De
skilat
Ze lag loom languit te zonnen, haar
ogen half dichtgeknepen tegen het felle zonlicht dat op de sneeuw
weerkaatste. Dit leven beviel haar wel, lekker lui, wachtend op een
skiër die haar meenam voor een tochtje vol pure adrenaline als ze de
berg afgleden aan een duizelingwekkende snelheid. Gelukkig had ze
geen hoogtevrees, of schrik voor snelheid. Grinnikend dacht ze terug
aan de schroef die ze ontmoet had toen ze nog een zitje in de octopus
was. Die schroef had hoogtevrees en werd misselijk bij elk ritje dat
de octopus maakte. Nee, dan had zij meer geluk gehad. Gek was ze op
kicks en snelheid. De laatste vijf levens had ze het dan ook niet
slecht gehad, hoewel haar leven als gesp van een paardenzadel haar
met momenten wat had geïrriteerd, al dat paardenzweet… Maar ze
mocht inderdaad niet klagen. Die keer dat ze een draadje was in een
versleten tapijt bij die oude dame thuis, dát was wat anders
geweest. Als ze gekund had, was ze doodgegaan van verveling, maar dat
ging nu eenmaal niet. Je werd opnieuw geboren in iets of iemand en
dat leven duurde zolang het duren moest.
Ze schrok op uit haar gemijmer toen ze
stemmen hoorde. En inderdaad, niet lang daarna kwamen de eerste
skiërs druk babbelend uit de kantine, klaar voor een namiddag zwarte
piste. De jongen die haar oppakte, bekeek haar nauwkeurig, terwijl
hij aan de verhuurder uitlegde dat hij stomweg zijn eigen ski’s
vergeten was in het hotel en informeerde naar de details van deze
skilatten. De skilat hield afwachtend haar adem in. De jongen zag er
een waaghals uit, dus als hij besliste haar te huren, beloofde het
een fijne middag te worden. Blijkbaar beviel het hem wat hij zag,
want hij betaalde en klikte haar vast aan zijn linkervoet.
“Hoi,” mompelde de skilat tegen
haar collega rechterlat. “Hoe lang ben jij al een lat?”
“Drie jaar,” babbelde die vrolijk
terug “en ik moet zeggen, het bevalt me wel. Ik weet nog dat ik
dacht, Loes, dacht ik, het is nu wel geweest met al die slome levens,
het wordt tijd dat je eens een leuk leven hebt. Maar, je hebt niet te
kiezen, nietwaar. Ik zeg altijd…”
Zuchtend sloot de skilat zich af voor
haar babbelzieke buur. Ze voelde warempel hoofdpijn opkomen. Waarom
was ze nu geen surfboard, dan kon ze tenminste solo van haar kicks
genieten. Zou het mogelijk zijn om op één lat te skiën? Tja, als
je een voorwerp was dat in duo moest functioneren, bleef het altijd
afwachten wat het werd met je partner. Ze kende koppels waar het
vuurwerk troef geweest was vanaf de eerste seconde, grote liefde,
maar daar hield zij zich ver van. In je volgende leven was het
sowieso weer afwachten waar je terechtkwam en ze had geen zin in een
volledig leven als deurmat met liefdesverdriet en niets anders te
doen dan zich daarin te wentelen.
Tijdens de afdaling sperde ze haar ogen
wijd open tot ze traanden en schitterden van opwinding. Zalig, zo’n
roekeloze afdaling. Enkel een beetje opletten dat ze heel bleef,
want dit leven als skilat mocht best nog wel iets langer duren. Toen
de jongen beneden was, kwam er een vrouw op hem afgeskied. Haar
gezicht stond op onweer. O jee, kreunde de skilat. Gezeur. Ze
herkende het van ver. Twee keer was ze een mens geweest en wat haar
betrof, had ze dat meer dan gehad. Nee, dan bevielen de afgelopen
vijf opties haar beter.
“Maarten, wat heb ik je gezegd.”
mopperde de moeder. “Je wéét toch dat ik doodsangsten uitsta als
je zo roekeloos skiet. Je breekt je been nog eens of erger. Je had
wel dood kunnen zijn. Je hebt geen negen levens zoals een kat!”
“Je moest eens weten,” grinnikte de
skilat.
Met dit tekstje stond ik in de top 3 bij de wedstrijd van www.vorigelevens.nl in 2013. Mijn tekst verscheen in het e-boek 'Een kat heeft negen levens, een mens...'.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten