zaterdag 21 december 2024

 Wat een prachtig boek was me dit! Ik haal het hier graag nog eens aan, al is het van vorig jaar.





Als het leven je citroenen geeft…

 

Zita Theunynck kan u kennen van haar mooie romandebuut Het wordt spectaculair. Beloofd, maar ook van verschillende scenarioscripts. Zo was ze een van de schrijvers van de TV-reeks De club, die net de prijs voor beste serie won op het filmfestival van Genève. In de TV-reeks worden drie koppels gevolgd op hun fertiliteitstraject. Theunynck putte hiervoor uit zeer persoonlijke ervaringen.

In Dit is niet wat er zal gebeuren gaat de schrijfster nog een hele stap verder. Het boek vertelt over haar zeer moeizame strijd om zwanger te proberen worden en de steeds grotere inbreuk die dit fertiliteitstraject heeft op het privéleven van haar en haar man. Als Zita eindelijk zwanger is, komen haar weeën op 26 weken plots op gang. Wat volgt is een nachtmerrie om de twee kindjes in haar buik daar zo lang mogelijk te houden. De lezer beleeft afwisselend het hele fertiliteitstraject en de ziekenhuisopname waarbij voor de kindjes gevochten wordt. Het wordt een verslag over de vele dingen waar een mens zelf geen invloed op heeft, hoe graag die dat ook wil.

Theunynck schrijft met enorme, verbluffende eerlijkheid. Ze gaat daarbij geen enkel thema uit de weg. Zo vertelt ze dat ze ondanks haar zeer lage vruchtbaarheid toch aan de pil ging om haar schrijversdroom waar te maken, want een baby op dat moment zou die ambitie doorkruist hebben. Ze is eerlijk genoeg om de ironie daarvan te erkennen. Het is maar een van de vele herkenbare thema’s want ze is niet de eerste, noch de laatste vrouw die geworsteld heeft met dit dilemma. Ze heeft het over obsessief sporten uit angst te dik te zijn, over de ontwrichtende rol van een fertiliteitstraject op je relatie en hoe ver je dit laat komen. Over hoe moeilijk het is van anderen afhankelijk te zijn en hun hulp te accepteren. Over niet willen klagen, maar je toch machteloos, bang en eenzaam voelen op de afdeling neonatologie. Ondanks deze relevante thema’s die ze uitgebreid en helder beschrijft, wordt het boek nergens een klaagzang. De schrijfster slaagt erin om zware onderwerpen af te wisselen met luchtige of ronduit grappige opmerkingen. ‘Ik schud het hoofd. Ik lijk hier heel streng. Dat klopt niet. Ik ben niet streng, ik ben gewoon erg machtsgeil. Nogmaals. Gandhi of Poetin. Ik word Poetin.’ Of: ‘het snelleresponsteam van tranen is er weer.’

Humor speelt een enorm grote rol in het boek, tot en met het dankwoord aan toe. Zo is een prematuur baby’tje vol kabeltjes een pamper aandoen een moeilijkere opdracht dan de opdrachten in De Mol en naar een verdwenen vaginale ring wordt zeer ijverig gezocht, want ‘de eerste 24 uur bij een verdwijning zijn cruciaal’. Ook in ironie is de auteur meesterlijk: tijdens een hysteroscopie spoken de rampen zeer visueel door haar hoofd, ‘Want het is een goed idee om net voor een ingreep de desbetreffende ingreep te googelen, dat weet iedereen.’

Het boek staat bol van de metaforen en sterke beelden. Je kan het zo gek niet bedenken, of Theunynck heeft er een plastische, rake of hilarische vergelijking voor. Zo vergelijkt ze haar partner met een deur die op een kier staat tegen het donker en met een Nokia 3310. Onverwoestbaar. Degelijk. Betrouwbaar.

De stijl is er een van eenvoudige, korte, toegankelijke zinnen. Er is niets gekunstelds aan deze dame. Ze vertelt alsof ze je vriendin is. Die vriendin, met die talenknobbel, weet je wel. Haar taalgebruik is mooi, zonder te vergezocht te zijn. Over je hart vasthouden merkt ze op: ‘liefst zou je je hart even willen afgeven, zodat je het allemaal niet zo hard hoeft te voelen.’

Theunynck kan op één pagina moeiteloos schakelen van hartverscheurend, naar ontroerend, naar hilarisch. Ze laat je lachen en huilen. Ze zeurt niet, maar inspireert je en bezorgt je een opgeruimd gevoel. Haar boek is een inspiratiebron of je nu geïnteresseerd bent in vruchtbaarheidstrajecten of gewoon wil lezen over hoe mensen omgaan met obstakels op hun pad en van citroenen limonade maken, of van slechte koffie goede in Zita’s geval.


vrijdag 20 december 2024

 




Balanceren tussen vermaak en ernst

 

Sacha Bronwasser is niet alleen schrijfster -van onder meer Luister- maar ook kunsthistorica en curator. Dat aspect van haar professionele leven zien we terug in haar kortverhalenbundel De lotgevallen waar elk verhaal begeleid wordt door een afbeelding van een kunstwerk: een schilderij, een beeld, een kunstinstallatie, … We treffen verhalen aan die zich nu afspelen, maar ook verhalen die in de nabije of verdere toekomst plaatsvinden, of het verleden beschrijven. Er is een verhaal over vluchtelingen in Rotterdam, maar ook een analyse van een daguerreotypie in negentiende-eeuws Parijs, een verhaal over een klein kind dat gestorven is, maar ook een verhaal over een oude dementerende man. Er zijn spannende, grappige en romantische verhalen.

De kunstwerken worden afgebeeld voor, halverwege of na het kortverhaal, al naargelang wat het beste past bij de leeservaring. Zeker als het verhaal eindigt met het kunstwerk is dit echt het definitieve puzzelstukje dat gelegd wordt en bij de lezer voor een aha-erlebnis zorgt. De lengte van de verhalen varieert tussen de twee en de vijftien pagina’s.

Er zijn verhalen bij die even moeten bezinken. Zo’n verhaal lijkt soms bedrieglijk kort, maar er zijn stukjes om over na te denken en andere die je moet herlezen. De stijl is soms proza die haast poëtisch aandoet. Andere verhalen hebben een sterke openingszin zoals ‘Achthonderd lege plaatsen en toch parkeert er iemand pal voor hem.’ Weer andere verhalen uiten kritiek op maatschappelijke trends via ironische opmerkingen. Zo wordt politiek draagvlak bijvoorbeeld vergeleken met drijfzand.

Kortverhalen maken het moeilijker om een band op te bouwen met de personages. Toch slagen verschillende verhalen erin om zo’n band te bewerkstelligen tussen lezer en personage. Zo slaagt vluchteling Hadi er moeiteloos in om je hart te raken. Het beeld van de jongen met ASS die als een vogel naar binnen hipt in een bakkerij, terwijl hij de geur van zijn mama volgt, raakt. Het verhaal is ontroerend, en op andere momenten weer ironisch of een aanklacht.

‘Op straat waren zwarte ogen en bruine ogen en blauwe ogen die hem niet aankeken.’

Soms volgen we een ik-figuur of een figuur in de derde persoon, bij verschillende verhalen hebben we twee perspectieven die tegen elkaar afgezet worden. Sommige verhalen hebben een open einde, andere eindigen dan weer tragisch of net hoopvol. De auteur gebruikt herkenbare thema’s zoals dementie, liefde en zelfontplooiing.

Sommige verhalen kennen een knappe spanningsopbouw met realistische dialogen. Andere zijn heel grappig, bijvoorbeeld in een professionele analyse van een daguerreotypie waar de analiste halverwege haar verslag uitweidt hoe haar partner externe expertise inriep, later thuis kwam dan verwacht en hoe ze zijn eten in de microgolfoven klaar zette voor wanneer hij thuis kwam.

De schrijfster schakelt moeiteloos tussen lichtheid en ernst binnen het boek en soms zelfs binnen een verhaal. Sommige verhalen zijn vermakelijk, andere zetten de lezer dan weer aan het denken.

De verhalen vervelen nooit. Ze gaan alle kanten uit, met als rode draad kunst. Dat is een bijzonder origineel concept. Tegelijkertijd zou zoiets te veel kunnen worden voor de lezer, maar dat is het niet. De verhalen variëren in die mate dat het op geen enkel moment stoort dat er rond een kunstwerk gewerkt wordt. Een ander punt dat opvalt is hoe Sacha Bronwasser erin slaagt in slechts enkele pagina’s een volledige leefwereld te schetsen, met personages met eigen levens, keuzes en … lotgevallen. Zowel voor wie nog nooit een kortverhalenbundel las, als voor liefhebbers van het korte verhaal is dit boek een uitstekende keuze.




Ontroerend portret van een gay liefde in Kameroen

 

Deze brieven eindigen in tranen is de debuutroman van de in Kameroen geboren en in het Verenigd Koninkrijk woonachtige Musih Tedji Xaviere. Ze won er meteen de Pontas & JJ Bola Emerging Writers Prize mee. Het boek werd prima vertaald door Lara Visser.

De christelijke Bessem woont in Kameroen waar ze op een dag op slag verliefd wordt als ze op het voetbalveld een knipoog krijgt van moslima Fatima. Ze beginnen een hevige, maar geheime relatie. Alles gaat goed tot ze in een homobar betrapt worden. Fatima verdwijnt en Bessem blijft alleen achter. Dertien jaar later is ze hoogleraar en mist ze Fatima nog steeds enorm. Wanneer ze op een dag Fatima’s beste vriendin tegenkomt, begint ze een intense zoektocht naar Fatima.

We leren over de situatie in Kameroen waar gays op eieren lopen om niet ontmaskerd te worden door de homofobe maatschappij. Op homoseksualiteit staat een celstraf en gays voelen zich er ‘kakkerlakken die zich alleen thuis voelen op donkere plekken.’ Niet alleen de overheid straft, het volk neemt er het recht in eigen hand als de straf niet streng genoeg is naar hun zin. Ook de religie speelt een belangrijke rol. Het katholicisme reageert met duivelsuitdrijving door een priester, de islam reageert nog heftiger. Ook lezen we over corruptie, smeergeld, verdwaalde kogels en bloederige confrontaties tussen het leger en de separatisten, waarbij de burgeroorlog toch beschreven wordt als minder urgent dan homoseksualiteit wat nog erger wordt bevonden. Dit alles wordt heel goed uitgewerkt en je voelt je echt in Kameroen.

Liefhebbers van mooie zinnen kunnen hun hart ophalen want het boek staat vol mooie zinnen om van te genieten zoals:

In het openbaar voelde het altijd alsof ik uitgehongerd was en jij iets lekkers dat net buiten mijn bereik lag.

Of:

In mijn ene hand houd ik hoop vast en in mijn andere angst.

Het boek is volledig geschreven vanuit het perspectief van Bessem die in brieven aan Fatima alles vertelt. Zo leren we Bessem heel goed kennen. De schrijfster beheerst prima het ‘show don’t tell’-principe wanneer ze bijvoorbeeld Bessems sombere gemoedstoestand weergeeft: ‘Mijn leven is weer geworden zoals het was voordat ik jou ontmoette, alleen weet ik nu precies wat ik mis. Er is geen morgen voor mij, alleen het verleden en dit oneindige wachten.’

Fatima’s persoonlijkheid leren we kennen via Bessems beschrijvingen ervan:

Jij was de bliksem en de jongens waren de wolken die achter je aan joegen, maar je nooit raakten. Je was geweldig, een wezen dat verscheurd werd tussen zachtheid en hardheid. Je was precies zoals ik me had voorgesteld.

Het verhaal wordt relatief chronologisch verteld, met enkele uitweidingen en flashbacks. Er zitten verschillende ontroerende en pakkende scènes in die beklijven en waarbij de personages je echt raken. Op andere momenten is het verhaal enigszins spannend door de zoektocht naar Fatima. Verwacht echter geen enorme spanning. Ook de clou is redelijk snel duidelijk. Dit is dan ook geen boek dat je leest omwille van de spanning, maar wel omdat je graag iets bijleert over het land en zijn gewoonten en omdat je ondergedompeld wil worden in heel mooi beschreven gevoelens.

Het boek zal lezers zowel heel veel bijleren over de cultuur, religie en politieke situatie in Kameroen, als hen ontroeren. De romance tussen Bessem en Fatima wordt zo meer dan gewoon het zoveelste liefdesverhaal en verwordt tot een verhaal dat de lezer in zijn hart zal sluiten waar het nog even zal blijven nazinderen.


vrijdag 11 oktober 2024

 

Vloedgolf aan krachtige beelden in sterk debuut

 

 


Eleanor Shearers grootouders behoorden tot de Windrushgeneratie die na de Tweede Wereldoorlog vanuit de Caraïbische kolonies naar het Verenigd Koninkrijk emigreerden. Het vaak zware lot dat de Zwarte vrouwen in haar familie ondergingen en een studiereis naar de Caraïben voor haar masterscriptie zorgden voor een goed onderbouwde voedingsbodem voor Shearers debuut River sing me home, dat knap vertaald werd door Fannah Palmer als Vrij stroomt de rivier. Zowel de auteur als de vertaalster voegden een uitgebreide noot toe waarin ze hun taalkeuzes motiveren. Ze houden hierin rekening met zowel de tijdsgeest waarin het verhaal speelt (1834-1835) als met de hedendaagse gevoeligheden en taalafspraken. De vertaalster moest hierin specifiek andere keuzes maken, omwille van de grammaticale verschillen tussen het Engels en het Nederlands.

Als de slavernij in het Caraïbisch gebied afgeschaft wordt, gaat Rachel op zoek naar haar vijf kinderen, die in de loop der jaren verkocht zijn. Ze klampt iedereen aan die ze kan en zoekt onvermoeibaar en onverschrokken naar haar twee zoons en drie dochters. Haar reis leidt van de plantages van Barbados, naar steden in Brits-Guyana en bossen op Trinidad.

Rachels verhaal is gebaseerd op het waargebeurde verhaal van Mother Rachael die geen moeite spaarde om een van haar dochters terug te vinden en daarvoor te voet door heel Antigua trok. Ook vele andere dappere moeders trokken eens de slavernij voorbij was op zoek naar de bij hen weggehaalde kinderen.

Taalkundig is het boek een regelrecht pareltje dat bol staat van de prachtige en krachtige zinnen en dat een vloedgolf aan ijzersterke beelden bevat.

‘Hun gegroefde huid was een blauwdruk van hun herinneringen aan de zweep, terwijl de ongemarkeerde plekjes op hun ruggen en schouders juist lieten zien waar vrijheid had voorkomen dat de slavernij dieper hun vlees in werd geschroeid.’

‘Ze klonk hees, alsof alle keren dat ze het tijdens haar geseling niet had uitgeschreeuwd haar stem toch hadden beschadigd.’

Bij een bevalling in de natuur lijkt zelfs de rivier zich samen te trekken en het water te dwingen sneller te stromen.

Uiteraard zijn racisme en racistische vooroordelen wijdverbreid in een boek dat zich afspeelt tijdens de slavernij en net na de afschaffing ervan. Het is wrang hoe slaafgemaakten nu plots in naam ‘vrij’ zijn, wat inhoudt dat hun meesters gecompenseerd worden en zijzelf nog zes jaar verplicht voor diezelfde meester moeten werken op diens plantage. De zo gehate rietplantages, symbool van de heerschappij van de witte meesters over de eilanden, zijn er als een schimmel gegroeid. De auteur wijst erop hoe de terreur van slavernij bij voormalig slaafgemaakten ook daarna nog voor angst zorgt ver na het officiële einde ervan, over tijd en ruimte heen. Toch is het boek geen pure opeenvolging van gruwel. Het is eerder een lofzang op de moed van het ouderschap, waarin ouderliefde een onuitputtelijke bron van moed kan vormen om geen concessies te doen aan halfslachtige vrijheid of voordelen, maar niet op te geven en te blijven zoeken naar verloren kinderen opdat zij in volle vrijheid zouden kunnen leven. Het boek is een oproep om te durven risico’s nemen met je hart en ondanks verlies en rouw toch weer met je hele hart van iemand te durven houden.

Een opmerkelijk thema is het ietwat magische generatieoverschrijdende van herinneringen waarbij talen niet tot de oren maar tot de botten spreken, allen zich als het ware herinneren uit Afrika meegenomen te zijn ook als ze elders geboren zijn en liederen niet worden gezongen met alleen de eigen hartenpijn erin, maar met de ervaringen van wel honderden levens erin verweven.

De vogels op zowel de originele als de Nederlandstalige kaft komen terug in het beeld van drie vogeltjes boven elk hoofdstuknummer. Het belang van de rivier wordt dan weer fijn herhaald in de kleine afbeelding van een kano bij elk van de drie grote delen. De eindredactie gebeurde zeer zorgvuldig. In de noot van de auteur wijdt Eleanor Shearer nog iets verder uit over de geschiedenis net na de afschaffing van de slavernij in het Caraïbisch gebied, waarmee ze voor haar lezers de laatste puntjes op de i zet.

Het zijn stuk voor stuk troeven die dit krachtige debuut een zeer dikke en royale vier sterren opleveren.

woensdag 11 september 2024

Voor wie een angstaanjagend knappe roman wil lezen over een parallelle en plausibele Westerse wereld, is Waanzin van Lionel Shriver een echte aanrader. Meer hierover kan je lezen in mijn redactionele recensie voor Hebban hieronder of op Hebban zelf.




Angstaanjagend maar plausibel toekomstbeeld van Westerse wereld

 

Lionel Shriver is journaliste en de auteur van tien eerdere boeken waaronder de internationale bestseller We moeten het even over Kevin hebben. Zoals in haar eerdere boeken kiest ze ook in haar recentste boek Waanzin voor maatschappelijk belangrijke thema’s. Wat gebeurt er als een maatschappij te ver doorslaat in politieke correctheid? En wat met de huidige afkeer voor wetenschap, wetenschappers en kritische journalistiek die o.m. in de VS zo populair is bij bepaalde groepen?

Verenigde Staten 2011, alternatieve realiteit. In deze dystopische roman heeft de Geestelijke Gelijkwaardigheidsbeweging (GG) voet aan de grond gekregen in de VS. Volgens deze doctrine is iedereen even intelligent en woorden als ‘dom’, of zelfs ‘domweg’ of ‘smartphone’ zijn voortaan verboden. De slinger slaat almaar verder door. TV shows zoals Friends of The Big Bang Theory worden verboden, zelfs The Simpsons moet eraan geloven en de censuur neemt groteske vormen aan. Privégesprekken worden iets om heel voorzichtig mee om te springen want zelfs kinderen worden aangemoedigd om aan hun GG-mentor te verklikken wat hun ouders in de privésfeer zeggen. Pearson Converse, een universiteitsdocent heeft het bijzonder moeilijk met de GG-doctrine en weigert pertinent om erin mee te gaan. Wanneer haar beste vriendin Emory uit opportunisme mee op de GG-trein springt om haar TV-carrière een boost te geven en jongste dochter Lucy in die mate geïndoctrineerd raakt dat ze een spion in eigen huis wordt, wordt het leven voor Pearson steeds moeilijker. Haar relatie met beiden komt onder druk te staan. Ondertussen worden landelijk zaken als terrorisme totaal ondergeschikt aan deze laatste grote burgerrechtenstrijd.

In Waanzin wordt veelvuldig gebruik gemaakt van humor, maar vergis je niet. De auteur gaat er moeilijke maatschappelijke thema’s en vragen mee te lijf. Met haar satirische schrijfstijl dwingt ze haar lezers om na te denken over cancelcultuur en vrije meningsuiting. Ze schrijft geen eenvoudige roman, maar dwingt haar lezers om zelf na te denken over mogelijke antwoorden. Haar humor is bijtend grappig en soms ronduit sarcastisch, vilein en scherp. Zo worden mensen met een heel lage intelligentie mensen met ‘alternatieve verwerking’ genoemd.

Ironie gebruikt ze onder meer wanneer ze beschrijft hoe de beweging die gelijkheid wil opleggen zo ver doorslaat dat er opnieuw groepen, maar deze keer andere dan voorheen worden achtergesteld wanneer er een volledige politieke en maatschappelijke aanval op het ‘slimmisme’ ontstaat. De knappe neologismen zoals ‘breinijdel’ of ‘nikskunners’ in het boek creëren ook een extra uitdaging voor de vertaling, die echter prima gebeurde door Marian van der Ster en Karina van Santen.

Er worden geen films meer gemaakt over genieën want die zogenaamde iconen waren ‘doodgewone sukkelaars die per ongeluk waren gestruikeld over wat ze gecreëerd of ontdekt zouden hebben. Michelangelo’s fruitverkoper had de Sixtijnse kapel ook kunnen beschilderen, hij had er alleen geen zin in gehad.’

Knappe beelden zijn legio zoals wrok als een ‘akelige emotie met de halveringstijd van Strontium 90’ (wat 28.9 jaar is).

Hoewel de humor de zware onderwerpen wat luchtiger probeert te maken, blijft het surrealistische verhaal ronduit griezelig. Zo doen spionerende kinderen o.m. denken aan hetzelfde fenomeen ten tijde van de Culturele Revolutie in Mao’s China. Shriver mengt ook zeer spitsvondig werkelijkheid en fictie: zo wordt Obama na één termijn vervangen door Biden want die stottert, wat veel beter dan Obama’s lange, eloquente uiteenzettingen aantoont dat we allemaal even intelligent zijn. Osama bin Laden wordt opgejaagd… maar ontsnapt wegens incompetentie van de inmiddels allemaal bewust incapabelen op hoge posten, Poetin neemt niet alleen Oekraïne in, maar alle andere regio’s waar in de huidige realiteit verhoogde alertheid geldt. Door fictie en non-fictie te verweven, wint het verhaal aan geloofwaardigheid en komt de mogelijkheid van een dergelijk scenario akelig dichtbij.

Met Pearson Converse schept de schrijfster een enigszins antipathiek hoofdpersonage dat zo ver gaat in haar principes dat het moeilijk wordt om je met haar te vereenzelvigen. Pearson gebruikt superieure taal en stopt haar afkeer van ‘domme’ mensen niet weg. De ontwikkelingen in het laatste deel van het boek en Pearsons kijk daarop zetten hierin werkelijk een kers op de taart en laten de lezer met veel vragen achter om verder op te broeden. 

De vaak lange zinnen vragen soms om herlezing voor ze goed doordringen. Dit in combinatie met het ietwat antipathieke hoofdpersonage maken dit misschien geen boek voor elkeen. Maar wie voorbij het ietwat botte van Pearson kijkt, kan wellicht haar eerlijkheid waarderen. Wie meegaat in Lionel Shrivers dystopie wacht een zeer boeiende en veelomvattende denkoefening die voor voldoening zorgt, maar de lezer wel met de nodige onrust achterlaat.

woensdag 24 juli 2024

 


Coming of age-roman met veel thema’s maar te weinig uitwerking

 

Neem me mee, het nieuwe boek van Gianni Solla heet in het Italiaans Il ladro di quaderni, De notitieboekjesdief en werd vertaald door Dorette Zwaans. Het boek vertelt over Davide, de zoon van een varkenshoeder. Hij wordt uitgelachen in het dorp omwille van de varkensgeur die altijd om hem heen hangt en omdat hij een mank rechterbeen heeft. In het armoedige dorp Tora e Piccilli komt een groep Joden aan, erheen gestuurd door Mussolini’s fascisten om er dwangarbeid te verrichten. Davide is gefascineerd door de knappe Nicolas en leert de liefde voor woorden, lezen en schrijven van Nicolas en diens vader. Die ontsluiting van kennis zal hem voor altijd veranderen.

In het driedelige boek mijmert Davide in de ik-persoon over zijn leven. Hij groeit op met een vader waarvan hij wilde dat die hem eens sloeg, zoals hij met zijn varkens doet, zodat Davide tenminste weet dat hij evenveel waard gevonden wordt als die varkens.

Het boek bevat zeer veel mooie zinnen en knappe beelden. Zo hoort Nicolas voor het eerst woorden die evenveel wegen als negen emmers boordevol water – de hoeveelheid die de varkens nodig hebben- en laat die nieuwe kennis zijn knieën knikken. Een gearrangeerd huwelijk is dan weer ‘een uitruil van gevangenen’ vanuit het oogpunt van Davide.

‘We wisten niet dat we als nachtvlinders waren die zich te dicht bij het vuur waagden – aangetrokken door de schittering van het licht verbranden ze hun vleugels in een soort zwanendans waarin vreugde de angst overwint.’

‘Allebei waren we erin gesprongen, maar om zulke verschillende redenen dat we niet van hetzelfde water nat leken.’

Het boek bevat zeer veel thema’s. Zo is er de oorlog, met het anti-semitisme: ‘We wisten niets af van Joden, van hoe ze leefden of welke vorm hun neus had, maar er was ons verteld dat we ze moesten haten’, de armoede en het eenvoudige dorpsleven waarin bij ziekte gebeden wordt tot God, Maria en Mussolini en de geïsoleerde ligging van het dorp waarin de komst van een nieuwe schooljuf zo’n gebeurtenis is dat het hele dorp uitloopt om haar te zien aankomen, want ze is de eerste noorderling die ze daar te zien krijgen. Andere thema’s zijn het ontgroeien van je milieu, het volwassen worden van een jongen, vriendschap, eerste liefde, bedrog, verhoudingen binnen het gezin, … Het thema taal speelt een heel grote rol doorheen heel Davides opgroeien. De meeste thema’s worden echter maar zijdelings aangestipt. Je kan je de vraag stellen of de auteur niet beter wat minder thema’s behandeld had en de gekozen thema’s beter uitgewerkt had. Zo komt bijvoorbeeld de oorlog amper aan bod.

De personages beklijven onvoldoende. Davides karakter wordt uitgewerkt, maar de andere karakters veel minder. Ook over de keuzes die de personages maken, kan je je soms vragen stellen. Die hoeven uiteraard niet de keuzes te zijn die de lezer zelf zou maken, maar het maakt het soms moeilijk om je in te leven in de karakters of je met hen te vereenzelvigen.

De plotwendingen worden soms onvoldoende toegelicht en zijn op andere momenten te voor de hand liggend. Het boek is enigszins saai en leest wat stroperig. Al met al is het boek een aardige poging, maar op sommige punten een gemiste kans.  



 



Broeierige roman over verzwegen oorlogstaboes

 

Yaël van der Wouden is schrijver en docent. Haar essay over de Nederlandse identiteit en Joods-zijn ‘On (Not) Reading Anne Frank’ werd genoemd in The Best American Essays 2018. Van der Wouden geeft les in creative writing en comparative literature. Met The Safekeep schreef ze haar debuut. Ze deed dit in het Engels, de taal waarin ze is opgevoed. Fannah Palmer en Roos van de Wardt vertaalden het boek als De bewaring. Het verhaal is gebaseerd op Marga Minco’s novelle Het adres. Het speelt zich af in het Overijssel van kort na de Tweede Wereldoorlog (1961). De auteur vertelt in een interview in Culture Club op het Vlaamse Radio 1 dat dit protestantse dorp, waar ze zelf opgroeide, niet echt bekend stond om zijn open blik.

Ook in haar boek zitten we in dit burgerlijke, bekrompen kader, waarin Isabel alleen leeft in haar ouderlijk huis nadat haar beide broers er wegtrokken en haar moeder er na een ziekbed overleed. Isabel leeft er als ‘oude vrijster’ van een toelage en verzorgt het huis dat alles is voor haar. Ze vult haar dagen met poetsen en de hulp klussenlijstjes geven om nog meer te poetsen. Er moet helderheid en regelmaat zijn, er is geen ruimte voor vreugde en spontaniteit. Als haar oudste broer zijn -zoveelste- liefje bij Isabel achterlaat wanneer hij voor langere tijd naar het buitenland moet, ontstaat een gespannen sfeer tussen de rigide Isabel en de veel ontspannener Eva die elkaars tegenpolen zijn. Waar Isabel vroeg opstaat en aan haar taken begint, slaapt Eva lang uit, zont uitgebreid in de tuin en raakt alles in huis aan, terwijl Isabel van mening is dat haar moeders spullen er zijn om te bewaren, niet om aan te raken.

‘Eva nam met luidruchtige rusteloosheid ruimte in beslag, een zoemende bij die vastzat in een kamer met alle ramen dicht.’

Het zal menig lezer even tijd kosten om te wennen aan de starre, verbitterde en paranoïde Isabel, die een groot deel van het verhaal een ronduit vervelende persoonlijkheid vertoont. Alle andere personages worden vanuit het oogpunt van Isabel beschreven.  Hoewel we ook leren over haar broers, is de focus van het verhaal vooral en bijna uitsluitend de wisselwerking tussen de twee vrouwen en de irritatie en spanning die hierin ontstaan. Tegen de achtergrond van een hete zomer volgen we in een kil en somber huis hoe beiden elkaar afwisselend ontwijken en dan weer op confrontatie aansturen. Het huis zelf is zo belangrijk voor Isabel dat de schrijfster er bijna een extra personage van maakt.

‘Het huis verwelkomde haar niet. Het hield zijn blik schaamtevol afgewend.’

 Na een tergend langzame aanloop komen we uiteindelijk aan het historische element dat ook al in het hogergenoemde essay een rol speelt: het jodendom. Uiteindelijk zal het boek uitdraaien op een twist waarbij lang verzwegen geheimen uit de Tweede Wereldoorlog blijven nawerken. Benader het boek echter niet als een thriller, want menigeen zal de twist voelen aankomen lang voor de auteur hem eindelijk onthult. Eenmaal onthuld, zindert hij echter wel na als een feit van groot belang dat ons de nefaste gevolgen toont van wegkijken en blijven zwijgen, waardoor de Holocaust ook na de oorlog nog zo lang extra kwetsuren bleef toebrengen.

Wie een grote fan is van knappe beelden en mooie taal, zal zijn hart enorm kunnen ophalen aan dit boek dat bol staat van de prachtige zinnen.

 ‘Het begon te waaien, bomen langs het pad roddelden met trillende bladeren.’

Daarnaast sieren vele sterke scènes het boek. Ook wie dol is op karakterschetsen en analyses van intermenselijke relaties zal genieten van Yaël Van der Woudens boek, waarin de relatie tussen Isabel en haar broers en vooral die tussen Isabel en Eva zeer grondig onder de loep wordt genomen. Voeg daarbij het zeer indringende oorlogstaboe en je hebt het recept voor een heel knap boek waarin zomers fruit en opgekropte gevoelens wachten om te kunnen openbarsten.

maandag 27 mei 2024

 Ik las met veel interesse deze historische roman over Oekraïne tijdens de Tweede Wereldoorlog in opdracht van Hebban. 



Geslaagde weergave van Oekraïne in de Tweede Wereldoorlog

 




Met Kinderen van Oekraïne duikt Erin Litteken na Dochters van Kiev opnieuw in een stuk van de woelige Oekraïense geschiedenis. Angelique Verheijen vertaalde het boek.

De lezer volgt drie Oekraïense jonge vrouwen vanaf 1941 tot 1949. De zeventienjarige Liliya die dierbaren verloor aan zowel Russische, Duitse als Poolse vijanden zoekt een nieuw evenwicht na al deze verliezen. Vika probeert ondanks de oorlog haar gezin samen en in goede gezondheid te houden. De groeiende chaos en honger maken het haar echter heel moeilijk om hierin te slagen. De elfjarige Halya probeert dan weer aan de dreigende tewerkstelling in Duitsland te ontkomen.

De Oekraïense geschiedenis kende zeer veel omwentelingen en agressie de laatste eeuw en het is dan ook zeer goed en broodnodig dat de schrijfster haar boek begint met enkele pagina’s historische achtergrond. Zelfs met die kennis achter de kiezen is het in het begin concentreren geblazen om het verhaal te kunnen volgen. Dit komt ook door het steeds wijzigende perspectief. De drie vrouwen hebben elk boeiende verhalen te vertellen, maar door dit voortdurend wisselen, duurt het even voor je helemaal in het verhaal komt en goed kan volgen wie wat beleeft. Even doorzetten brengt hier echter al snel soelaas en wat volgt is een meeslepend verhaal waarbij we aan de hand van de vrouwen de geschiedenis meemaken en bij verschillende belangrijke gebeurtenissen, zoals het leven als gedwongen Ostarbeiter, het bombardement op Dresden en het chaotische leven in de ontheemdenkampen na de oorlog, op de eerste rij zitten.

De karakters van de vrouwen en hun onderlinge verhoudingen worden zeer mooi en diepgaand uitgewerkt. De keuzes waartoe zij vaak gedwongen worden, zijn confronterend en roepen onvermijdelijk bij de lezer de vraag op: Wat zou ik zelf gedaan hebben in deze omstandigheden? Zo zijn er momenten waarop Vika moet kiezen tussen haar moraal en waarden en de veiligheid en het welbevinden van haar gezin. Wie kan je beschermen, wie offer je op in de plaats, wat is de prijs die je betaalt voor je keuzes?

Regelmatig komt het thema van familie voorbij, waarbij dit niet noodzakelijk je biologische familie, maar ook een door omstandigheden ontstane familie kan zijn. Ook schuldgevoel en het effect van vluchten op jonge kinderen, honger en de gevolgen voor het functioneren van mensen zijn interessante thema’s.

De dialogen zijn vlot. Regelmatig vallen ook de mooie zinnen en beelden op.

‘Het had jaren geduurd voordat hij voor het eerst iets liefs tegen haar had gezegd. Ook tegenwoordig was hij nog zo gesloten dat ze iedere blijk van liefde of genegenheid zo uitgehongerd opslokte dat de smaak en schoonheid verloren gingen.’

‘Kleine, verdrietige stukjes van haar verleden klauwden zich omhoog uit haar geheugen, giftig en met weerhaakjes. Ze spuugde ze uit in haar lege wereld.’

Door de focus op de drie vrouwen en wat de oorlog hun aandoet, ontstaat een situatie waarbij alle Duitsers en alle Russen slecht zijn. Dit kon mogelijks iets genuanceerder, hoewel er wel benadrukt wordt dat ondanks Poolse wreedheden, vele Polen goed zijn en samenwerking met hen mogelijk was in vele burengemeenschappen.

Een minpuntje van het boek zijn de iets te grote hoeveelheid tikfouten die hopelijk in een volgende druk aangepakt zullen worden.

Het boek eindigt met een handige afkortingen- en termenlijst. Daarna volgt een lange noot van de auteur waarbij ze vertelt welke episodes in het boek uit het leven van haar familie komen en waarbij ze nog verder uitweidt over de geschiedenis. Daarbij geeft ze ook boeiend cijfermateriaal voor lezers die geïnteresseerd zijn om meer te weten.

Kinderen van Oekraïne is deels geïnspireerd op de ervaringen van Erin Littekens overgrootouders en hun nageslacht. Vele anekdotes hebben zij ofwel zelf meegemaakt of zien gebeuren. Verder is het boek gebaseerd op een veelheid aan historisch materiaal. Dat alles stoffeert de geschiedenis van dit boeiende land mooi. Daaromheen weeft de schrijfster een fictief verhaal via de drie vrouwelijke hoofdpersonages in haar boek. Hoewel het boek zware gebeurtenissen verhaalt, valt het ook in de categorie feelgood door de romantiek die erin voorkomt. Daarbij komen een aantal gebeurtenissen voor die wel heel toevallig zijn, waardoor het verhaal een paar keer tegen het randje van ongeloofwaardig aanschuurt, maar dan net op tijd toch weer de afslag neemt naar geloofwaardigere wendingen. Het zorgt voor een boek dat de geschiedenis recht blijft doen, maar de liefhebber van feelgood toch niet in de kou laat staan.

 

donderdag 16 mei 2024

Ik las net de boeiende thriller Mijn waarheid van Sandra J. Paul. Hieronder vind je mijn recensie. 





Wie spreekt de waarheid?

 

Sandra J. Paul is de auteur van meerdere genres, van paranormale Young Adult, tot thrillers en jeugdthrillers. Met Mijn waarheid schrijft ze een intelligente psychologische thriller. Elias vermoordt zijn bruid voor de ogen van zijn neef Nathan. Dat is althans wat Nathan beweert. Elias zweert echter bij hoog en bij laag dat hij dit niet gedaan heeft en dat het een ongeluk was. Wie van de twee spreekt de waarheid?

Afhankelijk van welke kant je begint in het boek lees je eerst de versie van Elias of die van Nathan. De schrijfster laat haar lezer zelf kiezen met wiens verhaal die het boek wenst te beginnen. In het midden zit de echte waarheid verborgen… maar eerst is het aan de lezer om uit te zoeken wie de onbetrouwbare verteller is en wie de waarheid vertelt.

Deze originele vorm bevalt uitstekend en zorgt ongeacht de keuze voor een boeiende leeservaring. De setting is geloofwaardig en de personages zijn interessant en meerlagig. De lezer zal tot het einde geboeid zijn door verschillende knappe plottwists.

De eindredactie is zorgvuldig gebeurd en de lay-out van het boek is prachtig, waarbij elk groter gedeelte telkens begint met een mooie paginagrote illustratie van de berg waar het allemaal om draait. Kortom, met Mijn waarheid levert Sandra J. Paul een boek af dat de lezer met veel interesse zal meebeleven.

Met dank aan Sandra J. Paul en uitgeverij Hamley Books voor het exemplaar.


maandag 6 mei 2024

Voor deze opdracht moest je zinnen aaneenpuzzelen tot een nieuw gedicht, kiezend uit de grote hoeveelheid raamgedichten. Daarbij mocht er uit elk gedicht dat je koos maar één regel komen. Ik maakte er het volgende van:

Het geheim is blijven zoeken naar dingen
dat ze vanzelf wind en adem worden
Niet vallen voor elkaar maar
traag te botsen met elkaar
Misschien is dat wel het mooiste
dat de dag zichzelf zal uitwijzen
avond aan avond als de tijd zich terugtrekt




maandag 29 april 2024

Dit boek las ik om er de redactionele recensie voor Hebban over te schrijven. Het is een boek dat erin hakt, zoals je hieronder in mijn recensie kan lezen. 




Rauw pleidooi voor zorg voor nabestaanden

 

Matteo en S. gaan na zeven jaar goede en op het einde iets te veel slechte tijden moeizaam uit elkaar. Enkele maanden later pleegt S. zelfmoord en het is Matteo die hem vindt. Hij valt, diep, diep in een heel zwart gat. Naast alle goedbedoelde, maar vaak totaal ontoereikende adviezen van vrienden, krijgt hij één advies dat hem weliswaar niet troost – dat kan ook niet, hij is immers ontroostbaar - maar dat hem wél richting geeft, een houvast, een doel om later, als hij zover is, uit de put mee te klimmen. Hij is een schrijver, dus hij moet opschrijven wat er door hem heen gaat, al zijn het slechts fragmenten, scherven en brokstukken. Het is geen dagboek, maar desalniettemin is het de waarheid. Dus Matteo schrijft zijn moeizaam relaas, over hoe het is om achter te blijven met zo’n groot, rauw verdriet.

Dat boek wordt Zij die achterblijven van de Italiaanse auteur, redacteur en scenarioschrijver Matteo B. Bianchi. Het is vertaald door Manon Smits, verscheen in acht landen, o.m. de VS, Duitsland en Frankrijk en kwam in Italië op de longlist voor de Premio Strega 2023.

De lezer wordt in dit boek overspoeld met de vele gevoelens die door een ‘overlever’ heen gaan. Hoe hij eerst verdoofd is voor alles en daarna overal betekenis en herkenning in vindt. Het schuldgevoel - want had hij niet meer kunnen doen om dit te voorkomen, de paniek, de fysieke gevolgen – hij valt af en wordt versneld grijs en oud, de haat en de vele verschillende tegenstrijdige gevoelens, soms op hetzelfde moment.

De taal waarin de auteur dit alles neerpent, is van een grote schoonheid, met knappe bruggetjes, mooie beelden en poëtische vergelijkingen.

‘Later ben ik teruggekeerd naar de muziek. Langzaam, als iemand die opnieuw moet leren lopen. Stapje voor stapje.’

‘Er kwam geen einde aan onze scheiding, talloze schakeringen van vaarwel.’

Dit is een fragmentarisch boek, vol herinneringen, gevoelens, mijmeringen. Het boek is ook een oproep aan nabestaanden om zichzelf te leren vergeven. Immers: ‘Als we willen doorgaan met ons leven, zullen we ooit mededogen met onszelf moeten hebben en moeten ophouden onszelf te veroordelen.’

Zij die achterblijven is echter bovenal een roep om aandacht voor de achterblijvers en een pleidooi voor veel meer geïnstitutionaliseerde hulp. De schrijver bevraagt hulpverleners, mediums, artsen, psychologen, ervaringsdeskundigen. In zijn zoektocht naar manieren om zijn pijn en rouw het hoofd te bieden, vond hij nergens literatuur of hulpgroepen voor nabestaanden. Hij biedt de lezer een stand van zaken voor Italië, maar ook internationaal. Voor elke suïcide zijn er tussen de zes en tien achterblijvers (ouders, vrienden, kinderen, partners). Dit zijn elk jaar weer talloze mensen die geen wetenschappelijk onderzochte handvatten aangereikt krijgen. Eeuwenlang was er zelfs geen preventie voorhanden tegen suïcide. Het werd beschreven, er werd over verteld, het werd veroordeeld, maar er werd niets uitgewerkt ter preventie ervan. Tegenwoordig wordt er wel rond preventie gewerkt, maar de auteur roept op om ook de nabestaanden, de achterblijvers niet te vergeten. Reeds bestaande initiatieven zijn door vrijwilligers uit de grond gestampt en zijn schaars.

Matteo Bianchi’s verslag van de onnoemelijke pijn die achterblijvers treft, raakt diep en blijft nazinderen. Hoewel het een relaas vol fragmenten is en dus geen ‘perfecte puzzel’ biedt op het einde, geeft het boek een meer dan duidelijke weergave van hoe rouw er zoal kan uitzien en hoe hard hulp na suïcide nodig is voor wie achterblijft.

 


zondag 14 april 2024

Met onderstaand verhaal verscheen ik in de verzamelbundel Black-out van Patricia Bouwhuis-Ooyevaar en anderen... en ik ben dus een van die anderen ;-)  Nu twee jaar later ding ik weer mee met een ander verhaal. Hoe dat afloopt horen jullie nog. Maar hier is dus alvast mijn verhaal uit de bundel van 2022.

 




Voor de volle honderd procent

 

‘Antwoordt u alstublieft op de vraag, mevrouw Rogiers. Heeft u Lucia De Graeve wel of niet over de reling van de Bierkelder geduwd?’ Marie bijt op haar lip en kijkt vertwijfeld op naar de advocaat. Haar ogen zijn rood en ze friemelt zonder ophouden aan de zoom van haar bloesje.

‘Dat zeg ik u toch net,’ brengt ze haperend uit. ‘Dat weet ik niet meer! Ik kan me niet voorstellen dat ik zoiets zou doen, maar ik herinner me van die avond alleen nog dat Lucia en mijn collega’s in Het Grijze Paard een toost op me uitbrachten. Alles daarna is weg.’

 

Het was zo spannend begonnen allemaal. Zij, Marie Rogiers, die stage mocht lopen bij Geïnformeerd, dé kwaliteitskrant van de regio! Lize en Marloes hadden haar hartelijk welkom geheten en Greetje had haar rondgeleid op de afdeling. Ze vertelde Marie dat het wekelijkse teamoverleg over een uur zou beginnen. Daar zou haar rol voor de komende drie maanden nader worden toegelicht. Greetjes ontspannen gebabbel viel abrupt stil. Toen Marie verwonderd opkeek, zag ze Greetje gespannen naar links kijken. Een magere vrouw in een felgroen mantelpakje kwam vinnig op hen afgestapt.

 

‘Klopt het dat Marloes u tot tweemaal toe huilend heeft aangetroffen in de damestoiletten?’

Marie knikt gegeneerd, maar protesteert dan toch. ‘Dat was tijdens mijn eerste week daar! Lucia kwam heel imponerend over en het duurde even voor ik een manier vond om met haar samen te werken.’

Imponerend, zegt u. Dat is niet het woord dat Marloes zich herinnert. Klopt het dat u mevrouw De Graeve een kreng heeft genoemd?’

Marie kijkt verschrikt en sputtert tegen. ‘Dat was mijn eerste indruk! Later bleek dat ze best meevalt als je je ten volle inzet.’ Verward zwijgt ze. Waarom heeft Marloes dit doorverteld?

 

Het was even puzzelen, maar Marie slaagde erin om zich tussen twee oudere redacteurs in te wurmen met haar krukje. Met haar notitieblok in de aanslag probeerde ze zo aandachtig mogelijk te luisteren.

Lucia kwam meteen ter zake. ‘Goed. Het geweld na de voetbalwedstrijd gisteren: Lucas: halve pagina, foto’s en probeer deze keer relevantere citaten te bemachtigen. De stijgende prijzen van benzine: Klaas: één pagina. Bespreek wereldpolitiek, recente ontwikkelingen in de buurlanden, de gebruikelijke zaken. De weekendkrantbijlage morgen sluit dan meteen mooi aan bij jouw artikel. Marloes…’

Marie probeerde de namen bij de gezichten te onthouden en keek de groep rond. Zou ze zich hier snel thuis voelen? Die man van sport zag er sympathiek uit en Greetje en Marloes waren ook vriendelijk geweest, dus dat liep waarschijnlijk wel los.

‘Ik zei: “Marie, wil je je kort even voorstellen?” Ik zou het op prijs stellen als je oplet tijdens het teamoverleg, meisje! Ook van stagiaires verwacht ik dat ze zich voor de volle honderd procent inzetten, anders heb ik liever dat je opkrast. Lanterfanters kunnen we hier niet gebruiken.’

Van de rest van het teamoverleg kon Marie zich weinig herinneren. Ze was erin geslaagd om haar tranen binnen te houden tot ze het toilet had bereikt, maar toen was er een waterval van schrik en boosheid uitgekomen. Toen Marloes haar vond, had Marie haar verontwaardiging geuit over de onrechtvaardigheid van Lucia’s uitval. Vol begrip had Marloes geknikt en gezegd dat Lucia geen gemakkelijke bazin was.

Tijdens de lunchpauze had Lize even meelevend naar haar geglimlacht en haar fluisterend toevertrouwd dat Lucia de eerste maanden had geweigerd om haar bij haar naam te noemen. Omdat haar zoontje de hele nacht ziek was geweest, had ze achter haar computer zitten geeuwen. Lucia die radarogen leek te hebben, had venijnig gesnerpt dat ze thuis moest slapen en dat ze op het werk verwachtte dat ...

‘… iedereen zich voor de volle honderd procent inzet!’ maakten de meiden collectief Lucia’s mantra af. Ze waren allemaal in lachen uitgebarsten. Stilletjes, dat wel, want Lucia’s kantoor lag niet ver van de kantine. Het incident had Lize maandenlang de bijnaam “slaapkop” opgeleverd. Slechts door heel hard te werken was ze die na een viertal maanden kwijtgeraakt. Marie hoopte maar dat ze het nog niet had verknald bij Lucia en nam zich heilig voor om zich niet voor honderd, maar voor tweehonderd procent te geven de komende maanden.

 

‘Wat ik niet begrijp, mevrouw, is waarom u mevrouw De Graeve heeft geduwd.’

‘Protest! Mijn cliënte is nog niet schuldig bevonden.’

‘Drie getuigen hebben elk afzonderlijk onder ede verklaard dat ze hebben gezien hoe mevrouw Rogiers mevrouw De Graeve bij het verlaten van Het Grijze Paard over de balustrade van de aangrenzende Bierkelder duwde. Mevrouw De Graeve brak daarbij haar nek op de stenen trappen van de Bierkelder en was op slag dood. Ik herhaal dus mijn vraag. Waarom heeft u mevrouw De Graeve geduwd?’

Marie haalt hulpeloos haar schouders op. ‘Zoals ik al zei, herinner ik me niets van die avond. Ik begrijp ook helemaal niet waarom ik Lucia zou hebben geduwd. Toen ik haar eenmaal leerde kennen, begon het contact tussen ons steeds beter te gaan. De laatste tijd ging het heel goed tussen ons …’

 

Nerveus streek Marie haar rok glad. Ze had de afgelopen weken peentjes gezweet telkens wanneer Lucia in de buurt was, maar had koppig en ijverig haar uiterste best gedaan. Na een tweetal weken verdween de afkeurende blik van Lucia’s gezicht en de laatste tijd keek ze bijna neutraal als ze naar Marie keek. Wellicht was dat het beste waarop ze mocht hopen. Op Klaas na, was er eigenlijk niemand naar wie Lucia met meer dan een neutrale blik keek. Klaas werkte dan ook al twintig jaar voor de krant en was een expert op het gebied van economische zaken. Zelfs aan Lucia’s hoge maatstaven leek hij te voldoen. “De meiden”, zoals Greetje, Lize en Marloes zichzelf giechelend noemden, konden meestal op niet meer dan een neutrale blik rekenen en als ze pech hadden, zat er een afkeurende of minachtende tussen.

Ze klopte aan en ging aarzelend het kantoor binnen. Ze was nog nooit in Lucia’s heiligdom geweest. Lucia gebaarde haar te gaan zitten en beëindigde haar telefoontje. Nadat ze een paar woorden in haar agenda had geschreven, stak ze van wal.

‘Goed, Greetje is ziek. Maandelijkse ongemakken of zoiets.’ Ze keek afkeurend alsof maandstonden iets waren waarvan ze zich niet kon voorstellen hoe die ooit iemand van dit belangrijke werk konden afhouden. Dat kon ze zich wellicht daadwerkelijk niet voorstellen, bedacht Marie zich. Waarschijnlijk was Lucia na de geboorte van haar twee kinderen de volgende dag alweer aan het werk gegaan, of zo. Of dezelfde middag misschien wel al. Ze slikte een nerveuze giechel in en balde haar vuisten om zichzelf weer bij de les te krijgen.

‘Om 14 uur begint die betoging. Je kan waarschijnlijk wel met Mark meerijden. Een half blad van de situatie ter plaatse.’

Marie bleef verward zitten en probeerde te bevatten wat ze nu eigenlijk had gehoord.

‘Kom op, meisje, ik heb niet de hele dag! Mark doet de foto’s, jij de berichtgeving.’ Toen Marie gehaast opstond om weg te gaan, hield Lucia’s stem haar tegen. ‘Doe er bij nader inzien nog maar een half blad achtergrond bij. Ik heb je stukken gelezen en ik gok erop dat je dat aankan. Stel me niet teleur. En nu wegwezen.’

Een miniem glimlachje was het geweest. Marie had het bijna gemist, maar Lucia had haar een minuscuul glimlachje geschonken. Terwijl ze op zoek ging naar Mark, nam ze zich voor om Lucia inderdaad niet teleur te stellen. Ze zou deze kans grijpen om te bewijzen wat ze in haar mars had!

 

‘Zou u zichzelf als ambitieus beschouwen, mevrouw Rogiers?’

Marie knikte. ‘Ja, maar wat heeft dat ermee …’

‘Extreem ambitieus?’

‘Ik begrijp niet wat u bedoelt met extreem ambitieus. Ik werk zeer hard om vooruit te komen in mijn professionele leven, dat is waar.’

‘U zou dus alles doen om vooruit te komen in dat professionele leven van u?’

‘Niet zoals u dat bedoelt!’

‘Klopt het dat u tegen Mark Willen heeft gezegd dat u zelf ooit aan het hoofd van een krant zou willen staan?’ De advocaat klonk triomfantelijk nu.

‘Daar bedoelde ik toch helemaal niet mee dat …’

‘Dank u wel, mevrouw Rogiers. Ik heb voorlopig geen verdere vragen.’

 

‘Dat was echt spectaculair, die vlammen. Het was de eerste keer dat ik zo dicht bij een uitslaande brand stond. Dat is iets heel anders dan wanneer je het in een film ziet, dat kan ik je verzekeren.’ Mark keek even opzij. ‘Maar goed, genoeg over mij. Hoe gaat het tot nu toe met jou bij Geïnformeerd?’

Marie keek weifelend. Ze vond het super en eng tegelijkertijd. Ze vertelde hoe “de meiden” haar goed begeleidden. Tot nu toe hadden ze haar stukken laten nalezen, bijschriften bij een foto laten bedenken, kleine artikeltjes laten schrijven of telefonische interviews laten verzorgen die context schetsten bij een hoofdartikel. Maar het was de eerste keer dat ze de kans kreeg het hoofdartikel zélf te schrijven. En dat eigenlijk vooral omdat Greetje ziek was. Ze had gehoopt dat ze sneller zulke artikelen zou mogen schrijven.

Mark grinnikte. Lucia hield haar team strak in de hand. Als ze dacht dat je nog niet klaar was voor het niveau dat ze in Geïnformeerd verwachtte, dan moest je wachten, ongeacht hoelang je al bij de krant werkte. ‘Weet je al hoe je het wil aanpakken zo dadelijk bij de betoging?’

De rest van de rit praatten ze over de strategie die Marie in gedachten had. Mark was het grotendeels met haar eens, maar had wel nog enkele tips.

 

*****

 

Na de betoging, toen ze weer in de auto zaten, masseerde Marie eerst haar verkleumde vingers en schraapte toen haar keel. Ze was een beetje hees van het vele praten.

‘Was het wat je ervan had verwacht?

Marie dacht even na over de vraag. ‘Ja en nee. Ik denk dat ik redelijk goed aanvoelde waar de actie gebeurde en dat ik aandachtig genoeg luisterde naar de mensen die ik interviewde. Maar ik moet nog beter leren aanvoelen wie er iets interessants te vertellen heeft. Bovendien mogen mijn vragen scherper zijn en ik zou korter op de bal moeten leren spelen vind ik.’

Mark lachte. ‘Ben je altijd zo kritisch voor jezelf? Voor een eerste keer vond ik dat je het heel goed deed!’

Marie schudde haar hoofd en glimlachte. ‘Je begrijpt het niet. Dit was al mijn droom toen ik een klein meisje van vijf was. Ik wil mezelf scherp houden en continu verbeteren.’

Mark keek opzij. ‘Je wil toch geen tweede Lucia worden, hoop ik?’ zei hij, terwijl hij met zijn ogen rolde.

Marie haalde haar schouders op. ‘Misschien geen Lucia, maar ik zou wel graag ooit haar niveau bereiken en zelf aan het hoofd van een krant komen. Als ik heel hard werk, hoop ik dat ik op een dag mijn eigen krant kan leiden.’

Mark fronste. ‘Wees niet té hard voor jezelf, Marie. Er is heel veel competitie in deze wereld. Je kan wel je best doen, maar er zijn bijzonder weinig vacatures voor dat soort posities. Je droom blijft misschien wel niet meer dan een droom.’

Marie schudde koppig haar hoofd. ‘Dat weiger ik voorlopig te geloven. Mijn ouders hebben me altijd geleerd dat ik met keihard werken alles kan worden wat ik wil. Dus dat zal ik ook proberen!’

 

‘Kunt u nog eens uitleggen waarom u die zogenaamde black-out dan wel kreeg?’ De advocaat tekent haakjes in de lucht bij het woord. Zijn stem druipt van het sarcasme en het ongeloof.

Marie slikt krampachtig. ‘Dat weet ik zelf ook niet goed. Ik had de hele week aan een deadline gewerkt en weinig geslapen. En die middag was ik niet aan lunchen toegekomen. Misschien dat die cocktail daardoor …’

‘Daarvan kunt u dronken worden, mevrouw. Inderdaad. Maar meer dan dat ook niet, lijkt me. En u hebt nog nooit eerder een black-out gehad zegt u? Komt dat even goed uit. U duwt iemand van de trap, maar u herinnert er zich helemaal niets van … Edelachtbare, dames en heren van de jury, de verdachte heeft geen black-out gehad. Drie collega’s van mevrouw Rogiers hebben bevestigd dat zij Lucia met haar volle bewustzijn van de trap heeft geduwd. Deze collega’s geven aan een goede relatie met de verdachte te hebben gehad. Ondanks hun vriendschap met haar, gaven ze toe dat ze zich vaak oncomfortabel voelden bij sommige uitspraken van mevrouw Rogiers. Zij zou meermaals hebben gezegd dat ze alles maar dan ook álles over had voor een baan als die van mevrouw De Graeve. De verdachte beschikt over een harteloos en extreem ambitieus karakter. Hoewel haar promotie was beloofd, was dit niet genoeg voor haar. Ze moest en zou de baan van mevrouw De Graeve hebben. Toen de gelegenheid zich voordeed, zag ze haar kans schoon. Ze rekende hierbij op de discretie van haar vriendinnen. Deze dames lieten gelukkig hun geweten en hun burgerplicht zwaarder wegen dan hun loyaliteit aan hun vriendin en collega.’

 

Marie glimlachte en zette in gedachten een streepje. Het was de derde keer deze maand dat haar werk een minuscuul glimlachje van Lucia opleverde. Drie in een maand, dat was een nieuw record. Sinds die eerste keer dat ze voor Greetje had mogen invallen, waren er nog een paar invalbeurten gevolgd. Na haar stage had Lucia haar voorgesteld te blijven bij Geïnformeerd. Vanaf dat moment kreeg Marie ook artikelen toegewezen zonder dat iemand ziek was. Ze werkte keihard en kreeg nog zelden een afkeurende blik. Meestal was Lucia’s blik neutraal en af en toe zat er dus een minuscuul glimlachje tussen.

Marie schrok op van de roffel op haar bureau. Ze trok een van haar oortjes uit en keek Marloes vragend aan.

‘We gaan pizza eten. Ga je mee?’

Marie aarzelde even, maar schudde toen resoluut haar hoofd. ‘Geen tijd, sorry, dit artikel moet af voor de vergadering straks.’

‘Dat is de derde keer deze week dat je de lunch overslaat, Marie! En het is niet alsof je het nodig hebt met jouw figuur.’ Marloes keek verlangend naar Maries tengere postuur, terwijl ze op haar eigen, zo verfoeide rondingen wees.

Toen de meiden met een vrolijke zwaai waren vertrokken en het weer stil werd, trok Marie haar lade open en haalde er een doosje uit. Nog even en dan moest ze echt stoppen met deze medicatie. De dokter had haar gezegd dat het tot daar was om even iets kalmerends te nemen als de stress op het werk te hoog werd, maar dat ze vooral iets moest doen aan die stress zelf. Ook over haar gebrek aan slaap had hij een preek gehouden. Marie wreef over haar pijnlijke nek en vermande zich toen. Vastberaden boog ze zich weer over haar toetsenbord.

 

*****

 

Marie fronste toen ze uit de lift stapte. Lize had een geërgerd gezicht getrokken toen Marie haar voorstel om iets te gaan drinken afsloeg. Marie wist ook wel dat het de vijfde keer achter elkaar was dat ze verstek liet gaan, maar ze had beloofd om mee te gaan zodra haar reeks rond knelpuntberoepen af was. Greetje had wat spijtig geglimlacht toen Lucia dat project vorige week aan Marie toekende. Toen Marie haar die avond belde en zich verontschuldigde omdat ze Greetjes favoriete onderwerp over zou nemen, had Greetje haar echter gerustgesteld en gezegd dat het haar schuld niet was.

 

*****

 

Worstelend met haar paraplu en de ruiker bloemen, probeerde Marie vergeefs de liftknop in te drukken. Opgelucht keek ze op toen een reddende hand de lift nog net kon openhouden. Lize keek naar de bloemen en trok vragend haar wenkbrauwen op.

‘Die zijn voor Marloes. Ze was gisteren jarig,’ legde Marie uit.

‘O, lief van je. Fuchsia, dat zal ze leuk vinden. Ze klaagde gisteren dat iedereen altijd zulke fantasieloze bloemen cadeau geeft. Maar met een witte orchidee zit je altijd goed, vind je niet? In haar woonkamer staat wit trouwens het mooist bij die plaid en dat leeslampje dat we voor haar hebben gekocht.’ Ze zweeg toen ze Maries verwarde gezicht zag.

‘Zijn jullie gisteren bij Marloes geweest?’ vroeg Marie enigszins gekwetst.

Lize knipperde even met haar ogen. ‘Marloes had toch een uitnodiging gestuurd voor een verjaardagsetentje bij haar thuis? Ze zei dat jij niet had gereageerd. We gingen ervan uit dat je niet kon …’

Toen ze aan haar bureau zat, keek Marie nog eens in haar inbox. Zoals ze al dacht, zat daar geen mail in van Marloes. Ook niet tussen de ongewenste e-mails. Zuchtend voegde ze “probleem melden bij IT-afdeling” toe aan haar overvolle takenlijst.

 

Nerveus probeert Marie te slikken. Haar keel protesteert, maar ze durft niet om een tweede glas water te vragen. De jury is al anderhalf uur aan het beraadslagen. Haar hoofd tolt van de vele getuigenissen die ze vandaag heeft gehoord. De advocaat die haar grilde, de meiden die met zichtbare tegenzin vertelden over die avond …

 

Ze kon het nog altijd niet geloven. Lucia had haar er op haar gebruikelijke manier mee overvallen. Nu Joris weg was naar de concurrentie hadden ze iemand nodig om Binnenlandse Zaken te leiden binnen Geïnformeerd. Ze kon haar spullen verhuizen naar zijn kantoor en vanaf woensdag zou ze het team Binnenland leiden. Toen wierp Lucia haar voor het eerst een echte glimlach toe. ‘Goed gedaan, meid. Ik wist wel dat je het in je had. En nu wegwezen, ik heb nog tonnen werk.’

 

*****

 

Marie stopte de laatste uitnodiging in het postvakje en haastte zich naar het overleg van de vakbonden. Toen ze terugkwam, kruiste ze Greetje en Marloes in de gang. Greetje stak haar handgeschepte uitnodiging in de lucht en bedankte Marie. Die glimlachte en bleef bij hen staan. Op Marloes’ vraag waar Het Grijze Paard was, legde ze uit dat het naast de Bierkelder lag, op het Rieleplein. Ze was blij dat ze eindelijk nog eens met de meiden zou kunnen afspreken. Het was de laatste tijd nog hectischer geweest dan anders en het leek wel eeuwen geleden dat ze samen hadden gebabbeld over iets anders dan werk. Ze nam zich voor om voortaan te proberen vaker tijd te maken voor haar vriendinnen.

 

*****

 

Vrijdag om iets voor vijven verscheen Greetje in haar deuropening. ‘Komaan Marie, afsluiten die computer. Je wil toch niet te laat komen op je eigen feestje?’ Lachend sloot Marie haar computer af. Gearmd met de meiden wandelde ze naar Het Grijze Paard, terwijl ze luisterde naar hun verhalen.

In het café was het behaaglijk warm. Marie keek blij de kring rond en voelde zich dankbaar en tevreden. Genietend nipte ze van haar cocktail en ze luisterde ontspannen naar de gesprekken om zich heen. Ze probeerde niet te snel te drinken, want ze besefte plots dat ze die middag weer vergeten was te lunchen. Ze was moe na een hele week hard werken. Nieuwsgierig probeerde ze een discussie tussen Klaas en Greetje te volgen, maar dat kostte haar almaar meer moeite. Ze voelde zich duizelig en misselijk.

 

Marie pijnigt haar hersenen en probeert zich voor de zoveelste keer de rest te herinneren. Maar hoe hard ze ook probeert, het laatste wat ze zich voor de geest kan halen, is het gesprek tussen Klaas en Greetje dat ze probeerde te volgen. Ze haalt gefrustreerd haar schouders op. Het is toch te laat. Ze heeft haar kans gehad om haar laatste woorden te spreken. Nu is het afwachten tot de jury heeft beslist. Nog steeds probeert ze zich te herinneren wat er verder is gebeurd die avond. Het is toch te gek dat ze niets meer weet! Ze begrijpt er nog altijd helemaal niets van. Akkoord, ze is tenger en ze dronk op een lege maag, maar zoveel had ze toch niet gedronken? Onrustig schuift ze heen en weer op haar stoel. Ze heeft het gevoel dat ze geen goede indruk heeft achtergelaten in de rechtszaal. Maar ze kon toch niet meer vertellen dan ze zich herinnerde? In een poging haar gedachten tot rust te brengen, wrijft ze met haar handen aandachtig over de ruwe voegen van de stenen muur naast haar. Heen en weer, heen en weer, heen en weer…

 

Als de jury weer is binnengekomen, lijkt het of de tijd plots naar een hogere versnelling schakelt. Schuldig hoort ze en kille, berekenende leugenaar die in haar ambitie de vrouw uit de weg ruimde die haar stimuleerde en kansen gaf en onvoldoende gronden om de theorie van een black-out te geloven en levenslang. Het woord blijft nagalmen in haar hoofd. Levenslang, levenslang, levenslang. Ze zal nooit met de baby van haar zus gaan winkelen, haar nooit te logeren kunnen vragen …

 

‘Komaan Marie, afsluiten die computer. Je wil toch niet te laat komen op je eigen feestje?’ Lachend sloot Marie haar computer af. Gearmd met de meiden wandelde ze naar Het Grijze Paard, terwijl ze luisterde naar hun verhalen.

In het café was het warm. Goed zo, dat zou Marie alleen maar sneller moe en verward maken. Sinds Marloes een keer had gezien dat Marie medicatie nam, hadden de meiden wat onderzoek gedaan. Als je die angstmedicatie van Marie in een hoge dosis innam, dan werd je verward, maar ook agressie was een mogelijkheid. Het was niet zo heel moeilijk geweest voor Lize om een doosje weg te nemen uit haar moeders apotheek. De vermalen pillen zaten nu in haar zak. Goed dat Greetje Marie had opgehaald trouwens. Echt iets voor die uitsloofster om bijna te laat te komen op haar eigen feestje. Lize knarsetandde. Ze zag dat Marloes zich naast Marie installeerde en glimlachte tevreden. Terwijl ze met het dienblad manoeuvreerde, deed ze of ze het even moest neerzetten op een lege tafel. Snel mikte ze het poeder in Maries cocktail en roerde met het rietje.

Marloes stootte Marie aan. ‘Ik hoop zo dat het allemaal goed komt, Marie. Ik dacht laatst nog dat het niet zo slim was van je om je medicatie te laten rondslingeren op je bureau.’ Toen Marie haar verward aankeek, stak Marloes van wal met het verhaal dat ze hadden ingestudeerd. Dat het toch echt niet meer van deze tijd was dat Lucia zo dacht over antidepressiva en kalmeermiddelen. Maar dat die de vorige dag in de kantine haar bedenkingen had geuit over Maries capaciteiten. Dat ze niet met een gek wilde samenwerken. Dat ze teleurgesteld was in Marie.

‘We hebben jou zo goed mogelijk verdedigd, Marie,’ nam Lize over. ‘Toch bleef ze maar zeggen dat ze echt wel ernstig overwoog om die promotie in te trekken.’

Greetje die net terugkwam van de bar met een tweede rondje, gaf Marie een nieuwe cocktail aan en zei opgewonden: ‘Volgens Klaas heeft Lucia jouw naam verwijderd van je artikelenreeks rond mobiliteit. Ze zei dat ze die reeks liever niet verbonden ziet aan een emotioneel labiel persoon. Haar naam staat er nu onder.’

Marie keek verontwaardigd en boos, maar ook heel moe. Lize hoopte maar dat ze erin slaagde om wakker te blijven. Terwijl ze Marie hoorde jammeren hoe keihard ze daarvoor had gewerkt en dat ze die promotie wél had verdiend, zag Lize tevreden hoe Greetje voorzichtig Lucia’s jasje van de leuning veegde, haar voet erop zette en het opzijschoof tot vlak naast Maries voeten. Toen Lucia even later huiverde en achter zich naar haar jasje tastte, bleef een scherpe uithaal aan het adres van Marie dan ook niet lang uit. Nadat ze even naast Bram had gezeten en diens gezeur had aangehoord, ging Lize weer naast Marie zitten en fluisterde dat Bram van HR haar net had verteld dat Lucia de vacature had opengesteld voor meerdere kandidaten. Bovendien had ze Frank aangeraden om te solliciteren. Lize zag tot haar voldoening dat Maries ogen vuurspuwden.

De meiden, Lucia en Marie waren de laatsten om te vertrekken. Toen ze opstond, wankelde Marie en botste tegen Lucia die boos tegen haar uitviel. Terwijl ze naar buiten gingen, zei Lucia geërgerd dat Marie wel een gedrogeerde leek met dat gewankel van haar.

Er knapte iets bij de opgehitste Marie en boos gaf ze Lucia een duw. Die struikelde en viel achterwaarts over de reling van de Bierkelder, helemaal de keldertrap af om daar neer te komen met een misselijkmakend geluid dat geen ruimte voor twijfel liet. Maries blik draaide weg en ze viel flauw.

‘O nee, mooi niet, juffertje!’ snauwde Marloes en ze tikte tegen Maries wangen tot ze wakker werd en sleurde haar toen overeind. Marie knipperde verdwaasd met haar ogen en glimlachte dankbaar toen Lize haar fatsoeneerde.

Ondertussen ging Greetje iets verderop staan, ademde diep in en belde de politie. ‘Help, mijn collega heeft zojuist mijn bazin gedood! Komt u snel, alstublieft!’ en met een snik gaf ze het adres.

 

Marie wordt naar buiten geleid. Haar vingertoppen zijn rood van het wrijven over de voegen, haar handen zijn geboeid. Verward en smekend kijkt ze een laatste keer om naar de meiden.

Tevreden kijkt het drietal elkaar aan. Het is allemaal veel beter verlopen dan gehoopt. Mooi niet dat die uitsloofster als laatst gerekruteerde collega al na drie jaar zou worden gepromoveerd, terwijl zij drieën al zes jaar bij Geïnformeerd werkten en daar naar Lucia’s pijpen dansten. Hun plannetje had er niet voor gezorgd dat Marie zichzelf belachelijk maakte en werd ontslagen. Nee, die uitsloofster zat nu zelfs vast en van Lucia waren ze ook mooi af.

Marloes grinnikt vrolijk. ‘Als dat niet voor de volle honderd procent is geslaagd …’