Dit aparte boek las ik in een leesclub op Hebban. Hieronder mijn recensie over het boek.
Iedereen slaat de bal wel eens mis
Met zijn sobere kaft en enigszins vreemde titel zou je De
voordelen van Sint-Barbara over het hoofd kunnen zien. Maar dit boek van
Erik Nieuwenhuis, uitgegeven bij Uitgeverij Brooklyn biedt meer dan de sobere
eerste indruk laat uitschijnen.
Kunstenaar Ruben Linnik loopt tegen de 60. Het lijkt hem een
uitgelezen moment om een kort tripje te maken met zijn twee kinderen naar
Oostenrijk. Tegelijkertijd wil hij hen vragen om hem als hij te zijner tijd komt
te overlijden, niet op het platteland te begraven waar hij nu woont, maar hem
in een van de mooie begraafplaatsen van Amsterdam onder te brengen. Het wordt
een weekend met zowel te grote verwachtingen en harde woorden, als ook
voorzichtige bruggen naar elkaar. Dan gebeurt er iets op de terugweg waardoor
iedereen plots wel moet nadenken over familiebanden en emoties.
Het boek bestaat uit vijf delen, waarbij er een duidelijke
breuk is na deel I. Het verhaal leest grotendeels vlot, maar voelde naar het
einde toe een beetje te lang uitgesponnen.
De schrijver slaagt er goed in om totaal verschillende
omgevingen en personages met weinig woorden te kunnen schetsen. Van de
extravagante Bobbie in haar slordige vakantiehuisje, met haar extreme emotiewisselingen
tot de nieuwe vriend van Eva die probeert haar voorzichtig tot kalmte te manen.
De auteur schrijft koel en afstandelijk, maar met een
ongelooflijke humor, die soms zwart, cynisch of wrang is. Daarbij maakt hij
rake observaties.
‘Dat het kunstenaarskinderen
uit Amsterdam zijn, neemt ze zeker mee in haar overwegingen, evenals het feit
dat hun gezamenlijke contacten op social media vrijwel de gehele DSM-5
vertegenwoordigen.’
Nieuwenhuis schetst treffend hoe eenzelfde periode (de jeugd
van de kinderen) heel anders herinnerd wordt door die kinderen dan door hun
vader. Kind of partner van een artiest zijn is niet eenvoudig. Het is dan ook vooral
via hun cynisme en verbittering dat we de emoties van de personages leren kennen.
Het verleden leert de lezer gaandeweg kennen via hippievriendin Bobbie, zodat
het beeld van de kinderen (een vader die hen in de steek liet omwille van de
kunst) en het beeld van de collega-artiest (Ruben als bezield man met vele
ideeën en energie die verantwoordelijkheid neemt voor zijn fouten) over elkaar
schuiven en zo een completer en meer 3D beeld vormen van de persoonlijkheid van
Ruben: niet de vader óf de kunstenaar, maar vader, kunstenaar, foutenmaker en
energiek mens.
Spijt, menselijk falen en het opnemen van
verantwoordelijkheid daarvoor vormen een rode draad doorheen het boek. Een mens
probeert en maakt daarbij fouten, en met voldoende communicatie en dierbaren
die de verschillende facetten van iemands persoonlijkheid kunnen duiden, ontstaat
er hopelijk begrip over de fouten die nooit de bedoeling hadden om iemand pijn
te doen. Het boek wordt echter niet zwaar op de hand met een schrijver die niet
bang is van humor, messcherpe dialogen en absurde situaties. Laat u vooral
verrassen en meevoeren.
Deze recensie verscheen eerder op Hebban.nl