vrijdag 30 september 2022

 Wie graag iets leest over vooroorlogs Sicilië, vindt in mijn redactionele recensie op #hebban of hieronder een tip.


Jonge vrouw vecht voor haar geluk in vooroorlogs Sicilië

 

Simonetta Agnello Hornby werd in 2016 onderscheiden met de Orde van de Ster van Italië voor haar verdiensten als auteur. Haar recentste boek heet Bittere koffie en is voor Uitgeverij Signatuur in het Nederlands vertaald door Hilda Schraa.

Sicilië, begin twintigste eeuw. De rijke mijneigenaar Pietro Sala ziet toevallig de jonge dochter van zijn notaris. Het is liefde op het eerste gezicht, althans voor hem. Voor de 15-jarige Maria is het de financiële zekerheid voor haar familie die haar doet toestemmen in een huwelijk met een bijna veertigjarige man. Binnen haar huwelijk probeert de jonge vrouw enige vrijheid en zelfstandigheid voor zichzelf te vinden. Als Pietro verslaafd blijkt aan gokken en de schulden zich opstapelen, herinnert Maria zich met weemoed haar warme gevoelens voor haar jeugdvriend Giosuè. Het wordt het begin van een geheime verhouding tegen een achtergrond van politieke onrust, corruptie, maffia en twee wereldoorlogen.

Vanaf de openingsscène is het duidelijk: deze schrijfster kan met haar gedetailleerde beschrijvingen een hele wereld oproepen. De lezer ziet een chique auto door het dorp rijden, achtervolgd door een stoet opgewonden kinderen, terwijl het dorpsleven stilvalt en de volwassenen verbijsterd en gefascineerd de wilde rit van de auto gadeslaan. De geur van jasmijn, de aarde op vers geoogste groenten, … niets is te klein of te alledaags voor de auteur die met haar beschrijvingen de schoonheid ervan polijst tot die glanst.

Wanneer het seksuele gewoonten betreft die nu niet meer gebruikelijk zijn, voelt deze gedetailleerde beschrijving soms ongemakkelijk. Als Maria de draad met haar tong bevochtigt voor ze die door het oog van de naald duwt, beleeft de lezer dat moment mee samen met de betoverde Pietro. En dat voelt oncomfortabel. De ‘ervaren’ veertigers en hun ongegeneerde opwinding en veroveringsdrang voor amper in de puberteit belande meisjes, de vele ooms die met hun jonge nichtjes trouwen, … het zijn beschrijvingen die ons vandaag de dag plaatsvervangende schaamte bezorgen en waaraan het even serieus wennen is.

Door Maria’s ogen beleven we een zeer interessante periode. Agnello Hornby heeft haar huiswerk gedaan en gebruikt talrijke geschiedkundige bronnen om een boeiende geschiedenis tot leven te brengen. De lezer leert over het net bij Italië ingelijfde Sicilië waar machtsmisbruik, geweld en corruptie de drie pilaren zijn. In een machtsvacuüm is de maffia ontstaan en zijn armoede en honger wijdverspreid geraakt. Ook het waldenzergeloof op Sicilië, kinderarbeid in de zwavelmijnen, de oorspronkelijke aantrekkingskracht van het fascisme, de opkomst van de rassenwetten en het verloop van de wereldoorlogen komen uitgebreid aan bod. Naast dit politieke verhaal, is het boek ook het verhaal van een vrouw die zelf keuzes wil maken, die wil studeren, werken en haar eigen beslissingen wil nemen in de opvoeding van haar kinderen.

De hoofdstukken zijn tamelijk kort en worden ingeleid door redelijk simplistische titels die vaak een te groot deel van de sluier opheffen. De personages zijn dan weer kleurrijk en talrijk. De vileine schoonzussen, de lieve, maar zwakke Pietro, de begaafde Giosuè zorgen samen voor een goed verhaal. De beschikbare oplijsting van alle families en hun huwelijksbanden was niet meteen nodig, maar is handig voor wie eventueel toch het overzicht dreigt te verliezen.

Het boek leest meestal plezierig, maar is met momenten niet helemaal in evenwicht. De geschiedkundige stukken zijn soms behoorlijk complex voor een niet-Italiaan. Bovendien halen ze de vaart uit het verhaal waardoor dat af en toe wat inzakt. Ook springt Simonetta Agnello Hornby soms wat onhandig heen en weer in de tijd. Zo lijkt het of de reeks liefdesbrieven zomaar ergens tussen werd gepropt waardoor de chronologie de mist in gaat.

Het verhaal van een grote familie, de geschiedkundige achtergrond, het doet allemaal wat aan Isabel Allende denken, maar dit boek bekoort minder en is minder meeslepend dan bij Allende het geval is. Toch blijft Bittere koffie een mooi liefdesverhaal tegen een boeiende geschiedkundige periode.

dinsdag 13 september 2022

 Boekrecensie:


Duister sprookje in vervallen kasteel

 

Met Leesclubbing kan je bij GentLeest met je eigen leesgroepje een boek uit een categorie zoals zwartgallig, schaamteloos genieten, klassiekers van morgen, … lezen. Je leent een totebag met daarin vijf exemplaren, leesvragen en een lekkernij. Je moet dus enkel zelf voor de gretige lezers zorgen. Wij lazen We hebben altijd in het kasteel gewoond van Shirley Jackson. Deze schrijfster brak in 1948 door met haar kortverhaal ‘De loterij’.  We hebben altijd in het kasteel gewoond is haar laatste boek en verscheen in 1962. Wij lazen de heruitgave. Deze werd uitgegeven door L.J. Veen Klassiek en Atlas Contact, werd vertaald door Rob van Moppes en komt met een nawoord door Niña Weijers.

In een redelijk afgelegen kasteel woont de familie Blackwood. Ze heeft daar altijd al gewoond. Jaren geleden stierven er vier familieleden tijdens een noodlottige maaltijd. Iemand mengde arsenicum door de suiker in de suikerpot. Constance die geen suiker eet, werd verdacht van de moord, maar uiteindelijk vrijgesproken. Zij en haar jongere zus Mary Katherine (Merricat) wonen sindsdien als kluizenaars in het kasteel, samen met de oude dementerende oom Julian. De dorpelingen hebben het niet op de familie begrepen en bekijken hen met vijandschap en argwanen. Als op een dag neef Charles opduikt om de familie te komen helpen, ruikt Merricat als enige argwaan. Vastbesloten haar familie te beschermen, is ze bereid tot het uiterste te gaan.

Shirley Jackson werd de koningin van de ‘American Gothic’ genoemd. Haar verhalen worden gekenmerkt door magische elementen en horror. Ze levert met dit boek een intrigerend, betoverend maar bevreemdend ‘horrorsprookje’ af.

Jackson beschrijft gedetailleerd hoe Merricat haar wekelijkse wandeltocht naar het dorp onderneemt om boodschappen te doen. Sinds de beschuldigingen durft Constance haar gezicht niet meer te laten zien uit angst voor de vijandige dorpelingen. Hoewel het ook voor Merricat een marteling is, neemt zij deze taak op zich om haar zus te beschermen. De wandeltocht naar het dorp wordt haarfijn uit de doeken gedaan, met alle obstakels die ze moet nemen: blijft ze in de schaduw of gaat ze aan de zonnekant lopen? Aan welke kant passeert ze minder vijandige dorpelingen? De lezer beleeft het allemaal mee. Ook leren we minutieus over de zeer strikt geordende routine in het kluizenaarsleven van de familie waar alle activiteiten een vast moment kennen.

‘Omdat Charles mijn dinsdagochtendtaak had overgenomen had ik niets omhanden. Ik overwoog naar de kreek te gaan, maar had geen reden om aan te nemen dat de kreek er zelfs maar zou zijn, want ik kwam daar nooit op dinsdagochtend.’

De personages zijn kleurrijk, fascinerend, maar ook vreemd. Constance lijdt aan enorme pleinvrees en poetst obsessief haar veilige thuishaven. Ze zorgt onophoudelijk voor de invalide oom Julian en verliest nooit haar geduld. Ze is heel toegeeflijk voor haar jongere zus Merricat, die voortdurend om dessertjes bedelt, maar ook degene is die magische elementen begraaft om hen te beschermen en voortdurend zorgvuldig de sloten op de deuren en hekkens controleert die hen moeten beschermen. Beiden praten met de kat. Oom Julian is dan weer obsessief bezig met het gedetailleerd neerschrijven van wat er de nacht van de vergiftiging gebeurd is.

We beleven alles vanuit het perspectief van Merricat. Zij is echter een onbetrouwbare verteller. Ze beschermt haar oudere zus ten koste van alles en schildert Charles af als de baarlijke duivel. Maar is het wel zo gezond om Constance te bevestigen in al haar angsten, zodat haar bewegingsruimte almaar verder inkrimpt? En hoe normaal is het rigide en fel beschermende gedrag van een kind dat nooit helemaal volwassen geworden is en geïsoleerd opgroeide tussen een dementerende oude man en een oudere zus vol fobieën. Neef Charles wil Constance uit haar isolement halen, terwijl Merricat niet wil dat er iets verandert aan de strikte routine in hun kleine veilige haven. Bovenal is hij echter verdacht geobsedeerd door de rijkdom die het kasteel herbergt en ergert hij zich mateloos dat juwelen en geld -in zijn ogen- nonchalant en onvoorzichtig beheerd worden. Dit is duidelijk een boek dat meerdere lezingen verdient en waarbij vanuit verschillende oogpunten gekeken kan worden naar de personages. Ook de dorpsfiguren zijn niet helemaal zwart-wit: zijn ze zo duivels als Merricat ze portretteert of overdrijft ze? En zo ja, doet ze dat met opzet of onbedoeld?

Tot slot nog een pluim voor de prachtige taal die het geheel echt afwerkt. Merricat probeert iemand ‘weg te dromen’ en …

‘op een avond ging ik naar de kreek en begroef oom Julians gouden vulpotlood met initialen vlak bij het water, zodat de kreek altijd zijn naam zou fluisteren.

Over Charles observeert ze het volgende:

‘Misschien wisten geld en Charles elkaar altijd te vinden, ongeacht hoe ver ze van elkaar verwijderd waren (…)’

Het boek is een absolute aanrader voor liefhebbers van magische verhalen die ermee overweg kunnen als niet alles duidelijk wordt op het einde.

woensdag 7 september 2022

Boekrecensie: 


Duistere plannen in een duistere kelder 


Schrijfster Angelique Haak debuteerde vijf jaar geleden met Een nieuw begin dat meteen een nominatie binnenhaalde. Haar boek Nooit meer alleen belandde op een shortlist en sleepte een prijs binnen. Nu is er de thriller Het verkeerde meisje, opnieuw uitgegeven bij De Crime Compagnie.

Op een dag wordt Amelie ontvoerd en opgesloten in een kelder door een man met een masker. Doodsbang vraagt ze zich af of het de man om haar vaders geld te doen is, of dat ze het slachtoffer geworden is van de gokschulden van haar bijna ex Vince. Of heeft de ontvoerder zich vergist en is ze het verkeerde meisje?

De lezer volgt de gebeurtenissen afwisselend door de ogen van Amelie en die van een ‘pathologische leugenaar met een waar killerbrein’. Dit zorgt op zich al voor spanning, niet alleen omdat we zo de angst van Amelie vanop de eerste rij meemaken, maar ook omdat de geest van de psychopaat een erg donkere plek is om te vertoeven. Deze combinatie komt bijzonder intens over en kan wat overweldigend zijn.

Net wanneer het boek te gruwelijk dreigt te worden, schakelt de schrijfster in deel twee moeiteloos over naar het onderzoek en de mogelijke verdachten. Die omschakeling geeft de lezer even wat broodnodige rust. Toch duurt die rust niet lang want ook de potentiële verdachten zorgen weer voor de nodige spanning.

In deel drie wordt de spanning verder opgedreven. Tot in de epiloog heeft de auteur verrassingen in petto voor de lezer, hoewel de laatste onthulling wellicht voor sommigen niet echt meer als een verrassing zal komen.

De schrijfster levert een evenwichtige thriller af met voldoende spannende elementen. Er wordt gewerkt met verschillende onbetrouwbare vertellers, waardoor je als lezer overal begint aan te twijfelen. Het tempo zit goed en de spanningsboog zakt nergens in. Verschillende plotwendingen leiden uiteindelijk naar een onverwachte ontknoping.

Angelique Haak kiest ervoor om haar bijfiguren niet uit te diepen, maar investeert volop in de interactie tussen de hoofdfiguren en in de afwikkeling van het verhaal. Dat lijkt een goede keuze te zijn.

Het verkeerde meisje is een enge thriller die je mogelijk je nachtrust kan kosten, hetzij omdat je niet kan stoppen met lezen in dit spannende boek, hetzij omdat de enge dader door je hoofd blijft spoken. Een heerlijk rillerige ervaring voor thrillerlezers en een aanrader.

Met dank aan De Crime Compagnie voor het exemplaar.

maandag 5 september 2022

 

Meerlagig pleidooi voor aandacht en begrip voor elke leerling … en mens

 

Gerwin van der Werf recenseert voor Trouw en is de auteur van verschillende romans die de longlist van de Libris Literatuur Prijs haalden of de shortlist van het Beste Boek voor Jongeren. Hij is ook leraar op een internationale school. Die ervaring als leraar schemert door in het net verschenen De Droomfabriek, uitgegeven bij Atlas Contact.

Josie is een 32-jarige vrouw die zonder enige ervaring voor de klas komt te staan in een achterstandsbuurt. Chaos heerst in de klassen, leermoeheid is er de norm. Na haar oorspronkelijke afschuw raken verschillende leerlingen toch een snaar bij haar. Vooral de dwarse Carmen uit 3A intrigeert haar. Als Carmen bijles wiskunde wil, maar wel bij Josie thuis, ontstaat een vreemde vriendschap tussen twee mensen die beide eenzaam zijn en steun zoeken bij elkaar.

Dit boek biedt zoveel meer dan een clichématig rechttoe rechtaan verhaal over een onwaarschijnlijke vriendschap tussen twee mensen uit een verschillend socio-economisch milieu. De auteur biedt de lezer oorspronkelijk amusement met zijn spitsvondige scherpe humor. ‘Heb je verder iets nodig? Pennen? Whiteboardmarker? Traangas? Vlammenwerper?’  Een les wordt omschreven als ‘een in tijd en ruimte strak afgebakend stukje hel.’  

Maar daarna wordt het boek serieuzer. Regelmatig pleit Van der Werf voor een beter vangnet voor kwetsbare leerlingen in het onderwijs en de humor wordt wranger en cynischer. Maar het boek is niet alleen een aanklacht tegen de fouten binnen het onderwijs. Het is ook een psychologisch boek waarin de lezer probeert vat te krijgen op de bagage die Josie met zich meesleept. Ze woont in het huis van haar overleden grootvader, waar ze niets aan de inrichting durft te veranderen. Als dochter van twee hoogbegaafde, succesvolle ouders die zelden tijd hebben voor hun ‘middelmatige’ dochter probeert ze wanhopig zelfvertrouwen te halen uit de weinige herinneringen die haar wel steun bieden. De droomfabriek is ook een moreel boek waarin niemand enkel is wie hij oorspronkelijk lijkt. De cynische, discriminerende leerkracht blijkt ook een gepassioneerd mens die wanhopig blijft dromen van een betere aanpak van kwetsbare leerlingen, maar daar eigenlijk niet meer in gelooft. Ook de andere bijfiguren blijken niet altijd eenduidig goed of slecht te zijn. Regelmatig moet de lezer zijn idee omgooien of nuanceren. Van der Werf laat zijn lezer werken als die probeert een totaalbeeld van Josie en Carmen te krijgen. Zijn twee hoofdpersonages zijn absoluut niet eenduidig in een hokje te plaatsen. De eenzame Josie die zo graag nodig wil zijn voor iemand en de wilde, jonge Carmen die geen grenzen kent: Wie controleert nu eigenlijk wie? Wanneer gaat iets te ver en wie bepaalt dat dan? Is iets een fout als het uit liefde gebeurt?

De dialogen in het boek zijn zeer realistisch en geloofwaardig. Ze scheppen in een oogwenk de chaos van een klaslokaal of de totale eenzaamheid als twee mensen langs elkaar heen praten.

‘Zeg dat het goed met je gaat. Zeg dat even.’

En als het niet goed gaat? Wat ga je dan doen mam? Kom je dan helemaal uit Amerika met je superkrachten om me te redden?

‘Het gaat goed.’

‘Ik hou van je. ‘

‘Ja.’

‘Hoor je dat?’

‘Ja, ik hoor het.’

De droomfabriek biedt geen pasklare antwoorden. Wel is het een pleidooi voor meer begrip, meer inlevingsvermogen, meer tijd om echt naar elkaar te kijken en te luisteren, en minder te oordelen. Het boek slaagt erin om die boodschap overtuigend te brengen zonder melig te worden. Dat maakt het een knappe en waardevolle leeservaring.

Met dank aan Uitgeverij Atlas Contact en De Club van Echte Lezers voor het recensie-exemplaar.