Schrijfopdracht: je werkt voor een detectivebureau. Beschrijf
de persoon die je moet schaduwen en wat er verder gebeurt. Schrijf drie scènes.
Cornelia
Veel slaapverwekkender dan dit was onmogelijk, dacht Sarah
met enige ergernis. Ze keek nogmaals naar de foto. Een oud vrouwtje met grijs
haar dat eruit zag of ze geen vlieg kwaad deed, nooit iets beleefde en elke dag
haar boodschappen deed bij de lokale dorpswinkel. Facebook checken kon ze
alvast schrappen. Een snelle dubbelcheck op haar smartphone bevestigde haar
vermoeden. Cornelia Zimmerman had geen facebookaccount.
Sarah besloot om voor de kerk post te vatten. Cornelia leek
inderdaad een godsvruchtig vrouwtje, dat braaf op tijd naar de kerk kwam.
Tijdens de dienst had ze alle tijd om Cornelia goed te observeren. Ze leek de
meeste andere oudjes te kennen en keuvelde met een aantal. Na de mis bleef
Cornelia niet staan bij een van de kliekjes. Ze zette er onmiddellijk
behoorlijk de pas in. Sarah fronste haar wenkbrauwen. Anders dan haar kleine,
tengere lichaam en haar rimpels deden vermoeden, bleek dit dametje van 76 nog
behoorlijk kwiek te zijn. Voor Sarah het wist, was ze haar bijna kwijt. Ze
bleef even verward staan. Waar was ze zo plots heen? Toen zag ze de deur van de
supermarkt. Geen dorpswinkel dus voor Cornelia. Sarah grinnikte bij zichzelf.
Die veronderstelling klopte dus niet. Als ze een goede detective wilde worden,
liet ze veronderstellingen beter achterwege. Snel liep ze de supermarkt binnen
en screende de gangen. Cornelia nam net drie flesjes pili-pili uit de rekken.
Drie, dacht Sarah, hoeveel jaar komt ze daar niet mee toe? Cornelia draaide
zich plots om naar haar en zei: ‘Het bonnetje telt enkel als je er drie koopt,
maar dat wordt niet slecht hé.’ Ze liep door.
Sarah nam zelf wat uit de rekken om zich een houding te
geven. Er was iets vreemds geweest aan Cornelia, iets met haar stem. Die was
verrassend helder en krachtig voor een oud vrouwtje.
De volgende dag stond Sarah al vroeg opgesteld in de buurt
van Cornelia's huis. Zodra de vrouw vertrok, liep Sarah naar de achterdeur. Ze
had de vorige dag gezien dat Cornelia een reservesleutel bewaarde in een
bloempotje naast haar seringen. Binnen keek ze nieuwsgierig rond. Ze had een
veel klassiekere inrichting verwacht. Er stond een nieuwe laptop op een bureau.
Verder leken er niet veel persoonlijke spullen rond te slingeren en ook de
gebruikelijke tierlantijntjes ontbraken. Geen trouwfoto, geen foto van kinderen
of kleinkinderen.
Sarah liep snel naar boven. Ook in de slaapkamer ontbraken
het soort persoonlijke spulletjes waaruit je meestal een mensenleven kan
samenstellen. Sarah controleerde de kasten, maar vond niets noemenswaardigs.
Toen ze haar hand onder de matras stak, botsten haar vingers tegen de hoek van
een boek. Voorzichtig trok ze het naar zich toe. “Het Ontstaan der Soorten” van
Charles Darwin. Toen ze het boek opensloeg, zag ze dat sommige passages
onderlijnd waren. Voor ze verder kon lezen, hoorde ze Cornelia thuiskomen.
Sarah schoof het boek snel terug en maakte dat ze wegkwam. Op weg naar buiten
merkte ze in de keuken een volledig rek vol pili-piliflesjes op.
*****
Sarah spoelde het telefoongesprek nogmaals terug.
‘Ik heb de vogels bestudeerd, Johannes. Darwin heeft
inderdaad gelijk, luister. “Wij zien het uitzicht der natuur, schitterende
van licht en vreugde; wij zien overal een overvloed van voedsel; maar wij zien
niet, of wij vergeten te zien dat de vogelen, die zo vrolijk rondom ons zingen,
veelal van insekten of van zaden leven en derhalve onophoudelijk bezig zijn met
leven te vernietigen; of wij vergeten hoe die kleine zangers of hunne eieren of
hunne jongen vernietigd worden door roofvogels of roofdieren...”’
Cornelia's stem klonk ademloos, vol bewondering. Sarah
fronste. Cornelia's ouderwetse stijl botste met haar high tech computer en de
rest van het gesprek. Waar had ze het over? Ze spoelde een stukje terug en
beluisterde het vreemde stuk opnieuw. Het klonk wel een boekfragment… Wacht
even... Een boek... het boek onder de matras! Sarah tikte een stuk van de tekst
in haar webbrowser en kwam inderdaad uit op “Het ontstaan der Soorten” van
Darwin. Nu ze begreep dat Cornelia voorlas, merkte ze ook het geluid van
omgeslagen bladzijden op. Cornelia was aan het bladeren door het boek en las nu
een ander stuk voor. ‘Voor die verschillende toestanden bezig ik, teneinde
niet telkens de zaak te moeten omschrijven, de uitdrukking 'strijd voor het
bestaan'.’
Johannes onderbrak haar. ‘Ik heb hetzelfde opgemerkt in het
park met de eekhoorns. Het is inderdaad elk voor zich. Die Darwin was een
genie. Het verklaart alles. Het bevestigt wat we zelf al dachten. Hoeveel tijd
heb je nog nodig?’
‘Ik weet het niet’, zei Cornelia. ‘Het hangt ervan af hoe
snel ik nog eens naar de stad kan zonder al te veel argwaan te wekken. Ik moest
wel in een dorp gaan wonen, want de hoeveelheid geluid in een stad had me gek
gemaakt. Maar die sociale controle hier vertraagt alles wel. Ik moet zorgen dat
ik niet te veel opval. Die dorpsmentaliteit ook! Gisteren dacht er trouwens
iemand het hare van toen ik pili-pili inkocht. Maar het is de enige manier om
dat eten hier binnen te krijgen.’
‘Ik ken het probleem’, grinnikte Johannes. ‘Als ik iemands vraag
beantwoord voor hij hem stelt, krijg ik zo'n frons dat ik mijn oudemannenstem
moet opzetten en zeggen “ja jonkie, die wijsheid komt met de jaren. Als je
zoals ik de oorlog hebt meegemaakt …” en dan zie je die argwaan vanzelf
wegtrekken. Leeftijd was inderdaad de beste cover ooit. Dat had Za'xilong goed
ingeschat.’
Cornelia lachte. ‘Leeftijd mag dan wel de beste cover zijn,
maar ik word soms bijna gek van het tempo waarop ik me maar mag voortbewegen.
Zeg, hoe ver sta jij eigenlijk?’
‘Ik ben bijna klaar’, merkte Johannes op. ‘Als je wil dat ik
je kom helpen?’
‘Nee, laat maar. Als hier plots een man komt wonen, valt dat
veel te veel op. Ik red me wel. Ik neem contact op als ik de laatste gegevens
heb.’
‘Goed, tot dan.’
*****
Sarah opende de enveloppe en haalde er het boek uit. De
bijgevoegde brief droeg haar op om een afspraak te maken met Cornelia en haar
te confronteren met de passages in het boek.
Op het afgesproken tijdstip zit Sarah te wachten in het park.
Ze hoeft niet lang te wachten. Daar komt
Cornelia al aangewandeld. Als je het weet, zie je inderdaad dat ze onmogelijk
zo oud kan zijn als ze zich voordoet. Sarah glimlacht enigszins zelfingenomen.
Cornelia’s spel is uit.
Cornelia gaat naast haar zitten en zucht. 'Goed, wat moet
je?'
Sarah haalt het boek tevoorschijn. Ze slaat het open en
begint. ‘Wij zien overal een overvloed van voedsel; maar wij zien niet, of
wij vergeten te zien dat de vogelen, die zo vrolijk rondom ons zingen, veelal
van insekten of van zaden leven en derhalve onophoudelijk bezig zijn met leven
te vernietigen; of wij vergeten hoe die kleine zangers of hunne eieren of hunne
jongen vernietigd worden door roofvogels of roofdieren...’
Cornelia onderbreekt haar. Haar blik valt moeilijk te duiden,
maar er ligt een combinatie van ergernis en medelijden in. 'Jullie mensen
kunnen het ook niet laten hé. Ik probeer hier in alle rust onderzoek te doen
naar jullie planeet. Ik neem de identiteit aan van een oud vrouwtje om
ongestoord te kunnen observeren en een alibi te hebben voor nieuwsgierige vragen.
En dan nog komt er van tijd tot tijd iemand zijn neus in mijn zaken stoppen.'
Sarah kan haar oren niet geloven. 'Ben jij een alien? Wat doe
je hier?'
Cornelia haalt geërgerd haar schouders op. 'Za'xilong had gelijk. Jullie soort verdient
deze prachtige planeet niet. Van tijd tot tijd hebben jullie een individu wiens
intellect enigszins in de buurt komt van het onze, een Da Vinci, een Darwin,
maar de overgrote meerderheid van jullie... '
Van Sarahs zelfingenomenheid schiet nog weinig over. Cornelia
lijkt haar gedachten te kunnen lezen, of misschien kán ze die wel lezen, want
ze beantwoordt Sarahs onuitgesproken vraag. 'Wat ik hier doe en wat ik met jou
ga doen? Onze planeet biedt onvoldoende plaats. Enkelen van ons zijn als
pioniers uitgestuurd om andere planeten te verkennen op hun potentieel. Darwin
heeft jullie 150 jaar geleden al gewaarschuwd. Het recht van de sterkste. En
sorry meisje, maar dat zijn wij en wij hebben jullie planeet nodig.'
Sarah voelt zich plots verlammen. Haar spieren voelen alsof er
duizenden spelden in prikken. De bank lijkt uit te zetten en Cornelia lijkt te
groeien tot ze wel een reus lijkt. Dan ziet Sarah dat de bomen en de spelende
kinderen op de wip even groot zijn als Cornelia. Niemand is gegroeid, het is
zijzelf die gekrompen is. Cornelia stopt Sarah in haar handtas en staat op van
de bank.
'Goeiemorgen, mevrouwtje Zimmerman', hoort Sarah.
'Goeiemorgen, meneer agent.'
Totaal in paniek probeert Sarah te schreeuwen, maar Cornelia
heeft haar stembanden verlamd.
Thuis loopt Cornelia recht naar het rek met pili-piliflesjes.
Ze vist Sarah uit haar tas en stopt haar in een leeg flesje. Sarah ziet
minimensjes in een paar van de andere flesjes. Ze schreeuwen, maar hun schreeuw
wordt opgeslokt door het glas.
'Zo, op jou kan ik best nog wat onderzoek doen. Za'xilong zal tevreden zijn. Goed, waar was
ik?' En zonder Sarah verder nog een blik te gunnen, loopt Cornelia de keuken
uit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten