe maatschappij. Op homoseksualiteit staat een celstraf en gays voelen zich er ‘kakkerlakken die zich alleen thuis voelen op donkere plekken.’ Niet alleen de overheid straft, het volk neemt er het recht in eigen hand als de straf niet streng genoeg is naar hun zin. Ook de religie speelt een belangrijke rol. Het katholicisme reageert met duivelsuitdrijving door een priester, de islam reageert nog heftiger. Ook lezen we over corruptie, smeergeld, verdwaalde kogels en bloederige confrontaties tussen het leger en de separatisten, waarbij de burgeroorlog toch beschreven wordt als minder urgent dan homoseksualiteit wat nog erger wordt bevonden. Dit alles wordt heel goed uitgewerkt en je voelt je echt in Kameroen.

Liefhebbers van mooie zinnen kunnen hun hart ophalen want het boek staat vol mooie zinnen om van te genieten zoals:

In het openbaar voelde het altijd alsof ik uitgehongerd was en jij iets lekkers dat net buiten mijn bereik lag.

Of:

In mijn ene hand houd ik hoop vast en in mijn andere angst.

Het boek is volledig geschreven vanuit het perspectief van Bessem die in brieven aan Fatima alles vertelt. Zo leren we Bessem heel goed kennen. De schrijfster beheerst prima het ‘show don’t tell’-principe wanneer ze bijvoorbeeld Bessems sombere gemoedstoestand weergeeft: ‘Mijn leven is weer geworden zoals het was voordat ik jou ontmoette, alleen weet ik nu precies wat ik mis. Er is geen morgen voor mij, alleen het verleden en dit oneindige wachten.’

Fatima’s persoonlijkheid leren we kennen via Bessems beschrijvingen ervan:

Jij was de bliksem en de jongens waren de wolken die achter je aan joegen, maar je nooit raakten. Je was geweldig, een wezen dat verscheurd werd tussen zachtheid en hardheid. Je was precies zoals ik me had voorgesteld.

Het verhaal wordt relatief chronologisch verteld, met enkele uitweidingen en flashbacks. Er zitten verschillende ontroerende en pakkende scènes in die beklijven en waarbij de personages je echt raken. Op andere momenten is het verhaal enigszins spannend door de zoektocht naar Fatima. Verwacht echter geen enorme spanning. Ook de clou is redelijk snel duidelijk. Dit is dan ook geen boek dat je leest omwille van de spanning, maar wel omdat je graag iets bijleert over het land en zijn gewoonten en omdat je ondergedompeld wil worden in heel mooi beschreven gevoelens.

Het boek zal lezers zowel heel veel bijleren over de cultuur, religie en politieke situatie in Kameroen, als hen ontroeren. De romance tussen Bessem en Fatima wordt zo meer dan gewoon het zoveelste liefdesverhaal en verwordt tot een verhaal dat de lezer in zijn hart zal sluiten waar het nog even zal blijven nazinderen.