Miserie met een
zilveren randje
Keisha Bush heeft een professioneel verleden binnen het
ontwikkelingswerk in Senegal. Daar ontmoette ze vele talibés. Deze jonge
jongens zijn door hun ouders volgens eeuwenoude traditie afgestaan aan Koranscholen.
In theorie worden ze er geschoold. In de praktijk zwerven de jongens echter de
hele dag bedelend over straat met een blikje waarin ze geld verzamelen voor hun
maraboet (Koranleraar). Velen krijgen amper te eten, leven in
mensonwaardige omstandigheden zonder toegang tot medische zorg en worden soms
zelfs fysiek en seksueel misbruikt door hun maraboet. Bush maakte
tijdens haar vier jaar in Dakar kennis met vele talibés en hoorde hun verhalen
uit de eerste hand. Ze besloot om een boek te wijden aan deze situatie. Het
resultaat werd het debuut No heaven for good boys. Els van Enckevort
vertaalde het boek als De hemel is van blik. De uitgave gebeurde door Uitgeverij
Mozaïek.
Ibrahimah (6) en zijn neef Etienne (12) wonen bij maraboet
Ahmed in Dakar als talibés. Hun leven is geen pretje.
‘Niemand kan zich vergissen bij de aanblik van een talibé:
(…) de blote, eeltige voeten, het kaalgeschoren hoofd vol eczeemplekken, het
magere lijf en het gezicht van een kind dat opgroeit zonder liefde.’
Bush vertelt het verhaal vanuit verschillende perspectieven:
vanuit Ibrahimah, maar ook vanuit Etienne die zich verantwoordelijk voelt voor
zijn neefje, vanuit Ibrahimahs moeder Maimouna en vanuit Ahmed. Via
tijdssprongen leren we hoe Ahmed Ibrahimahs ouders in een situatie manoeuvreert
waarin ze hun enige zoon zeer tegen hun zin moeten meegeven naar Dakar. De
belofte die ze Ahmed afdwingen om Ibrahimah na een jaar terug te sturen, zal
een loze belofte blijken. In Dakar wordt Ahmed, die de kinderen misbruikt en
slaat, inhaliger en inhaliger. De steeds hogere geldsom die hij dagelijks van
de kinderen eist, maakt hun leven almaar moeilijker. Thuis telt Ibrahimahs
Guinese moeder de dagen af tot het jaar om is. Als Ahmed echter weigert haar
zoon terug te geven en één van zijn protégés bovendien omkomt, wordt Maimouna
half gek van verdriet en bezorgdheid.
Bush schuwt de harde waarheid niet. Het boek is een
aanklacht tegen enorme misstanden. Zinnen als:
‘Hij staat daar bloot en vies, zijn kleine penis verschrompeld
en rauw door het misbruik door zijn maraboet’
breken je hart, terwijl verschillende observaties een
aanklacht zijn tegen het wegkijken.
‘Klanten lopen in en uit de bakkerswinkel zonder de blikken
van onmiskenbare honger te zien. Zij die ze wel zien, gaan sneller lopen in de
hoop ze niet te zien.’
In het begin van het boek is Ibrahimah speels en heerlijk
naïef. De schrijfster gebruikt zijn speelsheid om humor aan te brengen in een
boek dat er verder behoorlijk inhakt. Zo begrijpt Ibrahimah niet waarom iemand
zo graag de 72 ‘magen’ wil die Allah vrome moslims belooft na hun dood. Als
Etienne hem uitlegt dat het om meisjes gaat, is hij niet overtuigd. Eeuwig hongerig
wil hij zijn eten niet delen met zoveel meisjes. Als hij zijn eerste melktand
verliest en Etienne hem vertelt dat hij nieuwe tanden zal krijgen, wil hij
uitgebreid in Etiennes mond kijken voor hij gerustgesteld is. Wanneer Ibrahimah
uitroept: ‘Wacht, ik ben nog aan het kijken!’ als Etienne zijn mond weer wil
dichtdoen, zou hij zo eender welk kind overal ter wereld kunnen zijn.
De schrijfster doorweeft haar verhaal met magisch realisme. Zo
zien we op de kaft een klein rood vogeltje. Dit vogeltje komt vaak terug en
lijkt een connectie tussen Ibrahimah en zijn moeder te symboliseren. Zowel het
vogeltje als een dode hartsvriend vervullen bovendien de rol van beschermengel.
Ook duistere magie, medicijnmannen en waarzeggende dromen spelen een cruciale
rol. De magie en de enorme liefde binnen Ibrahimahs gezin zijn balsem voor dit
harde verhaal.
Doorheen het boek zien we Ibrahimah van dromer die
voetballer wil worden in recordtempo veel te wijs worden voor zijn jaren. Ook
Etienne maakt een evolutie door. In tegenstelling tot Ibrahimah is hij zeer
vroom en gehoorzaam. Hij klampt zich lang vast aan het idee dat er wel iets
goeds zal voortkomen uit het leven bij zijn maraboet. Het ontwaken uit
die illusie is pijnlijk.
De hemel is van blik is een noodzakelijke getuigenis
over een onderbelicht thema. Wel zal het boek bij menig lezer nog dagen door het
hoofd spoken.
Deze recensie van mij verscheen op #hebban op 2 juli 2022.
https://www.hebban.nl/recensie/sofiedebraekeleer-over-de-hemel-is-van-blik?share=1
Geen opmerkingen:
Een reactie posten