Op 1 april krijgt elkeen wat hij wil
Eén april blijft voor mij voor altijd
verbonden met warmte en mokka-ijs. In 1999 was 1 april een van de
eerste warme dagen en het bleef aangenaam warm tot ’s avonds. Er
hing spanning in de lucht en voldoende elektriciteit om de problemen
met onze kerncentrales op te lossen. De vlinders waren er al weken,
en die avond was ik een vrouw met een missie.
“Ga je mee een pizza eten, want voor
de studentenresto zijn we al te laat”. Handig te laat, dat wel. Wie
begint er nu een relatie in de studentenresto niet waar.
Na een gezellig etentje doolden we door
de straatjes van Leuven, plots dan toch hand in hand, terwijl ik
koortsachtig nadacht over de volgende stap, want het initiatief werd
duidelijk aan mij overgelaten.
Toen, als een deus ex machina, stond
daar een ijsjeszaak. Ijsjes en ik, het blijft een combinatie die
werkt. Ik vroeg om een mokka-ijsje en kreeg een verbaasde blik van
hem. Het was het eerste die avond wat we niet gemeen hadden.
“Hoezo? Lust jij geen mokka-ijs?”
vroeg ik onschuldig.
Hij bleef volhouden van niet, maar een
vrouw met een missie heeft graag het laatste woord.
“Echt niet?”
“Nee, waarom-”
Ik boog me voorover en kuste hem.
Tevreden met mijn gelijk.
De avond was onverwacht mooi en warm,
iets heel anders dan dit jaar. En toch... ik smelt weer bij de
herinneringen aan dat warme voorjaar en in afwachting van onze
veertiende 1 april samen eet ik met plezier mijn mokka-ijsje... dit
jaar met een fleecedekentje op mijn schouders weliswaar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten