dinsdag 21 december 2021

 Ik las net 

'Zelfzorg tijdens de feestdagen' met onderstaande tekst op Femma.be en bedacht me:

Oeps, schuldig op heel veel fronten... Nu begrijp ik waarom het huilen me soms nader stond dan het lachen de afgelopen weken. Het voelt inderdaad soms meer alsof je een marathon loopt richting die kerstboom, zodat je uitgeput en afgemat aan de finish arriveert. En als ik erover nadenk is dat afgemat beeld ver verwijderd van dat droombeeld van de vrouw in cocktailjurk die alle (kerst)ballen perfect in de lucht houdt... Dankjewel om me met jullie tekst nog eens te herinneren aan een aantal dingen die ik eigenlijk wel weet, maar die ik blijkbaar toch weer even vergeten was...


Zelfzorg tijdens de feestdagen

De eindejaarsfeesten en de kerstvakantie zijn een periode van gezellig samenzijn. Toch ervaren heel wat vrouwen stress door de vele verplichtingen die de laatste dagen van het jaar met zich meebrengen. Met deze tips houd je het ook voor jezelf aangenaam tijdens de meest magische tijd van het jaar. 

Laat perfectionisme varen  

Mooie kerstkaartjes, originele cadeautjes, een prachtig feestdiner, een schitterende feesttafel en een extravagante cocktailjurk. Allemaal zijn het ongeschreven regels die bij de eindejaarsfeesten horen. De kerstvakantie staat bol van sociale verplichtingen. Reken daarbij nog eens dat eventuele kinderen twee weken thuis zijn, en je begrijpt al snel waarom vrouwen de kerstvakantie vaak als een stresserende periode ervaren. Het is onmogelijk om op alle fronten te scoren. Laat dus je perfectionisme varen en kies waarop je je wil focussen. Laat je daarbij leiden door wat jij nu eigenlijk fijn vindt. Kook je graag, maar vind je het allesbehalve leuk om aan de kassa te gaan aanschuiven voor een leuk cadeautje? Opteer dan voor een online cadeaubon, of kies voor een cadeauvrije eindejaarsperiode deze keer.  

Wil je graag meer tips om je perfectionisme de kop in te drukken? Dan is ‘De moed van imperfectie’ van Brené Brown het geknipte boek voor jou. Je vindt het bij Standaard Boekhandel en op bol.com.

Als het geen ja is, dan is het een nee  

Tijdens de kerstvakantie wordt je agenda vaak gehypothekeerd door afspraken en feestjes. Besef dat je niet op elke uitnodiging ‘ja’ moet zeggen. Wanneer je twijfelt over of je al dan niet ergens naartoe zou gaan, weet je vaak al bij jezelf dat je eigenlijk liever nee zou zeggen. Doe dat dan ook. Want als je antwoord geen volmondige ja is, dan is het eigenlijk een nee.  

Neem tijd voor jezelf 

Makkelijker gezegd dan gedaan. Toch is het belangrijk om in de drukke kerstvakantie een prioriteit te maken van eigen tijd. Sta desnoods ’s ochtends een kwartiertje vroeger op om lang in bad te weken, of vraag je partner dat die even de kinderen opvangt, zodat jij ongestoord even kan gaan wandelen. Die momenten maken een immens verschil en zorgen ervoor dat je niet overprikkeld raakt. Zo verlopen de eindejaarsdagen zowel voor jou als voor je omgeving veel fijner. 

Maak van slaap een prioriteit  

‘Ik ga naar huis, want ik wil gaan slapen’, is misschien niet de meest sexy uitspraak. Toch is het belangrijk om tijdens de donkere winterdagen voldoende aandacht te besteden aan een goede nachtrust. Zorg voor minstens acht uur slaap per nacht. Als je daarvoor vroeger naar huis moet, zeg dat dan ook eerlijk tegen je vrienden en familie. Ontvang je thuis gasten, en moet je de dag nadien vroeg opstaan, maak dan duidelijke afspraken met je gasten en zeg hen op voorhand dat je graag op een bepaald tijdstip wil afronden. Dat zullen ze zeker begrijpen. 

Houd een dagboek bij  

Houd een dagboek bij tijdens deze drukke dagen. Schrijf daarin welke personen of dingen je energie hebben gegeven, en welke je energie hebben gekost. Noteer dagelijks, en maak aan het einde van de kerstvakantie een balans op. Maak twee kolommen. Eentje voor personen en dingen die jou energie hebben gegeven, en een tweede voor personen en zaken die jou energie hebben gekost. Herevalueer aan de hand daarvan relaties. Moet je echt afspreken met die ‘vriendin’ die eigenlijk niet prettig in de omgang is? Krijg je niet meer energie van een boek lezen? Neem ook je kerstroutines onder de loep. Vind je het eigenlijk wel leuk om dagen in de potten te roeren voor een perfect kerstdiner? Nee? Pak het dan anders aan, en communiceer dat naar je omgeving. De eindejaarsfeesten moeten ook voor jou een cadeau blijven.  



donderdag 2 december 2021

 




Sweethearts: Verliefd op de bevrijder

Dirk Musschoot

 

Op dinsdag 30 november ging ik naar de lezing van Dirk Musschoot over de jonge vrouwen die na de bevrijding verliefd werden op een Tommy. In mijn leesclub hadden we een paar weken eerder als smaakmaker al een hoofdstuk uit het gelijknamige boek gelezen en dat verhaal was bij mij blijven hangen. Ook de poster van de jonge vrouw en de Britse soldaat maakte me nieuwsgierig. Wat ‘bezielde’ jonge vrouwen in de tijd voor skype, zoom en appjes om have en goed achter te laten en de liefde te volgen naar een ander land, terwijl velen nog nooit ver van hun kerktoren geweest waren?

Musschoot, eindredacteur bij De Gentenaar en afkomstig uit Gent, schrijft boeken voor volwassenen en kinderen. Hij is de auteur van oa ‘Toen geluk nog heel gewoon was’ en schreef bij de verhuizing van de Gentse bib ‘Van Ottogracht tot Krook’ over de geschiedenis van de bib.

Musschoot kan zijn publiek boeien en zorgt geregeld voor een lach in de zaal als hij vertelt. Ook zijn boeken lezen vlot. Deze liefdesverhalen over Brits-Belgische bevrijdingskoppels zijn ontstaan uit zijn liefde voor Groot-Brittannië. De aanzet voor dit boek werd reeds gegeven in 1998. Musschoot bezocht toen het Noord-Engelse Morpeth waar hij in een antiquariaat ontdekte dat de eigenaar een Vlaams moeder had die de liefde gevolgd was naar Noord-Engeland na de Tweede Wereldoorlog.

De verhalen worden telkens verteld vanuit het oogpunt van de Vlaamse meisjes. Door het gemiddelde leeftijdsverschil van 7 jaar zijn het tijdens Musschoots zoektocht vaak weduwes die hij aantreft.

De verhalen kennen elk hun eigen bijzonderheden, waarbij sommige zaken steeds terugkomen en andere eigen zijn aan een specifiek verhaal. Musschoot geniet duidelijk als hij hierover vertelt. Hij geniet nog na en herinnert zich welke dames hem in plat Gents welkom heetten, in Vlaams uit Deinze, Grimbergen of de Vlaamse Ardennen, maar dan wel Vlaams dat vijftig jaar stilgestaan heeft, of juist in het Engels. Engels omdat 75 jaar na dato het Vlaams in die mate roestig is dat de vrouw voor een journalist liever Engels praat dan Vlaams.

Vaak wordt een dorp snel bevrijd in 1944 en trekken de Tommies dan weer door naar de volgende bestemming. Maar als ze een jaar later in Duitsland gestationeerd zijn en verlof hebben, trekken ze weer naar het Vlaamse platteland, terug naar de plaatselijke schones die ze daar in ’44 ontmoet hebben. Menig Vlaams meisje maakt zoveel indruk op een Britse soldaat dat verscheidenen onder hen vele malen vanuit Duitsland heksentoeren uithalen om op een weekend over en weer te geraken naar Vlaamse dorpjes. Ouders zijn vaak oorspronkelijk gecharmeerd, tot de relatie serieus wordt en hun dochter overweegt om bij het afzwaaien van de soldaat haar geliefde te volgen naar Groot-Brittannië. Dochters vertrekken alleen of met slechts een van beide ouders wegens geldgebrek, en komen veelal alleen terug op jaarlijks verlof omdat de reis te duur is om met het gezin naar België af te zakken.

Sommige verhalen kennen geen happy end. Er zijn ouders die nooit helemaal vrede kennen met de anglicaanse trouw van hun dochter, moeders die eenzaam achterblijven omdat alle drie hun dochters met een Tommy trouwen en naar verre oorden vertrekken. Maar ook vrouwen die zeer jong weduwe worden en dan maar met hun gezin terugkeren naar België, omdat er hen niets meer bindt daar. Of meisjes die zwanger, maar zonder Tommy eindigen, omdat de soldaat minder trouw blijkt dan gedacht.

Via deze persoonlijke verhalen leren we ook weinig belichte stukjes kennen uit de geschiedenis. Zo zijn vele van deze sweethearts afkomstig uit het Gentse omwille van het militair vliegveld dat toen in Sint-Denijs-Westrem gelegen was, zodat Britse militairen in hun vrije tijd in de Gentse omgeving rondhingen.

Een heel interessant gegeven vond ik de Vlaamse krantenknipsels uit die periode waarin integrale preken afgedrukt staan die klagen over de losse zeden van de jeugd of waarin oproepen verschijnen die bij de meisjes pleiten om ook de Vlaamse jongens een oog waardig te keuren. In Engelse berichtgeving wordt dan weer gewaarschuwd voor de soa’s die ontstaan door dit al te enthousiaste vieren dat de oorlog ten einde is. Er komen zelfs ontspanningscentra in verschillende Belgische hotels, speciaal ingericht door Groot-Brittannië om hun soldaten tijdens het verlof gecontroleerde ontspanning te bieden zonder te veel plaatselijke verlokkingen.

Kortom, zowel deze lezing, als dit boek, bevatten aan de hand van deze veelheid aan liefdesverhalen, vertedering en humor, maar ook een waardevol document over een deel van de geschiedenis. Dit met vele getuigenissen van mensen die de oorlog meemaakten, en daarna een heel specifiek nieuw avontuur tegemoet gingen.





 

woensdag 24 november 2021

'Lang zullen we lezen' wedstrijd: vroegen om je mooiste openingszin, dus ik dacht: ik begin romantisch en vol alliteraties en maak er dan een griezelige zin van die nieuwsgierig maakt. Duimen maar … 4/11/21 



Lenig liep ze op haar lange luipaardbenen de lome lentemiddag in, ondertussen haar zakmes afvegend aan haar jeans, zonder acht te slaan op de bloedvlekken die er nooit meer uit zouden gaan.

 


 

Ooit schreef ik voor een 1 zin wedstrijd van Standaard Boekhandel iets als:


Genoeg, dacht ze geërgerd en resoluut trok ze de stop eruit en gooide haar verwende kind met het badwater weg.


Ik vind het nog altijd een goed idee, maar blijkbaar niet echt iets wat ze op hun bladwijzers wilden afdrukken 😉

woensdag 27 oktober 2021

 Podcasts beluisteren tijdens het wandelen, koken, ...is zalig. Je vindt ze over allerlei onderwerpen, oa ook over boeken, lezen of voorlezen. Lees mijn tips hieronder of op #gentleest


De vele manieren van lezen: podcasts met boekentips of voorleespodcasts

26 oktober 2021

Podcasts zijn razend populair. Redacteur Sofie De Braekeleer ging grasduinen in de uitgebreide collectie podcasts over boeken en lezen die prikkelen, inspireren of verdiepen.

Je kan een boek lezen, en daarvan staan er vele voorbeelden op de website van Gent Leest. Je kan voorgelezen worden (als kind, als volwassene, in een leesclub bvb zoals ik eerder vertelde op In de kijker: Een leesclub als geen ander), je kan een boek lezen door het luisterboek in huis te halen (waarvan ik verschillende boekverslagen plaatste in de Leestips op de website). En er zijn podcasts. Net zoals luisterboeken bieden ze de kans om te luisteren naar interessante dingen en zo de afwastijd, strijktijd of kooktijd sneller voorbij te doen vliegen.

Er bestaan verschillende podcasts over boeken of over lezen.
In bijvoorbeeld Uitgelezen VerhalenZandman en Het beste van Biesheuvel worden verhalen voorgelezen. In Parel Radio komen onder andere hoorspelen gebaseerd op boeken voor. De Hormoonfabriek is een fantastische tip (zie het artikel daarover op In de Kijker). Er zijn podcasts waar over boeken gepraat wordt en waar je dus leestips uit kan halen, zoals Boeken FM of Bende van het Boek. Populair zijn de Klara podcasts over historische boeken waarin de schrijver zelf in vele afleveringen vertelt en voorleest uit zijn boek: Leopold IIHet hart van NapoleonDe ZonnekoningWildevrouwDe Bourgondiërs). We vergeten zeker niet de podcasts voor kinderen: Boeken voor kinderen (waarin voorgelezen wordt) , Podkin Eenoor (waarin voorgelezen wordt uit boek 1 van mijn zoontjes favoriete Trilogie: helaas enkel het begin als aansporing om het boek in huis te halen) en natuurlijk is er een groot aanbod in het Engels: Studio Long Reads, Levar Burton Reads, The New Yorker: The Writer’s voice, The New Yorker Fiction, Storybound, …

Het aanbod aan podcasts over boeken groeit nog voortdurend, dus ontdekken maar!

 Voor wie graag naar iets leuks luistert tijdens het strijken, koken, afwassen... Hieronder mijn tip en recensie, of ook op #gentleest


De hormoonfabriek: boek wordt hoorspel in een podcast

26 oktober 2021

Je kan een boek lezen of beluisteren als luisterboek. Maar je kan soms ook genieten van een boek in zijn gedramatiseerde versie, uitgewerkt en prachtig gespeeld als een hoorspel. Voor redacteur Sofie De Braekeleer werd het genieten.

Een hoorspel? Is dat niet iets uit de tijd van onze grootouders? Ik hoor het je zo denken. Maar om oude technologie met nieuwe technologie te verbinden: het boek waarover ik je ga vertellen heb ik beluisterd via mijn smartphone als podcast. Tijdens het appelmoes maken en tijdens het wegwerken van bergen strijk. Het boek De hormoonfabriek van Saskia Goldschmidt is het gefictionaliseerde verhaal van een waargebeurd schandaal in de farma-industrie. Het is het verhaal van Organon, het bedrijf dat de pil op de markt bracht en daarmee een grote verandering teweegbracht.

Het verhaal wordt verteld door een oude man op zijn sterfbed die zijn herinneringen deelt met zijn verpleegster. Hij heeft geflirt, bedrogen, liefgehad en gefraudeerd. Hij kende geen schaamte en leefde voluit waarbij hij zijn bedrijf met veel energie leidde. Daarbij ging hij vaak in discussie met de topwetenschapper die hij aangenomen had om zijn vleesfabriek om te toveren tot een vooraanstaande farmaceutische voorloper. Er zijn de tegenstellingen tussen de frauduleuze en de rustige broer, tussen handel en wetenschap, de belevenissen tijdens de oorlog, de joodse identiteit van de familie, de problemen met de kerk als het bedrijf anticonceptie begint te produceren. Het is een spannend verhaal rond goed en kwaad en hoe makkelijk die grens soms vertroebelt en opschuift.

In de Parel Radio – podcast kan je het boek dus ‘beleven’ als hoorspel in 25 delen van telkens een half uur. Daarna is er een bonusaflevering waarin de podcasthost spreekt met de makers van De hormoonfabriek: Saskia Goldschmidt, de schrijfster en Peter te Nuyl die de regie deed van het audiodrama. Je leert er van de schrijfster hoe ze het ware verhaal omzette naar een gedramatiseerd boek en hoe dit aangepast werd naar een audiodrama. Hoewel het hoorspel dus meer dan 12 uur beslaat, verveelt het geen moment. Ik kan het alleen maar van harte aanraden. Nooit eerder kwam het voor dat ik het jammer vond als de strijk klaar was en ik dus op de pauzeknop moest duwen!


maandag 25 oktober 2021

Inzending Kortverhalenwedstrijd stad Deinze 2021. Onder het verhaal een verzoek om feedback, te lezen NA het verhaal.


Schoonmamalief

 

Hij keek tevreden naar de kast. Het was inderdaad een goed idee geweest om een donkerder kleur te kiezen. Het resultaat mocht er zijn. Nu enkel nog… Gerard keek op toen hij de telefoon hoorde. Misschien kon Els… Toen herinnerde hij zich dat Els nog niet thuis was. Zuchtend veegde hij snel zijn handen af aan een vod en haastte zich naar binnen. Hij was nog nét op tijd en beklaagde zich dat bitter toen hij een seconde later de snerpende stem van zijn schoonmoeder hoorde.

  ‘Dat werd ook tijd. Jij denkt zeker dat ik niets anders te doen heb dan wachten tot jij opneemt? Als jij niet zo’n nietsnut was en een betere job zou hebben, zou Els tenminste niet moeten werken en zou ik het niet moeten stellen met jou aan de telefoon. Enfin, moet je horen…’ en naadloos ging haar monoloog over in een lofzang op Jacques, de geliefde zoon van haar beste vriendin Annette. Jacques, die een bloeiende advocatenpraktijk had, rondreed in een BMW en wiens vrouw aan liefdadigheid deed, als ze tenminste niet op Saint-Tropez zat of net een manicure had gehad. 

  Gerard stond zich te verbijten. Vol spijt dacht hij aan de kast die hij voor het eten nog snel een laatste laklaag had willen geven. Afwezig bekeek hij de post. Af en toe drong de stem van zijn schoonmoeder door tot zijn bewustzijn. God, wat had hij toch een hekel aan die heks. Hij kon haar soms wel wurgen. Terwijl ze eindeloos doorging, stond hij zichzelf de verleidelijke fantasie toe van zijn handen om die frêle nek. Het gaf hem zo’n goed gevoel dat hij grinnikte.

  ‘Wat is er zo grappig, Gerard?’ klonk haar schrille stem. ‘Het is echt niet evident om een goede kapper te vinden hoor.’

  Hij concentreerde zich weer op zijn fantasie. Stel dat hij het écht zou doen. Niet wurgen natuurlijk, dat liet sporen na. Maar iéts zou toch mogelijk moeten zijn? Natuurlijk, Els zou bedroefd zijn, maar daar kwam ze wel weer overheen. Het woog echt niet op tegen de voordelen. Stel je voor, geen Rita meer die feestjes verziekte met haar nooit aflatende kritiek. Die hen op zondagochtend uit bed belde voor een onbenulligheid, terwijl hij Els net zo ver had dat ze wilde vrijen. Geen kleinerende opmerkingen of bijtende spot. Geen ‘goede bedoelingen’ die hij zo zat was. Altijd bemoeide dat mens zich met hun leven. Alles wist ze beter en met haar zogenaamde goede bedoelingen verziekte ze zijn leven, zijn relatie en zijn humeur.

 

Tijdens het avondeten vroeg Els of de kast af was. Toen hij ontkennend antwoordde, zag hij de teleurstelling op haar gezicht. Aangezien de kast de volgende ochtend geleverd moest worden, trok zijn antwoord automatisch een streep door hun plan om naar de film te gaan. Alweer iets waar dat stomme mens verantwoordelijk voor was. Gerard overliep welke manieren Rita versneld naar het hiernamaals konden helpen. Toen Els hem eraan herinnerde dat hij de taart voor zaterdag nog moest bestellen, zag hij zijn kans. Rita was allergisch voor pinda’s. Als hij nu eens minuscule schilfertjes pinda zou strooien over alle gebakjes? Sporen van noten… het kon tenslotte zomaar gebeuren. De avond zag er plots een stuk vrolijker uit.

 

Zaterdag brak aan onder een stralende zon. Gerard kon zich niet herinneren dat hij ooit eerder uitgekeken had naar de komst van zijn schoonmoeder. Zelfs bij de eerste kennismaking en op hun trouw had ze venijnige opmerkingen gemaakt, gestookt tussen Els en hem en hem belachelijk proberen te maken bij de andere aanwezigen. Nee, het was haat op het eerste gezicht geweest van haar kant. Wat hij haar toch misdaan had, vroeg hij zich al lang niet meer af. Els had met Droomprins in hoogsteigen persoon mogen thuiskomen en het was nog niet voldoende geweest. Rita leefde ervoor om ieders leven tot een hel te maken. Die vrouw was puur venijn. Haar arme man was wellicht zo vroeg gestorven louter door de giftige atmosfeer die ze uitwasemde.

  Els was zoals altijd nerveus net voor haar moeders komst. Als een wervelwind maakte ze het hele huis perfect aan kant. Toch stopte ze even om hem opmerkzaam aan te kijken. Gerard gaf zichzelf voor zijn kop. Hij moest normaal doen, maar hij kon het niet helpen. Nu hij zich voorgenomen had om de wereld van Rita te verlossen,  wou hij het gewoon graag zo snel mogelijk achter de rug hebben.

  Toen Rita zich eindelijk geïnstalleerd had in de tuin, na een kritische blik op de vensters - die bij haar uiteraard met een ander schoonmaakmiddel en dus beter gepoetst waren – keek ze misprijzend om zich heen.

  ‘Je rozen stellen ook niet veel voor dit jaar, Els’, zei ze verwijtend, alsof Els persoonlijk verantwoordelijk was voor de zaagwespenplaag die de rozen getroffen had. Gerard zag zijn vrouw op haar lip bijten en moest zich inhouden om zijn schoonmoeder geen mep te geven. In de plaats daarvan zei hij zacht tegen Els dat ze misschien om de gebakjes kon gaan, dan voorzag hij Rita ondertussen wel van drank. Toen Els terugkwam met de gebakjes die er overheerlijk uitzagen, veerde Rita plots op.

  ‘Voor mij geen gebak,’ zei ze beslist, ‘ik ben op dieet.’ Gerard verslikte zich bijna in zijn koffie. Op dieet? Waarom  besloot dat mens uitgerekend nu voor het eerst in haar leven om op dieet te gaan? Het was niet of haar schriele figuur nog schrieler kon worden. Maar helaas voor Els en hem verblijdde Rita hen de rest van de middag met een eindeloos verhaal over hoe haar vriendin Annette gelezen had dat suiker des duivels was. Gerard zag dat Els met spijt naar de heerlijke gebakjes keek, maar geen tweede durfde te nemen nu haar moeder zo duidelijk had gesteld dat enkel zwakkelingen dat zouden doen. Uitdagend nam hij zelf een tweede gebakje, maar daar had hij al snel spijt van, want haar spot was dusdanig dat het gebak hem niet meer smaakte. Terwijl hij zijn woede en ergernis verbeet, stond hij op om de rest van het gebak op te ruimen. In de keuken knuffelde hij Els snel even. Terwijl hij haar liefkozend een kus in haar nek gaf, fluisterde hij dat ze straks als Rita weg was des te meer gebak over hadden om er een gezellige avond van te maken op de bank.

  ‘Trouwens, ik vind jouw figuur tien keer mooier dan die scherpe vormen waar jouw moeder zo hoog mee oploopt’ mompelde hij in haar oor, terwijl zijn handen even verlangend over haar prachtige heupen en haar ronde achterwerk streken. Toen hij voorstelde om uit protest pizza te bestellen zodra Rita weg was, kwam er eindelijk weer een lach op Els’ gezicht. Gerard kneep nog snel even in haar schouder voor hij zich weer in de arena waagde. Er moest echt iets gebeuren. Hij was niet de enige die onder Rita leed en hij zou niet toestaan dat zijn schoonmoeder zijn vrouw zo bleef ondermijnen.

 

Misschien was het toch maar goed dat Rita niet van de gebakjes gegeten had, bedacht Gerard zich ’s nachts. Hij kon de slaap niet vatten en stond zachtjes op om Els niet wakker te maken. Aan de keukentafel staarde hij peinzend in zijn kop koffie. Het was helemaal niets voor hem om iemand dood te wensen, laat staan om iemand te proberen doden. Ja, Rita was een kreng waarnaast de duivel zelf een teddybeer leek. Maar dan nog kon hij het niet maken om haar te vermoorden. Hij moest zichzelf tenslotte nog kunnen aankijken in de spiegel. Haar een koekje van eigen deeg geven daarentegen zou Els en hem weer wat zuurstof geven om er even tegen te kunnen. Hij zou zijn ogen en oren openhouden en proberen om Rita wat weerwerk te bieden vanaf nu.

 

Toen Els de week erna de telefoon neerlegde en nerveus zei dat haar moeder de nieuwe sjaal van Lanolé eiste voor haar verjaardag, wist Gerard wat hem te doen stond. Hij bood aan om de sjaal de volgende dag te gaan kopen in zijn lunchpauze.

 

De volgende dag ging Gerard niet alleen winkelen in zijn middagpauze, maar nam hij de hele namiddag vrij. Toen hij thuiskwam met de -uiteraard peperdure en gek genoeg ook foeilelijke- sjaal maakte hij met de grootst mogelijke voorzichtigheid de verpakking open. Hij haalde het zijden equivalent van zijn weekloon met de grootste zorg uit het pakje en legde het volledig opengespreid op het droogrek. Toen begon hij enthousiast het gras te maaien. Telkens hij een baan gemaaid had, verzette hij het droogrek, zodat het permanent vlakbij stond. Toen hij klaar was, controleerde hij of er geen grassprieten op de sjaal waren beland. Dat was niet het geval. Enkel onzichtbare pollen dus. Gerard genoot al bij voorbaat. Voor de zekerheid legde hij de sjaal nog even om zijn schouders en maakte een rondje door de tuin. Bij elke boom stond hij stil en schudde hij eens goed aan de takken. Elke boom die mogelijks pollen verspreidde, kon mooi even helpen bij operatie ‘Rita snotter’.

 

De volgende middag legde Gerard de opnieuw zorgvuldig ingepakte sjaal op de hoedenplank en keek bewonderend naar zijn mooie Els die de voordeur sloot. Hij kende haar zo goed dat hij aan haar trillende linkerpink zag dat ze als een berg tegen het chique, maar kille etentje in Restaurant Chez Laurent opzag. Hij glimlachte haar bemoedigend toe toen ze instapte.

  Bij Chez Laurent wilde Rita de sjaal onmiddellijk aan. Ze probeerde even hatelijk te doen als anders, maar werd tijdelijk afgeleid door de jaloerse blikken van Annette. Gerard zag hoe beide vrouwen elkaar de loef hadden proberen afsteken met hun chique mantels en nieuwe schoenen. Met de laatste mode van Lanolé rond haar nek, stond Rita momenteel aan de leiding. Gerard zag tot zijn tevredenheid hoe Rita telkens even aan de sjaal friemelde om Annettes aandacht erop te vestigen. Tijdens het aperitief besloot Rita echter dat het hoog tijd werd voor haar dagelijkse portie venijn en ze bekeek haar dochter kritisch. Gerard zag zijn vrouw letterlijk krimpen. Het eenvoudige, maar sierlijke jurkje dat ze droeg, had haar thuis mooi gestaan, maar met haar afhangende schouders en gespannen gezicht kwam het niet echt meer tot zijn recht. Weerom had Rita een slag gewonnen. Maar nog niet de oorlog, dacht Gerard opstandig. Hij hield Rita nauwlettend in het oog. Ze begon af en toe discreet naar een zakdoekje te grijpen en hij zag hoe ze geërgerd in haar ogen wreef, waardoor die alleen maar roder werden. Hij besloot dat het tijd was voor de volgende stap en wees haar er discreet, maar nét iets te luid op dat ze misschien haar make-up even moest gaan bijwerken, want dat haar neus aan de rode kant was. Haar ogen die normaal vuur spuwden, keken hem enigszins vissig aan en terwijl ze haar sjaal strak om zich heen trok, beende ze naar het toilet. De niesbui die volgde, verpestte haar waardige aftocht enigszins.

  Toen ze eindelijk uit het toilet kwam, zag ze er nog ellendiger uit. Met haar laatste energie probeerde ze de obers ervan langs te geven omdat die het raam open hadden staan en zo een opstoot van haar pollenallergie hadden veroorzaakt. Ze eiste dat Gerard haar naar huis bracht, omdat ze amper nog zag met haar rode, geïrriteerde ogen. Gerard keek snel naar Els en zag dat die vooral opluchting uitstraalde. Ze knikte hem toe en zei dat zij alvast naar huis ging.

 

Toen Gerard terug thuiskwam, liep Els te neuriën. Ze keek hem vrolijk aan toen hij binnenkwam en vroeg met een ondeugend gezicht of hij ook niet vond dat ze dringend een bad nodig hadden? Zodoende zaten ze om 16 u niet aan het dessert in het stijve Chez Laurent, maar wel tot hun nek in de bubbels. Gerard genoot van de lach van zijn vrouw, terwijl hij de laatste stress uit haar schouders masseerde. 1-0 voor het thuisfront. Zelfs Rita’s telefoontje dat na het bad op het antwoordapparaat knipperde, (‘Konden jullie niet eens bellen om te vragen of ik ok ben?’) kon hun goede humeur die avond niet verstoren.

 

De hele week dacht Gerard na over zijn volgende stap. Hij overwoog om zich te verdiepen in de samenstelling van haarverf om Rita met een paarse coupe op te zadelen, maar bedacht dat hij dan meteen boodschappenknecht zou worden tot de kapster de coupe kon herkleuren. Peinzend schaafde hij aan de eettafel die vandaag op zijn programma stond. Hoe kon hij Rita op een redelijk menslievende manier zoveel mogelijk uit hun leven weren?

 

Toen hij die middag met een half oor de lotto-uitslagen beluisterde, schrok hij op. Kon het zijn dat… Haastig overliep hij de nummers nog een keer. Ja, hij had het goed gehoord. Zes juiste! Hoe groot was de kans daarop?! Hij wou Els bellen, maar bedacht zich. Hij nam een blad papier en begon lijstjes te maken en kolommen te vullen met voor- en nadelen, maar eigenlijk wist hij het antwoord al. Na een tijdje hield hij op en knikte in zichzelf. Hij nam het blad papier en scheurde het minutieus in hele kleine stukjes die hij vervolgens buiten in een emmer verbrandde.

 

Toen Els ’s avonds thuiskwam, keek ze blij verrast.

  ‘BBQ? Ik dacht al dat ik een brandlucht rook. Wat een heerlijke verrassing lieverd, maar ik moet moeders strijkgoed nog terugbrengen.’

  ‘Dat heb ik daarstraks al gedaan schat. Ga nu maar zitten, ik heb je al een glaasje wijn uitgeschonken.’

  ‘Heerlijk,’ mompelde Els met gesloten ogen, terwijl ze van haar wijn nipte, ‘wat vieren we?’

Voor Gerard kon antwoorden, ging de telefoon. Els nam op.

  ‘Ja moeder-’

 

  ‘Wat? Echt? Wat ga je-

 

  ‘Oh, ok. Ja… natuurlijk. Je moet doen wat voor jou het beste is. Fijn voor jou. Ik - ’

 

  ‘Ja, natuurlijk, dat begrijp ik. Dag moeder.’

  Nog helemaal verbouwereerd vertelde Els dat haar moeder de lottopot gewonnen had. Ze had besloten onmiddellijk een vlucht naar Monaco te boeken en daar een chique villa te kopen. Ze voelde zich wel schuldig dat ze hen achterliet, maar op haar leeftijd moet je de kansen die je nog krijgt grijpen. De rest kon Gerard wel raden. Het genot Annette de ogen uit te steken en zich eindelijk onder ‘mensen van haar stand’ te kunnen begeven, had ervoor gezorgd dat Rita precies deed wat Gerard verwacht had. Het was een koud kunstje geweest om zijn winnende lot te verwisselen met dat van Rita, dat altijd klaarlag naast de tv, zodat ze na het avondjournaal de uitslag kon controleren. De brochure met ‘riante villa’s voor de meer gegoeden in het exclusieve Monaco’ die hij tussen haar post geschoven had, had de rest gedaan.

  Gerard keek naar zijn vrouw die tijdens haar relaas dapper haar best deed om het weg te stoppen, maar haar enorme blijdschap en opluchting toch niet kon verbergen. Haar hele gezicht lichtte op en ze kon niet ophouden met glimlachen.

 

En Gerard? Hem zagen de buren voortaan veel vaker met een grijns van intense tevredenheid en gelukzaligheid nu Rita hen niet meer het halve weekend lastig viel. De rolluiken werden heel laat opgetrokken ’s ochtends ten huize Maes, croissantjes werden pas tegen de middag opgehaald en Els’ wangen kleurden wel érg vaak roze als Gerard haar een knipoog gaf…



xxxxxxxxxxxxxxxxxxx

 Dit verhaal begon als een poging tot een grappig moordverhaal en werd al schrijvend uiteindelijk iets anders. Ik schreef het voor de Kortverhalenwedstrijd van Deinze. Ik diende het in onder deze titel. Nu vraag ik me af: ik beschouw de titel als een bewuste misleiding. De tekst gaat uiteindelijk over de man en zijn stille heldendaden om zijn gezin veilig te houden. Niemand zal ooit weten wat hij deed om zijn vrouw en zijn relatie te beschermen. Het opgeven van een grote materiële winst zal nooit door iemand geweten zijn. De twist in het verhaal is dat de man een stille held is die iets doet in alle stilte. Zou het volgens jullie beter zijn om de titel te wijzigen in 'Een stille held', zodat de lezer op het einde beseft: aha, daar slaat de titel op? Of beter Schoonmamalief: om de lezer op het verkeerde been te zetten, want die moet dieper kijken. Volgens mijn man is het te subtiel, en is het beter als de titel 'Een stille held' is, zodat je de lezer wijst op die laag eronder. Wat denken jullie?

 

 

maandag 11 oktober 2021

Zaterdag was het weer Het Betere Boek en daarna de Uitreiking van de Bronzen Uil. Ik hoorde veel interessante dingen. Mijn verslag vind je hieronder of op #gentleest


Een greep uit Het Betere Boek 2021 - Zaterdag 9 oktober 2021- Gent

11 oktober 2021

VR installatie Rozsypne – Lisa Weeda
Slam poets Hind Eljadid, Inke Gieghase en Lisette Ma Neza rond Ik denk, dus ik ben
Debat Rachida Lamrabet – Christophe Vekeman
Uitreiking De Bronzen Uil

Zaterdag vond Het Betere Boek plaats op vijf locaties in Gent. Er vond een overvloed aan interessante debatten, gesprekken ed plaats. Zo ging ik in De Krook naar de VR installatie Rozsypne van Lisa Weeda. Met een VR bril en koptelefoon op mocht ik rondlopen op een 16tal m². Ik liep ‘live’ in een prachtig zonnebloemenveld. Boven me een prachtige blauwe hemel. Ik bevond me in het dorpje Rozsypne in Oekraïne. Het was 17 juli 2014. Plots was ik in het kleine, eenvoudige, maar gezellige huisje van een oude vrouw. Ik kon haar spulletjes zien, maar ik hoorde ook haar zorgen. Haar kinderen hadden geen werk meer, er vielen overal kogels, er moest geschuild worden in de kelder. Toen was ik buiten samen met de oude vrouw. We waren in het zonnebloemveld. Maar de zonnebloemen waren verbrand, er lag een in stukken gebroken vliegtuig tussen de zonnebloemen. Er lagen vliegtuigstoelen op de grond, een koffer, een teddybeer. De tekst informeerde me dat alle passagiers van het vliegtuig overleden waren en dat dit kleine dorpje plots niet meer anoniem was in zijn oorlog, maar even wereldnieuws werd door deze vliegramp… Indrukwekkend, door de prachtige kleuren van de zonnebloemen, de oude vrouw met haar kleine huisje en de grote ramp in dat anonieme dorp.

Daarna ging ik naar Liberas, waar de Blauwe zaal voor de gelegenheid omgetoverd was tot het ‘Huis waar alles gezegd kan worden’. Geïnspireerd door Bayt al-Hikma, een beschermde plek voor wetenschappelijk onderzoek, onderwijs en filosofie in het Middeleeuwse Bagdad, bood deze plek een forum voor belangrijke literaire debatten van vandaag de dag: mag een schrijver zich culturele identiteiten toe-eigenen tbv de fictie? Leidt politieke correctheid tot een nieuw verbod op bepaalde boeken? Verhindert cancel culture het debat?

Rashif El Kaoui modereerde er een mooi programma waar we eerst konden genieten van slam poets Inke Gieghase, Lisette Ma Neza en Hind Eljadid. Zij herwerkten de bekende uitspraak van Descartes ‘Ik denk, dus ik ben’ tot een of meerdere gedichten. Hun vertolkingen waren pareltjes. Tussendoor werden zij geïnterviewd over hun inspiratie, over of een wit iemand een zwart iemand kan vertolken, over hoe je zo authentiek mogelijk blijft, over de nood aan een cancel culture.

Na dit poëtische luik gingen Rachida Lamrabet, voormalig juriste bij Unia en regisseuse van de kortfilm ‘Project Deburkanisation’ en Christophe Vekeman, veel gevraagd schrijver, dichter, recensent en columnist in discussie.

Lamrabet begon met het uitleggen wat cancel culture is. Het staat vnl voor bepaalde zaken niet meer mogen zeggen of er volgen repercussies. Het probleem is dat het ook als een soort wapen gebruikt wordt om een noodzakelijke en legitieme discussie de mond te snoeren. Maar hoe bepalen we wat acceptabel is? Voorheen werd dat bepaald door zij die de macht hadden, nu ook door anderen.

Er is een wettelijk kader: er is de anti-discriminatiewet, er is het verbod op het ontkennen van de holocaust. Die wetten beperken de vrije meningsuiting. Er is echter ook een niet in wetten gegoten ‘fatsoen’ en daarvan zijn de grenzen niet voor iedereen gelijk.

Vekeman vult aan. Cancel culture is een nieuw fenomeen dat een paar jaar geleden ontstaan is en dat enigszins doet denken aan Noord-Korea of het voormalige Duitsland. Hij wil dit echter niet overroepen. Het is niet alsof ‘de jaren ’30 terug zijn’, maar het gaat wel over de morele kwaliteit van de maker van een kunstwerk bvb de huidige situatie waarbij de Singel het beeld van Jan Fabre verwijdert, omdat de man in opspraak is voor seksueel wangedrag. Vekeman benadrukt dat hij dit begrijpelijk vindt. Hij contrasteert het echter meteen met het feit dat tegenwoordig ook romans waarbij bvb de ik-figuur (of één van de personages) racistisch is, worden gecanceld. Hier wordt dus de artistieke vrijheid van de kunstenaar aan banden gelegd. Kunst hoort echter niet veilig maar riskant te zijn volgens Vekeman. Een roman moet net schrijnen, schuren en confronteren.

Lamrabet werpt op dat het ook vaak over legitieme bedenkingen en vragen gaat. Het is gezond dat er een dialoog mag zijn, dat er bevraagd mag worden. Vekeman wijst erop dat een polemiek geen nieuw fenomeen is, maar dat de sfeer via internet tegenwoordig heel snel zeer giftig wordt. Beide erkennen dat columnisten tegenwoordig een heel dikke huid moeten hebben. Vekeman betreurt het dat er volgens hem daardoor tegenwoordig richting een éénrichtingsdenken gegaan wordt in columns als hij vergelijkt met vroeger.

De moderator laat de twee veel ruimte om -de naam van het huis waardig- in alle vrijheid te discussiëren hierover. De behoorlijk pittige discussie toont dat het een maatschappelijk relevant onderwerp is.

Moderator El Kaoui vraagt Vekeman en Lamrabet wat voor hen de taak is van literatuur.

Vekeman ziet hier twee functies. Literatuur moet voor hem de lezer een kwade spiegel voorhouden, zodat de lezer zich ongemakkelijk voelt en aan zelfonderzoek doet. Daarenboven heeft literatuur een sociale functie: literatuur moet de lezer tonen dat die meer gemeen heeft met mensen uit een andere cultuur of sociale laag van de bevolking dan hij zelf denkt en zo empathie creëren.

Ook Lamrabet ziet een dubbele functie. Literatuur is een raam waardoor we naar de wereld kijken. Het is ook de plek waar de schrijver de complexiteit van de wereld uit de doeken doet. Want alles is moeilijk, maar boeiend.

De avond eindigde in de Minard Schouwburg waar uit de shortlist van de zes genomineerde Nederlandstalige debuten de Bronzen Uil werd gekozen en uitgereikt. De publieksjury verkoos er De hemel is altijd paars van Sholeh Rezazadeh, de vakjury viel dan weer voor Lijn van wee en wens van Caro Van Thuyne. Zoals aangestipt werd, was het -ondanks het vreemde coronajaar- een bijzonder kwalitatief jaar met een mooi boekenaanbod. Ondergetekende zat trouwens in de publieksjury en vond de zes boeken uit de shortlist zeer de moeite waard.

Sofie De Braekeleer

donderdag 15 juli 2021

 Voor de Boekenkrant schrijfwedstrijd 2021 was het thema 'groen'. Dit was mijn inzending:


De zuivering

 

Kurt propte ongegeneerd smakkend zijn laatste stuk pizza in zijn mond. Het restje van zijn frisdrank ging er prompt achteraan. Hij boerde luid en slenterde naar zijn auto. Onderweg gooide hij het plastic flesje richting een reeds uitpuilende vuilnisbak. Mis. Hij fronste. Het was echt zijn dag niet. Meestal kon hij zonder problemen raak gooien vanop veel grotere afstanden dan deze. Zijn pizza had hem ook al niet zo gesmaakt als anders. Het leek wel of het enige wat hem gesmaakt had de paprika erop was. Hij grinnikte. Het moest echt niet gekker worden. Die groente lag er uiteindelijk alleen maar op voor de versiering. Hij struikelde en vloekte luid. Kon hij verdorie niet beter uit zijn doppen kijken? Waar stond die rotauto van hem? Hij knipperde, maar zijn beeld bleef wazig. Het leek wel of hij dubbel zag. Hij voelde een hevige misselijkheid en een zware hoofdpijn opkomen. Plots kreeg hij hevige pijn op de borst. Hij strompelde naar zijn wagen, maar viel toen stuiptrekkend op de grond.

Op het moment dat Kurt de grond raakte, klapte aan de andere kant van de stad Elsies kauwgombel. Ze trok een geërgerd gezicht en pulkte verwoed aan de kauwgom die aan haar neus was blijven hangen. Fée giechelde, terwijl Janne verveeld een grote fluogroene sliert kauwgom uit haar mond trok. Fée stak een onbehoorlijk grote portie chips in haar mond en luisterde naar Floor die met haar gebruikelijke komische talent hun lerares Engels imiteerde. Ze schoot in de lach toen Floor het typische kuchje van mevrouw Debaets combineerde met haar streng opgetrokken wenkbrauwen. Toen kreeg ze plots rillingen over haar hele lichaam en haar vingers tintelden. Ze duizelde en viel. Het laatste wat ze zag, was hoe Janne plots schuim op haar lippen had en hoe Elsie met een kreet van pijn naar haar buik greep.

Tegen de avond had de onverklaarbare ziektegolf als een nietsontziende zweep uitgehaald naar mensen in alle uithoeken van het land. Beelden op de televisie toonden medische teams die niets meer konden doen, behalve de lijken op brancards leggen. Jong en oud waren getroffen, en ras, welvaart of regio leken geen invloed te hebben. Verschillende landen meldden gelijkaardige incidenten en wetenschappers waren het al snel eens over de oorzaak van het probleem. Er was telkens gif gebruikt, hoewel het soort gif onbekend was. Politici tastten in het duister, want hoewel traditionele aartsvijanden in eerste instantie naar elkaar wezen, waren Indiërs en Pakistanen, Israëli’s en Palestijnen, Russen en Amerikanen, Noord- en Zuid-Koreanen in gelijke mate getroffen. Paniek heerste overal en toen de dagen erop de mensen aan een steeds hoger tempo bleven sterven, grepen chaos, anarchie en geweld al spoedig genadeloos om zich heen.

 

*****

Rik controleerde zijn voorraad en schopte woest tegen het rek. Hij had nog voldoende water, maar zijn voedselvoorraad was de afgelopen twee jaar sneller geslonken dan hij gehoopt had. Met de laatste twee blikken groenten en vlees hield hij het hoogstens nog een week uit. Op zijn politiescanner had hij het afgelopen half jaar minder en minder berichten opgevangen over vergiftigingen. Dat zou goed nieuws geweest zijn, ware het niet dat hij ook geen andere berichten meer opving. Het leek er aardig op dat er bovengronds niet veel mensen waren die de mysterieuze golf aan vergiftigingen overleefd hadden.

In het begin was hij zelfgenoegzaam geweest. Eindelijk, eindelijk was het zijn moment. Gedaan met de vele buren die hem en de andere preppers uitlachten. Hij had altijd gezegd dat hij het laatst zou lachen en inderdaad, zijn buren waren bij de eersten die sneuvelden. Rik had minachtend op de grond gespuugd en was triomfantelijk zijn bunker ingekropen waar hij het een hele tijd zou kunnen uithouden. Maar nu was hij dus aan het einde van zijn voorraad gekomen. De vraag was of het veilig was boven de grond. Voorzichtig besloot Rik polshoogte te gaan nemen. Toen hij het luik langzaam openklapte, verblindde het felle daglicht hem. Knipperend en mopperend baande hij zich een weg door de verwilderde struiken die de afgelopen twee jaar over het luik waren gegroeid. Hij haalde zijn arm open aan een doornstruik en vloekte luid. Niet alleen de plotse blootstelling aan daglicht maakte het hem lastig, maar ook de afwezigheid van smog, waardoor de zon irritant fel op hem brandde. Vanuit zijn ooghoeken bemerkte hij beweging en hij greep het geweer dat hij altijd bij de ingang bewaarde stevig vast.

In de verre uithoek van zijn graanveld zag hij gedaanten bezig met de tarweoogst. Woedend brullend stormde Rik eropaf, terwijl hij waarschuwend in de lucht schoot. De gedaanten verstijfden en sloegen zijn komst behoedzaam gaande. Toen Rik dicht genoeg genaderd was, bemerkte hij tot zijn verbazing dat de gedaanten geen mensen waren. Het waren wezens die iets kleiner waren dan mensen, iets voller van vorm ook, met een driehoekige opening midden in hun gezicht waarmee ze hem gade leken te slaan. Maar het vreemdste aan hen was het groen. De wezens waren van top tot teen groen. Hun huid was groen, hun haren leken op een soort groen zeewier, en ze waren getooid in groene bladeren van allerlei omvang. De bladeren leken geen isolerende functie te hebben, maar er puur om esthetische redenen te zijn. Hij zag wezens met groene stengels rond hun enkels gewikkeld, wezens met blaadjes door hun haren geweven of met gevlochten grashalmen als armbanden rond hun polsen. Voor zover hij kon beoordelen tenminste, want wist hij veel of die lichaamsdelen enkels en polsen waren. Het leek hem trouwens redelijk onzinnig om een groen lichaam te tooien met nog meer groen.

Rik was er de man niet naar om bang te zijn van een stelletje groene hippies. Hij had geen twee jaar overleefd in zijn bunker om nu baan te ruimen voor die wandelende selders. Agressief met zijn geweer zwaaiend beet hij hen toe zijn grond te verlaten. Toen er niet onmiddellijk reactie kwam, haalde hij uit met zijn geweer met de bedoeling zijn boodschap kracht bij te zetten. Helaas voor hem raakte hij daarbij een kind en prompt voelde hij een tik op zijn achterhoofd en werd het zwart voor zijn ogen.

Toen hij bijkwam, zat er een oeroud wezen voor hem. Het zat op de grond en zoemde, terwijl het ritmisch heen en weer wiegde en een paar maïskolven en grashalmen opstapelde tot een soort nestje. Rik probeerde te vloeken, maar zijn tong was een droge zanderige lap.  Gefrustreerd probeerde hij zijn woede over te brengen. Het stokoude wezen keek op en hield voorzichtig een beker water aan zijn lippen. Heel rustig en sereen knikte het en zei half tegen zichzelf leek het wel: ‘Ik vermoed dat je wil weten wie wij zijn en wat we hier doen?’ In weerwil van zichzelf knikte Rik nieuwsgierig. Het wezen begon te vertellen over zijn volk dat de Gruhhs heette. Ze aanbaden het Grote Groene Opperwezen dat hen groen geschapen had, naar Zijn beeltenis. Het Opperwezen had hen natuur gegeven, maar in beperkte mate en vol respect koesterden ze die natuur. Hun beschaving bloeide en ze waren gelukkig. Ze kenden vrede en harmonie, maar het was krap op hun planeet. Dus was een deel van hen een eeuw geleden begonnen aan een ruimtereis, een zoektocht naar een extra planeet die voldoende groen was om ermee in harmonie te leven, zoals hun religie hen opdroeg. Groot was hun verbazing dat de Aardlingen zo’n planeet hadden. Nog groter was hun verbijstering dat de Mens wetenschappelijk wéét dat hij dat groen nodig heeft, maar er zowel in zijn taal als in zijn gedrag geen respect voor heeft en het vernietigt.

Het wezen schudde zijn hoofd en zei: ‘Jullie zeggen “je bent nog groen” en dat is geen compliment. Ook “groen zien van jaloezie” is neerbuigend tegenover het prachtige groen dat wij vereren. Jullie gebrek aan respect voor het vele groen van de natuur kent geen grenzen. Jullie vertonen een aan zelfmoord grenzende haat voor groen, want jullie vernietigen consequent jullie eigen leven scheppende groen. Dan vinden jullie het vast ook geen probleem als wij jullie planeet koloniseren. Zelfs na jullie vernietigende en respectloze gedrag blijft er op deze planeet nog veel meer groen over dan op de onze. Jullie hebben geen idee en geen besef. Jullie zijn het geschenk van het Grote Groene Opperwezen onwaardig. We hebben jullie verschillende decennia geobserveerd. De ene hebzuchtige generatie volgde de andere op. Er zat niets anders op dan deze planeet over te nemen, de bewoners die het Grote Groene Opperwezen zo mishaagden te vernietigen en het groen dat er nog is te vereren. Jij bent de laatste overlevende, de laatste smet op deze planeet. In Zijn oneindige genade heeft het Grote Opperwezen echter opgedragen om jou een snelle, pijnloze dood te gunnen. Het gif in het water zal zo meteen beginnen werken en daarna is deze planeet voortaan gevrijwaard van jullie onnodige brutaliteit.’

Met die woorden draaide de Hogepriester Rik de rug toe en hernam zijn gebed voor het kleine altaar met de maïskolven.

 

 

 


dinsdag 6 juli 2021

 Op vraag van de Vlaamse schrijfster Pen Stewart las ik haar nieuwste roman Onderuniversum (net verschenen bij Hamley Books) en schreef er een boekreview over die gisteren verscheen op www.gentleest.be

Je kan er ook heen via de facebookpagina van Gent Leest Stadslezers.


Fascinerende nieuwe wereld treedt toe tot het YA landschap


De Vlaamse schrijfster Pen Stewart debuteerde in 2017 met de roman Wintercode, maar schreef daarvoor ook al twee verhalenbundels en verschillende kortverhalen. Nu is dus net Onderuniversum uit, met als ondertitel Waar magie de scepter zwaait. Het verhaal speelt zich af in het Europa van 2665 na Chr. Honderden jaren eerder vond een kernramp plaats in Doel. De aarde is stoffig en dor, water en grondstoffen zijn schaars. De lucky few leven boven de grond en redden het nog enigszins, maar de meeste mensen zijn berooid en leven in gammele bouwsels in de uitgedroogde beddingen van waterlopen, waarin stofsleuven lopen. De hoofdfiguur Julian en zijn vriendin Kim, voormalige stofsleuvers zijn beiden lid van het Amsterdamse stadsleger. Na een ondergrondse uitbarsting in de oude kerncentrale van Doel ontstaat een ondergronds netwerk van doorgangen waaruit vreemde, agressieve wezens komen. Nadat Kim door hen ontvoerd wordt, vertrekt Julian naar Vlaanderen om haar te redden...

Ik hou van dystopische verhalen die zich afspelen in vreemde en originele werelden. Wel, de setting van dit boek kan tellen wat dat betreft. Zonder in detail te treden en te veel weg te geven, kan ik de lezer garanderen dat Pen Stewart absoluut een verrassende en originele wereld geschapen heeft. Ik moest even doorzetten in het begin, want je wordt in het verhaal geworpen en ik probeerde zo snel mogelijk een goed beeld te krijgen van waar ik me bevond. Maar gaandeweg wordt er meer en meer duidelijk en krijg je een goed beeld van de wonderlijke wereld waarin je je bevindt. Het is interessant om te zien hoe de schijfster omgaat met de huidige opwarming van de aarde en de mogelijke rampen die de mens met zijn overexploitatie van de aarde kan veroorzaken. Ik moet zeggen: wat zij ervan maakt, dàt had ik me niet voorgesteld.

Het is interessant dat het verhaal zich afspeelt in Amsterdam en in Vlaanderen, maar tegelijk lijken die uiteraard in niets meer op hoe die er nu uitzien.

Ik vond de vondst van de stofsleuvers en hun wereld goed gevonden, net als het Onderuniversum en de personages die we daar leren kennen. De vele originele elementen rechtvaardigen het vervolg dat de schrijfster in haar dankwoord aankondigt, want het wordt blijkbaar een reeks met als vervolg De drie Einsteins.

Qua kaft is dit boek in zwart-grijs-bruin-blauwwittinten wat prima past bij de sfeer en de wereld die opgeroepen wordt in het boek. Ik vond de zwart-wit afbeeldingen tussen elk hoofdstuk mooi gedaan. Naarmate het verhaal en de setting vorderen, veranderen die mee, wat ik een goede vondst vond.

Een apart boek en een speciale leeservaring!

woensdag 5 mei 2021

Ik vond net deze herinnering aan mijn spook terug. (Toen was hij nog een spookje 😊) Ik stuurde dit enkele jaren geleden in toen de CM vroeg om te laten weten wat je gelukkig maakt. (CM Visie 10 maart 2017)

 

Mega Mindy

 

Ik sta te koken en vraag me af of mijn zoontje het zal lusten. Hij komt de keuken binnen en zegt met heel zijn hart: ‘Zo lekker dat het hier ruikt. Ik kan bijna niet wachten om te eten.’ Hij neemt zijn krukje, manoeuvreert mij uit de weg en tuurt op zijn tippen staand in de kookpot. Hij duikelt er bijna in als hij met veel plezier grijnst en zegt: ‘Ik ga dat allemaal opeten!’

Ik voel me een superheldin, een Mega Mindy op dat moment. Dat zijn momenten om in te kaderen en je door een koudere dag heen te helpen!

zaterdag 3 april 2021

 Nog een laatste activiteit meegepikt van de Jeugdboekenmaand voor #gentleest. Hieronder de link en daaronder mijn verslagje, voor mocht de link niet werken. 


https://www.gentleest.be/in-de-kijker/la%C3%AFla-koubaa-leest-voor-in-de-krook-n-a-v-belmundo-en-de-jeugdboekenmaand


Laïla Koubaa leest voor in De Krook n.a.v. Belmundo en de Jeugdboekenmaand

2 april 2021

Op 31 maart ‘21 las Laïla Koubaa live voor uit haar boek Azizi en de kleine blauwe vogel.

Het hedendaagse Arabisch sprookje is bestemd voor 7-11 jarigen en dat klopt wel. De prenten die Laïla Koubaa toont, zijn heel erg mooi en weten ook mijn 11-jarige te bekoren. Terwijl ik klaar zit om te noteren voor dit verslag, komt zoonlief meeluisteren als de schrijfster begint met voorlezen en hij blijft tot het einde zitten.

De voorleessessie is leuk. Moeilijke woorden worden uitgelegd, de luisteraar wordt aangesproken, personages krijgen hun eigen stemmetje. Tour en Dita zijn het Kwade dat bestreden moet worden. Zij verzamelen hebberig en gulzig alle blauwe vogels in hun paleis en sluiten ze op in een kooi. Gelukkig kan er één kleine blauwe vogel ontsnappen. Hij vliegt naar de jongen Azizi en vraagt hem om op zijn rug te kruipen. Samen vliegen ze naar het paleis van Tour en Dita waar ze de sleutel van de kooi vinden en alle blauwe vogels bevrijden.

Daarna legt Koubaa aan de kinderen uit hoe ze zelf de blauwe vogel, het bloemensnoer van jasmijnbloesems en het jongetje Azizi kunnen knutselen. Het onvermijdelijk onpersoonlijke van de coronasituatie wordt een beetje opgeheven als er verzocht wordt om de camera’s en microfoons aan te zetten en uit de anonieme accounts kinderen zichtbaar worden die zwaaien en vertellen dat ze het boek mooi vonden, of dat ze het bezitten en tegelijk meevolgden in hun eigen exemplaar. Er wordt nog gevraagd waar de vogel vandaan komt, waarop Koubaa vertelt dat die afgeleid is van het blauwe Twittervogeltje. Het jasmijnsnoer verwijst naar de Jasmijnrevolutie en het verhaal is een strijd tussen goed en kwaad die gelukkig gewonnen wordt door het goede. Ondanks de zon waren er toch een redelijk aantal kinderen die met zichtbaar plezier meegenoten van het verhaal van Laïla Koubaa.

© Sofie De Braekeleer

maandag 29 maart 2021

Naar aanleiding van de Jeugdboekenperiode schreef ik het verslag van jeugdboekenauteur Sjoerd Kuyper die bij Griet Pauwels in gesprek ging in de reeks Paarse Zetelinterviews. Bezoek

https://www.gentleest.be/in-de-kijker/sjoerd-kuyper 


of lees lekker hieronder verder voor het interview :-)


Sjoerd Kuyper sluit deze reeks Paarse Zetelinterviews van De Krook af

29 maart 2021

Op 25 maart interviewde Griet Pauwels jeugdauteur Sjoerd Kuyper in het kader van de Paarse Zetellezingen. Sofie De Braekeleer schreef onderstaand verslag.

Sjoerd Kuyper schreef al op jonge leeftijd. Hij publiceerde zijn eerste gedicht op zijn 16de. Het heette ‘Een 10 voor de tieners’. Sindsdien schreef hij meer dan 50 kinder- en jeugdboeken. Zo zijn er o.a.. de bekende ‘Robinboeken’: een serie over zijn eigen jeugd met als hoofdpersoon de beminnelijke kleuter Robin. Kuyper won verschillende Zilveren Griffels en een Gouden Griffel. Hij schreef onder meer ‘Hotel De Grote L’, een sterk en uitdagend jeugdboek en het jeugdboek ‘Bizar’, waarvoor hij een Zilveren Griffel kreeg. Kuyper staat bekend om de sprankelende lichtheid waarmee hij serieuze onderwerpen aankaart. Ook maakte hij liedjes voor musicals zoals Turks Fruit en werkte hij mee aan Tv-series en poppenspelen. Een aantal van zijn boeken, zoals ‘Het zakmes’ werden verfilmd. In 2014 bundelde hij naar aanleiding van 40 jaar schrijverschap zijn verhalen voor volwassenen. Hij schreef ook poëziebundels voor volwassenen, zoals bijvoorbeeld zijn elfde poëziebundel ‘Het water van de zee’. Zijn taal valt op door het poëtische of door de originele verwoordingen.

Gastvrouw Griet Pauwels vraagt Kuyper hoe hij het coronajaar als schrijver ervaren heeft. Kuyper vertelt dat hij ondanks de aanwezigheid van zijn vrouw, kinderen en kleinkinderen het jaar als redelijk eenzaam ervaren heeft. Zijn normale routine is ’s ochtends werken en daarna dagelijks naar het dorp om zijn hoofd aan te vullen met ideeën uit het gewone leven. Nu dat niet kan, bemerkt hij een geestelijke dorheid en hoewel hij gewerkt heeft, heeft hij minder geschreven dan anders.

Pauwels polst naar de ontstaansgeschiedenis van zijn eerste werk. Kuyper vertelt dat het een verplichting betrof in de klas. Zijn vader was trouwens zijn leraar en die gaf hem een 6 voor taal en -tot zijn verontwaardiging - slechts een 7 voor het verhaal… want zijn vader had er 3 spelfouten in bespeurd!

Kuypers doorbraak kwam er toen dichter Hans Verhagen zich over hem ontfermde. Kuyper werd uitgenodigd bij De Bezige Bij. Hij kijkt op die periode in 1974 waarin zijn eerste bundel verscheen terug als een periode van feestelijkheden en geluk. Hij had een gesprek met Remco Campert en de directeur en er werd meteen beslist om een bundel van hem uit te geven.

Redelijk snel merkte hij echter dat hij van zijn poëzie niet kon leven. Gelukkig had hij tegen dan zijn vrouw ontmoet die hem de tijd gunde om zich verder te ontwikkelen tot zijn werk rendabeler werd, terwijl zij ondertussen baantjes aannam om in hun onderhoud te voorzien. Tien jaar later was Kuyper zelfbedruipend door zijn vertaalwerk, schrijverschap en zijn televisiewerk voor de jeugd.

In 1990 kwam zijn eerste boekje over ‘Robin’ uit. Deze periode bracht hem succes. Het werd de periode van ‘Het zakmes’ en ‘Josje’. Kuyper merkt op dat dit succes samenviel met de geboorte van zijn kinderen in ’84 en ’86. Hij leerde van de manier van kijken van zijn kinderen en gebruikte hun leuke opmerkingen om zelf betere kinderboeken te schrijven. In Amerika won ‘Het zakmes’ een award. De verhalen van Robin zijn autobiografisch, de gesprekken met en dialogen van de kinderen zijn van zijn kinderen. Naarmate zijn kinderen ouder werden, groeide ook de leeftijd van zijn boeken. Nu recent heeft Kuyper echter weer zin om boeken voor jonge kinderen te schrijven.

Een van de boeken die verfilmd werd, was ‘Hotel De Grote L’. Griet Pauwels vroeg zich af of dit boek zo populair werd door het coming of age concept. Volgens Sjoerd Kuyper heeft vooral de stijl daaraan bijgedragen. Zware onderwerpen doorspekte hij met veel humor. Het boek werd heel populair in Italië. Italiaanse kinderen keken enorm op van de vrijheid die Nederlandse kinderen hadden in de omgang met hun ouders.

In 1994 reisde Kuyper naar Curaçao voor de Kinderboekenweek. Daarna reisde hij door naar o.m. Aruba en Suriname. Deze reizen hadden een grote invloed op zijn leven en werk. De combinatie van de Nederlandse cultuur met de vrolijke, exotische, plaatselijke cultuur boeide hem enorm. Cultuur vindt hij heel belangrijk en hij stopt dit dan ook vaak in zijn boeken.

Griet Pauwels polst naar het in 2019 verschenen ‘Bizar’ dat een Zilveren Griffel won. Op de vraag vanuit welk idee Kuyper met dat boek begonnen is, vertelt die dat hij zin had om met een heel onbevangen blik naar de wereld te kijken. Dat combineerde hij dan met het idee van een meisje van 13 dat zoveel leest dat ze de echte wereld niet meer aankan met zijn chaos. Kuyper vond dat een spannende confrontatie.

Over zijn samenwerking met illustratoren vertelt Kuyper dat de uitgeverij soms kiest, maar soms heeft hij tijdens het schrijven al contact met de illustrator zoals bijvoorbeeld het geval was bij ‘De Duik’. Hij past zich ook vaker aan aan de illustrator dan andersom. Als die een dichterlijke vrijheid toepast, zal Kuyper al vlot iets kleins aanpassen in zijn boek in plaats van erop te staan dat de illustrator zijn tekening wijzigt.

Een paar jaar geleden kwam ‘Kwaaie verhalen van liefde’ uit, een bundel voor volwassenen. Sjoerd Kuyper geeft toe dat hij inderdaad vaak kwaad kan worden als dingen die hem aan het hart gaan misgaan zoals bijvoorbeeld onderwijs of opvoeding.

Op verzoek van Pauwels leest de schrijver het mooie gedicht ‘Jouw hand’ voor.

Op de vraag van Pauwels hoe hij zijn schrijfwerk de volgende jaren ziet, vertelt Kuyper dat er tussen kleuter en puber in weinig boeken waren. Recent heeft hij daar ‘Maantje’ in geplaatst. Dat beviel hem wel, dus is hij van plan nog een aantal boeken over haar te schrijven. Zodoende kunnen jongeren van hun geboorte tot hun 16de blijven lezen in zijn boeken. Ook zijn poëzie blijft altijd komen vertelt hij, dus ook daarvan mogen we in de toekomst nog meer verwachten.

Bekijk hier het interview en lees het dossier.

© Sofie De Braekeleer