dinsdag 30 januari 2024

 Voor wie graag een nieuwe feelgood trilogie ontdekt, met een vleugje historisch kader, is het debuut van Katarina Widholm een fijne suggestie. Waarom? Dat lees je hieronder in mijn recensie die ook als redactionele recensie op Hebban.nl verscheen.


Sloven en smachten in vooroorlogs Stockholm

 

Met hart en ziel is het debuut en het eerste deel van de trilogie Het Zweedse lot van Katarina Widholm. Het verhaal speelt zich af in het Zweden van 1937-‘38 waar de 17-jarige Betty uit haar saaie dorp wegtrekt naar Stockholm om er in het huis van dokter en mevrouw Molander te gaan werken als dienstmeisje. Op de heenreis ontmoet boekenwurm Betty de joodse literatuurdocent Martin Fischer. De twee wisselen gegevens uit bij het afscheid en wat volgt is een enthousiaste correspondentie over wat ze zoal lezen. Terwijl hun vriendschap intiemere vormen aanneemt, moet Betty hard werken voor de vriendelijke dokter en zijn ijzige, immer ontevreden echtgenote. Als de oorlog op het Europese continent steeds dichterbij komt, blijft plots elk bericht van Martin uit. Betty’s zoektocht naar hem levert niets op.

In zeer vlot geschreven proza beschrijft de auteur op uitstekende wijze het dagelijkse leven van een dienstmeisje dat van ’s ochtends vroeg tot soms diep in de nacht moet sloven en knicksjes makend haar rijke bazen in de watten legt. Het boek schetst een treffend tijdsbeeld waarin vooral de grote verschillen opvallen tussen arm en rijk. Er zijn de armoedige gezinnen waarin de kinderen na de lagere school beginnen werken om het karige inkomen van hun voortijdig oude ouders aan te vullen en de rijken die hun dagen in ledigheid slijten en nog geen boterham voor zichzelf kunnen smeren.

‘Het trappenhuis was groot en blonk als goud. Er was ook een knarsende lift vol tierelantijnen, maar tante Helmi wees naar de dienstingang. Dat trappenhuis had geen lift, was niet goudkleurig en had geen tierelantijnen.’

De me too beweging is nog heel ver weg en handtastelijkheden jegens ondergeschikten zijn schering en inslag. Eenmaal getrouwd moeten vrouwen voor bijna alles toestemming vragen aan hun echtgenoot.

De personages zijn mooi uitgewerkt en kruipen snel onder je huid. Betty is flink en zelfstandig voor haar leeftijd. Ze vermant zich snel bij tegenspoed. Ook de beurtelings arrogante of chagrijnige zoon des huizes, de hartelijke dokter, zijn pompeuze, zelfingenomen vrouw of de nuchtere Viola komen je snel voor als bekenden.

‘Er was geen eten in huis, de kraan lekte en het warme water leek het niet te doen. In plaats van snikkend voorover te gaan liggen op de keukentafel en in te storten, zoals ze het liefst wilde doen, pakte ze de bundel bankbiljetten en het vel papier met de bedrijfsnamen erop. Ze maakte een grove schatting, schreef een lange lijst, ging toen naar de gang waar de telefoon stond en begon te bellen.’

Het leven en de activiteiten van alledag worden heel beeldend beschreven. Widholm zorgt dat je in de keuken staat waar Betty zwetend gerechten bereidt voor feest of alledag of nog maar eens de rommel van de vrouw des huizes mag opruimen. Als Betty de deur uit stapt, ben je met haar in de stad, of aan de prachtig beschreven scherenkust.

‘In Stockholm rook het anders dan thuis. En wat was het druk op straat. Paardenkoetsen, trams, bussen, auto’s en karren die ratelden, knarsten en bromden. Hakken die op de kasseien tikten, boodschappenjongens die populaire deuntjes floten, geschreeuw en stemmen van talloze mensen. Beneden aan de kade langs de Strandvägen toeterde een boot.’

Naarmate het boek vordert, sluipen de eerste voorboden van het nazisme erin. Zo krijgt Betty het compliment dat ze zo mooi arisch is en lopen er bruinhemden rond die verlangen naar een Zweden dat meer op Hitlers Duitsland lijkt.

Widholm kan zowel vreugdevolle als zwaardere thema’s aan zoals neerslachtigheid of het gevoel gevangen te zitten in een uitzichtloze situatie in een tijd waarin de mening van anderen of de kerk er nog veel meer toe deed.

Af en toe wordt de lezer verrast door onverwachte plotwendingen die hem voortdrijven richting het einde van het boek. Dat einde is een grote, open vraag en dit eerste deel van de trilogie smaakt dan ook absoluut naar meer. De reikhalzende lezer zal dan ook blij zijn te vernemen dat deel twee en drie reeds verschenen zijn in het Zweeds. Nu maar hopen dat Daniëlle Stensen, die voor de uitstekende vertaling zorgde, snel de opdracht krijgt om dat tweede en derde deel in het Nederlands te vertalen.