woensdag 27 oktober 2021

 Podcasts beluisteren tijdens het wandelen, koken, ...is zalig. Je vindt ze over allerlei onderwerpen, oa ook over boeken, lezen of voorlezen. Lees mijn tips hieronder of op #gentleest


De vele manieren van lezen: podcasts met boekentips of voorleespodcasts

26 oktober 2021

Podcasts zijn razend populair. Redacteur Sofie De Braekeleer ging grasduinen in de uitgebreide collectie podcasts over boeken en lezen die prikkelen, inspireren of verdiepen.

Je kan een boek lezen, en daarvan staan er vele voorbeelden op de website van Gent Leest. Je kan voorgelezen worden (als kind, als volwassene, in een leesclub bvb zoals ik eerder vertelde op In de kijker: Een leesclub als geen ander), je kan een boek lezen door het luisterboek in huis te halen (waarvan ik verschillende boekverslagen plaatste in de Leestips op de website). En er zijn podcasts. Net zoals luisterboeken bieden ze de kans om te luisteren naar interessante dingen en zo de afwastijd, strijktijd of kooktijd sneller voorbij te doen vliegen.

Er bestaan verschillende podcasts over boeken of over lezen.
In bijvoorbeeld Uitgelezen VerhalenZandman en Het beste van Biesheuvel worden verhalen voorgelezen. In Parel Radio komen onder andere hoorspelen gebaseerd op boeken voor. De Hormoonfabriek is een fantastische tip (zie het artikel daarover op In de Kijker). Er zijn podcasts waar over boeken gepraat wordt en waar je dus leestips uit kan halen, zoals Boeken FM of Bende van het Boek. Populair zijn de Klara podcasts over historische boeken waarin de schrijver zelf in vele afleveringen vertelt en voorleest uit zijn boek: Leopold IIHet hart van NapoleonDe ZonnekoningWildevrouwDe Bourgondiërs). We vergeten zeker niet de podcasts voor kinderen: Boeken voor kinderen (waarin voorgelezen wordt) , Podkin Eenoor (waarin voorgelezen wordt uit boek 1 van mijn zoontjes favoriete Trilogie: helaas enkel het begin als aansporing om het boek in huis te halen) en natuurlijk is er een groot aanbod in het Engels: Studio Long Reads, Levar Burton Reads, The New Yorker: The Writer’s voice, The New Yorker Fiction, Storybound, …

Het aanbod aan podcasts over boeken groeit nog voortdurend, dus ontdekken maar!

 Voor wie graag naar iets leuks luistert tijdens het strijken, koken, afwassen... Hieronder mijn tip en recensie, of ook op #gentleest


De hormoonfabriek: boek wordt hoorspel in een podcast

26 oktober 2021

Je kan een boek lezen of beluisteren als luisterboek. Maar je kan soms ook genieten van een boek in zijn gedramatiseerde versie, uitgewerkt en prachtig gespeeld als een hoorspel. Voor redacteur Sofie De Braekeleer werd het genieten.

Een hoorspel? Is dat niet iets uit de tijd van onze grootouders? Ik hoor het je zo denken. Maar om oude technologie met nieuwe technologie te verbinden: het boek waarover ik je ga vertellen heb ik beluisterd via mijn smartphone als podcast. Tijdens het appelmoes maken en tijdens het wegwerken van bergen strijk. Het boek De hormoonfabriek van Saskia Goldschmidt is het gefictionaliseerde verhaal van een waargebeurd schandaal in de farma-industrie. Het is het verhaal van Organon, het bedrijf dat de pil op de markt bracht en daarmee een grote verandering teweegbracht.

Het verhaal wordt verteld door een oude man op zijn sterfbed die zijn herinneringen deelt met zijn verpleegster. Hij heeft geflirt, bedrogen, liefgehad en gefraudeerd. Hij kende geen schaamte en leefde voluit waarbij hij zijn bedrijf met veel energie leidde. Daarbij ging hij vaak in discussie met de topwetenschapper die hij aangenomen had om zijn vleesfabriek om te toveren tot een vooraanstaande farmaceutische voorloper. Er zijn de tegenstellingen tussen de frauduleuze en de rustige broer, tussen handel en wetenschap, de belevenissen tijdens de oorlog, de joodse identiteit van de familie, de problemen met de kerk als het bedrijf anticonceptie begint te produceren. Het is een spannend verhaal rond goed en kwaad en hoe makkelijk die grens soms vertroebelt en opschuift.

In de Parel Radio – podcast kan je het boek dus ‘beleven’ als hoorspel in 25 delen van telkens een half uur. Daarna is er een bonusaflevering waarin de podcasthost spreekt met de makers van De hormoonfabriek: Saskia Goldschmidt, de schrijfster en Peter te Nuyl die de regie deed van het audiodrama. Je leert er van de schrijfster hoe ze het ware verhaal omzette naar een gedramatiseerd boek en hoe dit aangepast werd naar een audiodrama. Hoewel het hoorspel dus meer dan 12 uur beslaat, verveelt het geen moment. Ik kan het alleen maar van harte aanraden. Nooit eerder kwam het voor dat ik het jammer vond als de strijk klaar was en ik dus op de pauzeknop moest duwen!


maandag 25 oktober 2021

Inzending Kortverhalenwedstrijd stad Deinze 2021. Onder het verhaal een verzoek om feedback, te lezen NA het verhaal.


Schoonmamalief

 

Hij keek tevreden naar de kast. Het was inderdaad een goed idee geweest om een donkerder kleur te kiezen. Het resultaat mocht er zijn. Nu enkel nog… Gerard keek op toen hij de telefoon hoorde. Misschien kon Els… Toen herinnerde hij zich dat Els nog niet thuis was. Zuchtend veegde hij snel zijn handen af aan een vod en haastte zich naar binnen. Hij was nog nét op tijd en beklaagde zich dat bitter toen hij een seconde later de snerpende stem van zijn schoonmoeder hoorde.

  ‘Dat werd ook tijd. Jij denkt zeker dat ik niets anders te doen heb dan wachten tot jij opneemt? Als jij niet zo’n nietsnut was en een betere job zou hebben, zou Els tenminste niet moeten werken en zou ik het niet moeten stellen met jou aan de telefoon. Enfin, moet je horen…’ en naadloos ging haar monoloog over in een lofzang op Jacques, de geliefde zoon van haar beste vriendin Annette. Jacques, die een bloeiende advocatenpraktijk had, rondreed in een BMW en wiens vrouw aan liefdadigheid deed, als ze tenminste niet op Saint-Tropez zat of net een manicure had gehad. 

  Gerard stond zich te verbijten. Vol spijt dacht hij aan de kast die hij voor het eten nog snel een laatste laklaag had willen geven. Afwezig bekeek hij de post. Af en toe drong de stem van zijn schoonmoeder door tot zijn bewustzijn. God, wat had hij toch een hekel aan die heks. Hij kon haar soms wel wurgen. Terwijl ze eindeloos doorging, stond hij zichzelf de verleidelijke fantasie toe van zijn handen om die frêle nek. Het gaf hem zo’n goed gevoel dat hij grinnikte.

  ‘Wat is er zo grappig, Gerard?’ klonk haar schrille stem. ‘Het is echt niet evident om een goede kapper te vinden hoor.’

  Hij concentreerde zich weer op zijn fantasie. Stel dat hij het écht zou doen. Niet wurgen natuurlijk, dat liet sporen na. Maar iéts zou toch mogelijk moeten zijn? Natuurlijk, Els zou bedroefd zijn, maar daar kwam ze wel weer overheen. Het woog echt niet op tegen de voordelen. Stel je voor, geen Rita meer die feestjes verziekte met haar nooit aflatende kritiek. Die hen op zondagochtend uit bed belde voor een onbenulligheid, terwijl hij Els net zo ver had dat ze wilde vrijen. Geen kleinerende opmerkingen of bijtende spot. Geen ‘goede bedoelingen’ die hij zo zat was. Altijd bemoeide dat mens zich met hun leven. Alles wist ze beter en met haar zogenaamde goede bedoelingen verziekte ze zijn leven, zijn relatie en zijn humeur.

 

Tijdens het avondeten vroeg Els of de kast af was. Toen hij ontkennend antwoordde, zag hij de teleurstelling op haar gezicht. Aangezien de kast de volgende ochtend geleverd moest worden, trok zijn antwoord automatisch een streep door hun plan om naar de film te gaan. Alweer iets waar dat stomme mens verantwoordelijk voor was. Gerard overliep welke manieren Rita versneld naar het hiernamaals konden helpen. Toen Els hem eraan herinnerde dat hij de taart voor zaterdag nog moest bestellen, zag hij zijn kans. Rita was allergisch voor pinda’s. Als hij nu eens minuscule schilfertjes pinda zou strooien over alle gebakjes? Sporen van noten… het kon tenslotte zomaar gebeuren. De avond zag er plots een stuk vrolijker uit.

 

Zaterdag brak aan onder een stralende zon. Gerard kon zich niet herinneren dat hij ooit eerder uitgekeken had naar de komst van zijn schoonmoeder. Zelfs bij de eerste kennismaking en op hun trouw had ze venijnige opmerkingen gemaakt, gestookt tussen Els en hem en hem belachelijk proberen te maken bij de andere aanwezigen. Nee, het was haat op het eerste gezicht geweest van haar kant. Wat hij haar toch misdaan had, vroeg hij zich al lang niet meer af. Els had met Droomprins in hoogsteigen persoon mogen thuiskomen en het was nog niet voldoende geweest. Rita leefde ervoor om ieders leven tot een hel te maken. Die vrouw was puur venijn. Haar arme man was wellicht zo vroeg gestorven louter door de giftige atmosfeer die ze uitwasemde.

  Els was zoals altijd nerveus net voor haar moeders komst. Als een wervelwind maakte ze het hele huis perfect aan kant. Toch stopte ze even om hem opmerkzaam aan te kijken. Gerard gaf zichzelf voor zijn kop. Hij moest normaal doen, maar hij kon het niet helpen. Nu hij zich voorgenomen had om de wereld van Rita te verlossen,  wou hij het gewoon graag zo snel mogelijk achter de rug hebben.

  Toen Rita zich eindelijk geïnstalleerd had in de tuin, na een kritische blik op de vensters - die bij haar uiteraard met een ander schoonmaakmiddel en dus beter gepoetst waren – keek ze misprijzend om zich heen.

  ‘Je rozen stellen ook niet veel voor dit jaar, Els’, zei ze verwijtend, alsof Els persoonlijk verantwoordelijk was voor de zaagwespenplaag die de rozen getroffen had. Gerard zag zijn vrouw op haar lip bijten en moest zich inhouden om zijn schoonmoeder geen mep te geven. In de plaats daarvan zei hij zacht tegen Els dat ze misschien om de gebakjes kon gaan, dan voorzag hij Rita ondertussen wel van drank. Toen Els terugkwam met de gebakjes die er overheerlijk uitzagen, veerde Rita plots op.

  ‘Voor mij geen gebak,’ zei ze beslist, ‘ik ben op dieet.’ Gerard verslikte zich bijna in zijn koffie. Op dieet? Waarom  besloot dat mens uitgerekend nu voor het eerst in haar leven om op dieet te gaan? Het was niet of haar schriele figuur nog schrieler kon worden. Maar helaas voor Els en hem verblijdde Rita hen de rest van de middag met een eindeloos verhaal over hoe haar vriendin Annette gelezen had dat suiker des duivels was. Gerard zag dat Els met spijt naar de heerlijke gebakjes keek, maar geen tweede durfde te nemen nu haar moeder zo duidelijk had gesteld dat enkel zwakkelingen dat zouden doen. Uitdagend nam hij zelf een tweede gebakje, maar daar had hij al snel spijt van, want haar spot was dusdanig dat het gebak hem niet meer smaakte. Terwijl hij zijn woede en ergernis verbeet, stond hij op om de rest van het gebak op te ruimen. In de keuken knuffelde hij Els snel even. Terwijl hij haar liefkozend een kus in haar nek gaf, fluisterde hij dat ze straks als Rita weg was des te meer gebak over hadden om er een gezellige avond van te maken op de bank.

  ‘Trouwens, ik vind jouw figuur tien keer mooier dan die scherpe vormen waar jouw moeder zo hoog mee oploopt’ mompelde hij in haar oor, terwijl zijn handen even verlangend over haar prachtige heupen en haar ronde achterwerk streken. Toen hij voorstelde om uit protest pizza te bestellen zodra Rita weg was, kwam er eindelijk weer een lach op Els’ gezicht. Gerard kneep nog snel even in haar schouder voor hij zich weer in de arena waagde. Er moest echt iets gebeuren. Hij was niet de enige die onder Rita leed en hij zou niet toestaan dat zijn schoonmoeder zijn vrouw zo bleef ondermijnen.

 

Misschien was het toch maar goed dat Rita niet van de gebakjes gegeten had, bedacht Gerard zich ’s nachts. Hij kon de slaap niet vatten en stond zachtjes op om Els niet wakker te maken. Aan de keukentafel staarde hij peinzend in zijn kop koffie. Het was helemaal niets voor hem om iemand dood te wensen, laat staan om iemand te proberen doden. Ja, Rita was een kreng waarnaast de duivel zelf een teddybeer leek. Maar dan nog kon hij het niet maken om haar te vermoorden. Hij moest zichzelf tenslotte nog kunnen aankijken in de spiegel. Haar een koekje van eigen deeg geven daarentegen zou Els en hem weer wat zuurstof geven om er even tegen te kunnen. Hij zou zijn ogen en oren openhouden en proberen om Rita wat weerwerk te bieden vanaf nu.

 

Toen Els de week erna de telefoon neerlegde en nerveus zei dat haar moeder de nieuwe sjaal van Lanolé eiste voor haar verjaardag, wist Gerard wat hem te doen stond. Hij bood aan om de sjaal de volgende dag te gaan kopen in zijn lunchpauze.

 

De volgende dag ging Gerard niet alleen winkelen in zijn middagpauze, maar nam hij de hele namiddag vrij. Toen hij thuiskwam met de -uiteraard peperdure en gek genoeg ook foeilelijke- sjaal maakte hij met de grootst mogelijke voorzichtigheid de verpakking open. Hij haalde het zijden equivalent van zijn weekloon met de grootste zorg uit het pakje en legde het volledig opengespreid op het droogrek. Toen begon hij enthousiast het gras te maaien. Telkens hij een baan gemaaid had, verzette hij het droogrek, zodat het permanent vlakbij stond. Toen hij klaar was, controleerde hij of er geen grassprieten op de sjaal waren beland. Dat was niet het geval. Enkel onzichtbare pollen dus. Gerard genoot al bij voorbaat. Voor de zekerheid legde hij de sjaal nog even om zijn schouders en maakte een rondje door de tuin. Bij elke boom stond hij stil en schudde hij eens goed aan de takken. Elke boom die mogelijks pollen verspreidde, kon mooi even helpen bij operatie ‘Rita snotter’.

 

De volgende middag legde Gerard de opnieuw zorgvuldig ingepakte sjaal op de hoedenplank en keek bewonderend naar zijn mooie Els die de voordeur sloot. Hij kende haar zo goed dat hij aan haar trillende linkerpink zag dat ze als een berg tegen het chique, maar kille etentje in Restaurant Chez Laurent opzag. Hij glimlachte haar bemoedigend toe toen ze instapte.

  Bij Chez Laurent wilde Rita de sjaal onmiddellijk aan. Ze probeerde even hatelijk te doen als anders, maar werd tijdelijk afgeleid door de jaloerse blikken van Annette. Gerard zag hoe beide vrouwen elkaar de loef hadden proberen afsteken met hun chique mantels en nieuwe schoenen. Met de laatste mode van Lanolé rond haar nek, stond Rita momenteel aan de leiding. Gerard zag tot zijn tevredenheid hoe Rita telkens even aan de sjaal friemelde om Annettes aandacht erop te vestigen. Tijdens het aperitief besloot Rita echter dat het hoog tijd werd voor haar dagelijkse portie venijn en ze bekeek haar dochter kritisch. Gerard zag zijn vrouw letterlijk krimpen. Het eenvoudige, maar sierlijke jurkje dat ze droeg, had haar thuis mooi gestaan, maar met haar afhangende schouders en gespannen gezicht kwam het niet echt meer tot zijn recht. Weerom had Rita een slag gewonnen. Maar nog niet de oorlog, dacht Gerard opstandig. Hij hield Rita nauwlettend in het oog. Ze begon af en toe discreet naar een zakdoekje te grijpen en hij zag hoe ze geërgerd in haar ogen wreef, waardoor die alleen maar roder werden. Hij besloot dat het tijd was voor de volgende stap en wees haar er discreet, maar nét iets te luid op dat ze misschien haar make-up even moest gaan bijwerken, want dat haar neus aan de rode kant was. Haar ogen die normaal vuur spuwden, keken hem enigszins vissig aan en terwijl ze haar sjaal strak om zich heen trok, beende ze naar het toilet. De niesbui die volgde, verpestte haar waardige aftocht enigszins.

  Toen ze eindelijk uit het toilet kwam, zag ze er nog ellendiger uit. Met haar laatste energie probeerde ze de obers ervan langs te geven omdat die het raam open hadden staan en zo een opstoot van haar pollenallergie hadden veroorzaakt. Ze eiste dat Gerard haar naar huis bracht, omdat ze amper nog zag met haar rode, geïrriteerde ogen. Gerard keek snel naar Els en zag dat die vooral opluchting uitstraalde. Ze knikte hem toe en zei dat zij alvast naar huis ging.

 

Toen Gerard terug thuiskwam, liep Els te neuriën. Ze keek hem vrolijk aan toen hij binnenkwam en vroeg met een ondeugend gezicht of hij ook niet vond dat ze dringend een bad nodig hadden? Zodoende zaten ze om 16 u niet aan het dessert in het stijve Chez Laurent, maar wel tot hun nek in de bubbels. Gerard genoot van de lach van zijn vrouw, terwijl hij de laatste stress uit haar schouders masseerde. 1-0 voor het thuisfront. Zelfs Rita’s telefoontje dat na het bad op het antwoordapparaat knipperde, (‘Konden jullie niet eens bellen om te vragen of ik ok ben?’) kon hun goede humeur die avond niet verstoren.

 

De hele week dacht Gerard na over zijn volgende stap. Hij overwoog om zich te verdiepen in de samenstelling van haarverf om Rita met een paarse coupe op te zadelen, maar bedacht dat hij dan meteen boodschappenknecht zou worden tot de kapster de coupe kon herkleuren. Peinzend schaafde hij aan de eettafel die vandaag op zijn programma stond. Hoe kon hij Rita op een redelijk menslievende manier zoveel mogelijk uit hun leven weren?

 

Toen hij die middag met een half oor de lotto-uitslagen beluisterde, schrok hij op. Kon het zijn dat… Haastig overliep hij de nummers nog een keer. Ja, hij had het goed gehoord. Zes juiste! Hoe groot was de kans daarop?! Hij wou Els bellen, maar bedacht zich. Hij nam een blad papier en begon lijstjes te maken en kolommen te vullen met voor- en nadelen, maar eigenlijk wist hij het antwoord al. Na een tijdje hield hij op en knikte in zichzelf. Hij nam het blad papier en scheurde het minutieus in hele kleine stukjes die hij vervolgens buiten in een emmer verbrandde.

 

Toen Els ’s avonds thuiskwam, keek ze blij verrast.

  ‘BBQ? Ik dacht al dat ik een brandlucht rook. Wat een heerlijke verrassing lieverd, maar ik moet moeders strijkgoed nog terugbrengen.’

  ‘Dat heb ik daarstraks al gedaan schat. Ga nu maar zitten, ik heb je al een glaasje wijn uitgeschonken.’

  ‘Heerlijk,’ mompelde Els met gesloten ogen, terwijl ze van haar wijn nipte, ‘wat vieren we?’

Voor Gerard kon antwoorden, ging de telefoon. Els nam op.

  ‘Ja moeder-’

 

  ‘Wat? Echt? Wat ga je-

 

  ‘Oh, ok. Ja… natuurlijk. Je moet doen wat voor jou het beste is. Fijn voor jou. Ik - ’

 

  ‘Ja, natuurlijk, dat begrijp ik. Dag moeder.’

  Nog helemaal verbouwereerd vertelde Els dat haar moeder de lottopot gewonnen had. Ze had besloten onmiddellijk een vlucht naar Monaco te boeken en daar een chique villa te kopen. Ze voelde zich wel schuldig dat ze hen achterliet, maar op haar leeftijd moet je de kansen die je nog krijgt grijpen. De rest kon Gerard wel raden. Het genot Annette de ogen uit te steken en zich eindelijk onder ‘mensen van haar stand’ te kunnen begeven, had ervoor gezorgd dat Rita precies deed wat Gerard verwacht had. Het was een koud kunstje geweest om zijn winnende lot te verwisselen met dat van Rita, dat altijd klaarlag naast de tv, zodat ze na het avondjournaal de uitslag kon controleren. De brochure met ‘riante villa’s voor de meer gegoeden in het exclusieve Monaco’ die hij tussen haar post geschoven had, had de rest gedaan.

  Gerard keek naar zijn vrouw die tijdens haar relaas dapper haar best deed om het weg te stoppen, maar haar enorme blijdschap en opluchting toch niet kon verbergen. Haar hele gezicht lichtte op en ze kon niet ophouden met glimlachen.

 

En Gerard? Hem zagen de buren voortaan veel vaker met een grijns van intense tevredenheid en gelukzaligheid nu Rita hen niet meer het halve weekend lastig viel. De rolluiken werden heel laat opgetrokken ’s ochtends ten huize Maes, croissantjes werden pas tegen de middag opgehaald en Els’ wangen kleurden wel érg vaak roze als Gerard haar een knipoog gaf…



xxxxxxxxxxxxxxxxxxx

 Dit verhaal begon als een poging tot een grappig moordverhaal en werd al schrijvend uiteindelijk iets anders. Ik schreef het voor de Kortverhalenwedstrijd van Deinze. Ik diende het in onder deze titel. Nu vraag ik me af: ik beschouw de titel als een bewuste misleiding. De tekst gaat uiteindelijk over de man en zijn stille heldendaden om zijn gezin veilig te houden. Niemand zal ooit weten wat hij deed om zijn vrouw en zijn relatie te beschermen. Het opgeven van een grote materiële winst zal nooit door iemand geweten zijn. De twist in het verhaal is dat de man een stille held is die iets doet in alle stilte. Zou het volgens jullie beter zijn om de titel te wijzigen in 'Een stille held', zodat de lezer op het einde beseft: aha, daar slaat de titel op? Of beter Schoonmamalief: om de lezer op het verkeerde been te zetten, want die moet dieper kijken. Volgens mijn man is het te subtiel, en is het beter als de titel 'Een stille held' is, zodat je de lezer wijst op die laag eronder. Wat denken jullie?

 

 

maandag 11 oktober 2021

Zaterdag was het weer Het Betere Boek en daarna de Uitreiking van de Bronzen Uil. Ik hoorde veel interessante dingen. Mijn verslag vind je hieronder of op #gentleest


Een greep uit Het Betere Boek 2021 - Zaterdag 9 oktober 2021- Gent

11 oktober 2021

VR installatie Rozsypne – Lisa Weeda
Slam poets Hind Eljadid, Inke Gieghase en Lisette Ma Neza rond Ik denk, dus ik ben
Debat Rachida Lamrabet – Christophe Vekeman
Uitreiking De Bronzen Uil

Zaterdag vond Het Betere Boek plaats op vijf locaties in Gent. Er vond een overvloed aan interessante debatten, gesprekken ed plaats. Zo ging ik in De Krook naar de VR installatie Rozsypne van Lisa Weeda. Met een VR bril en koptelefoon op mocht ik rondlopen op een 16tal m². Ik liep ‘live’ in een prachtig zonnebloemenveld. Boven me een prachtige blauwe hemel. Ik bevond me in het dorpje Rozsypne in Oekraïne. Het was 17 juli 2014. Plots was ik in het kleine, eenvoudige, maar gezellige huisje van een oude vrouw. Ik kon haar spulletjes zien, maar ik hoorde ook haar zorgen. Haar kinderen hadden geen werk meer, er vielen overal kogels, er moest geschuild worden in de kelder. Toen was ik buiten samen met de oude vrouw. We waren in het zonnebloemveld. Maar de zonnebloemen waren verbrand, er lag een in stukken gebroken vliegtuig tussen de zonnebloemen. Er lagen vliegtuigstoelen op de grond, een koffer, een teddybeer. De tekst informeerde me dat alle passagiers van het vliegtuig overleden waren en dat dit kleine dorpje plots niet meer anoniem was in zijn oorlog, maar even wereldnieuws werd door deze vliegramp… Indrukwekkend, door de prachtige kleuren van de zonnebloemen, de oude vrouw met haar kleine huisje en de grote ramp in dat anonieme dorp.

Daarna ging ik naar Liberas, waar de Blauwe zaal voor de gelegenheid omgetoverd was tot het ‘Huis waar alles gezegd kan worden’. Geïnspireerd door Bayt al-Hikma, een beschermde plek voor wetenschappelijk onderzoek, onderwijs en filosofie in het Middeleeuwse Bagdad, bood deze plek een forum voor belangrijke literaire debatten van vandaag de dag: mag een schrijver zich culturele identiteiten toe-eigenen tbv de fictie? Leidt politieke correctheid tot een nieuw verbod op bepaalde boeken? Verhindert cancel culture het debat?

Rashif El Kaoui modereerde er een mooi programma waar we eerst konden genieten van slam poets Inke Gieghase, Lisette Ma Neza en Hind Eljadid. Zij herwerkten de bekende uitspraak van Descartes ‘Ik denk, dus ik ben’ tot een of meerdere gedichten. Hun vertolkingen waren pareltjes. Tussendoor werden zij geïnterviewd over hun inspiratie, over of een wit iemand een zwart iemand kan vertolken, over hoe je zo authentiek mogelijk blijft, over de nood aan een cancel culture.

Na dit poëtische luik gingen Rachida Lamrabet, voormalig juriste bij Unia en regisseuse van de kortfilm ‘Project Deburkanisation’ en Christophe Vekeman, veel gevraagd schrijver, dichter, recensent en columnist in discussie.

Lamrabet begon met het uitleggen wat cancel culture is. Het staat vnl voor bepaalde zaken niet meer mogen zeggen of er volgen repercussies. Het probleem is dat het ook als een soort wapen gebruikt wordt om een noodzakelijke en legitieme discussie de mond te snoeren. Maar hoe bepalen we wat acceptabel is? Voorheen werd dat bepaald door zij die de macht hadden, nu ook door anderen.

Er is een wettelijk kader: er is de anti-discriminatiewet, er is het verbod op het ontkennen van de holocaust. Die wetten beperken de vrije meningsuiting. Er is echter ook een niet in wetten gegoten ‘fatsoen’ en daarvan zijn de grenzen niet voor iedereen gelijk.

Vekeman vult aan. Cancel culture is een nieuw fenomeen dat een paar jaar geleden ontstaan is en dat enigszins doet denken aan Noord-Korea of het voormalige Duitsland. Hij wil dit echter niet overroepen. Het is niet alsof ‘de jaren ’30 terug zijn’, maar het gaat wel over de morele kwaliteit van de maker van een kunstwerk bvb de huidige situatie waarbij de Singel het beeld van Jan Fabre verwijdert, omdat de man in opspraak is voor seksueel wangedrag. Vekeman benadrukt dat hij dit begrijpelijk vindt. Hij contrasteert het echter meteen met het feit dat tegenwoordig ook romans waarbij bvb de ik-figuur (of één van de personages) racistisch is, worden gecanceld. Hier wordt dus de artistieke vrijheid van de kunstenaar aan banden gelegd. Kunst hoort echter niet veilig maar riskant te zijn volgens Vekeman. Een roman moet net schrijnen, schuren en confronteren.

Lamrabet werpt op dat het ook vaak over legitieme bedenkingen en vragen gaat. Het is gezond dat er een dialoog mag zijn, dat er bevraagd mag worden. Vekeman wijst erop dat een polemiek geen nieuw fenomeen is, maar dat de sfeer via internet tegenwoordig heel snel zeer giftig wordt. Beide erkennen dat columnisten tegenwoordig een heel dikke huid moeten hebben. Vekeman betreurt het dat er volgens hem daardoor tegenwoordig richting een éénrichtingsdenken gegaan wordt in columns als hij vergelijkt met vroeger.

De moderator laat de twee veel ruimte om -de naam van het huis waardig- in alle vrijheid te discussiëren hierover. De behoorlijk pittige discussie toont dat het een maatschappelijk relevant onderwerp is.

Moderator El Kaoui vraagt Vekeman en Lamrabet wat voor hen de taak is van literatuur.

Vekeman ziet hier twee functies. Literatuur moet voor hem de lezer een kwade spiegel voorhouden, zodat de lezer zich ongemakkelijk voelt en aan zelfonderzoek doet. Daarenboven heeft literatuur een sociale functie: literatuur moet de lezer tonen dat die meer gemeen heeft met mensen uit een andere cultuur of sociale laag van de bevolking dan hij zelf denkt en zo empathie creëren.

Ook Lamrabet ziet een dubbele functie. Literatuur is een raam waardoor we naar de wereld kijken. Het is ook de plek waar de schrijver de complexiteit van de wereld uit de doeken doet. Want alles is moeilijk, maar boeiend.

De avond eindigde in de Minard Schouwburg waar uit de shortlist van de zes genomineerde Nederlandstalige debuten de Bronzen Uil werd gekozen en uitgereikt. De publieksjury verkoos er De hemel is altijd paars van Sholeh Rezazadeh, de vakjury viel dan weer voor Lijn van wee en wens van Caro Van Thuyne. Zoals aangestipt werd, was het -ondanks het vreemde coronajaar- een bijzonder kwalitatief jaar met een mooi boekenaanbod. Ondergetekende zat trouwens in de publieksjury en vond de zes boeken uit de shortlist zeer de moeite waard.

Sofie De Braekeleer