woensdag 20 maart 2024

 Voor uitgeverij Ellessy las ik het ontspannende Verliefd op het landgoed. Hieronder kunnen jullie mijn recensie vinden.





Rangen en standen op het landgoed

 

Met Verliefd op het landgoed schrijft Hilje Mulder haar derde boek, een zelfstandig te lezen vervolg op Villa Naranja. Ze schrijft graag over het ontdekken van nieuwe kanten van jezelf en dat is ook in dit boek het geval. Zo gaat Susanne na de dood van haar oudoom in op diens wens om te proberen iets te maken van het vervallen landgoed dat hij nalaat. Ze trekt hiervoor weg uit het bruisende Amsterdam, terug naar haar rustige geboortedorp in Groningen. In haar zakelijke onderneming om van het landgoed een hotel te maken, krijgt ze de hulp van rentmeester Frank. Susanne valt voor Frank, maar hij is van lagere komaf dan zijzelf en dit dreigt ernstig tussen hen in te blijven staan. Aan Susanne om deze twee uitdagingen het hoofd te bieden: over de klasseverschillen heen stappen die ze in haar opvoeding zo sterk meegekregen heeft en het landgoed economisch rendabel maken mét respect voor het verleden.

Het is fijn dat de auteur niet in de valstrik trapt van te suikerzoete personages. Ze werkt haar hoofdpersonage levensecht uit. Susanne is hautain en komt als een serieuze snob over in het begin. Dit maakt haar aanvankelijk ietwat antipathiek. De tijd die doorheen het boek besteed wordt aan het werken aan haar valkuilen, maakt haar langzaamaan een sympathieker personage en dit maakt haar ook een echt karakter. Het maakt het voor ons, gewone stervelingen die niet op een landgoed opgegroeid zijn, gemakkelijker te bevatten hoe mensen uit dergelijke kringen zulke snobistische ideeën kunnen hebben. Ook Frank is geen karikatuur, maar een echt mens met zijn fouten en sterke kanten.

‘Het is geen man met een uiterlijk waar je als een blok voor valt, maar hij heeft iets fijns, iets vertrouwds.’

De andere personages zijn kleurrijk en interessant, van gamefreak Rob tot de koppige, hoogbejaarde Dieneke met haar eeuwig smoezelige schort en brilglazen vol vlekken.

De schrijfster bezondigt zich soms iets te veel aan het uitleggen van zaken en heeft soms de neiging om haar lezers ietwat te onderschatten. Zo vraagt Susanne zich af waarom ze haar haren losgelaten heeft voor een boswandeling en wordt er expliciet herhaald dat dit is omdat Frank dit mooi vindt. De lezer heeft dit echter zo ook wel begrepen. Ook springen Susannes emoties soms iets te snel van het ene uiterste in het andere. Zo is ze boos, wanneer iemand te snel binnenkomt om onmiddellijk erna te vinden dat het net lief is dat die zijn eigen sleutel gebruikt; of ergert ze zich blauw aan iemands klederdracht om onmiddellijk erna alweer hartelijk te lachen samen met die persoon.

Een ander minpuntje van het boek is de eindredactie. Het aantal schrijffouten en grammaticafouten is echt te talrijk. Het valt aan te bevelen om het boek nog eens onder de loep te nemen voor een volgende druk volgt.

Zoals de auteur zelf vertelt in haar nawoord is ze een tijdje geleden een nieuwe professionele uitdaging aangegaan in het rentmeestermilieu. Deze kennis gebruikt ze mooi in haar boek waarin de lezer een boeiend inkijkje krijgt in een sector waarvan de meeste lezers niet zoveel weten.

Regelmatig gebruikt Mulder humor  in haar boek. Zo kan een theedoek waarin vol verdriet gesnoten is daarna niet meer gebruikt worden voor glazen… of die worden dof van ellende.

Een fijne vondst is hoe de portretten van de borgheren bijna als echte personages opgevoerd worden die mee evolueren naarmate Susanne zich beter in haar vel gaat voelen op het landgoed. Zo komen ze haar oorspronkelijk vijandig voor en heeft ze later het gevoel dat ze aan haar kant staan.

‘Haar ogen schieten naar de voorvaderen hoog aan de wand. Ze kijken net zo afkeurend als zij zich voelt.’

Verliefd op het landgoed is een boek waarbij je mogelijk even moet doorzetten om aan Susannes karakter te wennen, maar naarmate het boek vordert, begin je haar beter te begrijpen. De verschillende verhaalontwikkelingen zijn boeiend en maken dat je graag verder leest.

Met dank aan uitgeverij Ellessy voor het recensie-exemplaar.