woensdag 5 mei 2021

Ik vond net deze herinnering aan mijn spook terug. (Toen was hij nog een spookje 😊) Ik stuurde dit enkele jaren geleden in toen de CM vroeg om te laten weten wat je gelukkig maakt. (CM Visie 10 maart 2017)

 

Mega Mindy

 

Ik sta te koken en vraag me af of mijn zoontje het zal lusten. Hij komt de keuken binnen en zegt met heel zijn hart: ‘Zo lekker dat het hier ruikt. Ik kan bijna niet wachten om te eten.’ Hij neemt zijn krukje, manoeuvreert mij uit de weg en tuurt op zijn tippen staand in de kookpot. Hij duikelt er bijna in als hij met veel plezier grijnst en zegt: ‘Ik ga dat allemaal opeten!’

Ik voel me een superheldin, een Mega Mindy op dat moment. Dat zijn momenten om in te kaderen en je door een koudere dag heen te helpen!

zaterdag 3 april 2021

 Nog een laatste activiteit meegepikt van de Jeugdboekenmaand voor #gentleest. Hieronder de link en daaronder mijn verslagje, voor mocht de link niet werken. 


https://www.gentleest.be/in-de-kijker/la%C3%AFla-koubaa-leest-voor-in-de-krook-n-a-v-belmundo-en-de-jeugdboekenmaand


Laïla Koubaa leest voor in De Krook n.a.v. Belmundo en de Jeugdboekenmaand

2 april 2021

Op 31 maart ‘21 las Laïla Koubaa live voor uit haar boek Azizi en de kleine blauwe vogel.

Het hedendaagse Arabisch sprookje is bestemd voor 7-11 jarigen en dat klopt wel. De prenten die Laïla Koubaa toont, zijn heel erg mooi en weten ook mijn 11-jarige te bekoren. Terwijl ik klaar zit om te noteren voor dit verslag, komt zoonlief meeluisteren als de schrijfster begint met voorlezen en hij blijft tot het einde zitten.

De voorleessessie is leuk. Moeilijke woorden worden uitgelegd, de luisteraar wordt aangesproken, personages krijgen hun eigen stemmetje. Tour en Dita zijn het Kwade dat bestreden moet worden. Zij verzamelen hebberig en gulzig alle blauwe vogels in hun paleis en sluiten ze op in een kooi. Gelukkig kan er één kleine blauwe vogel ontsnappen. Hij vliegt naar de jongen Azizi en vraagt hem om op zijn rug te kruipen. Samen vliegen ze naar het paleis van Tour en Dita waar ze de sleutel van de kooi vinden en alle blauwe vogels bevrijden.

Daarna legt Koubaa aan de kinderen uit hoe ze zelf de blauwe vogel, het bloemensnoer van jasmijnbloesems en het jongetje Azizi kunnen knutselen. Het onvermijdelijk onpersoonlijke van de coronasituatie wordt een beetje opgeheven als er verzocht wordt om de camera’s en microfoons aan te zetten en uit de anonieme accounts kinderen zichtbaar worden die zwaaien en vertellen dat ze het boek mooi vonden, of dat ze het bezitten en tegelijk meevolgden in hun eigen exemplaar. Er wordt nog gevraagd waar de vogel vandaan komt, waarop Koubaa vertelt dat die afgeleid is van het blauwe Twittervogeltje. Het jasmijnsnoer verwijst naar de Jasmijnrevolutie en het verhaal is een strijd tussen goed en kwaad die gelukkig gewonnen wordt door het goede. Ondanks de zon waren er toch een redelijk aantal kinderen die met zichtbaar plezier meegenoten van het verhaal van Laïla Koubaa.

© Sofie De Braekeleer

maandag 29 maart 2021

Naar aanleiding van de Jeugdboekenperiode schreef ik het verslag van jeugdboekenauteur Sjoerd Kuyper die bij Griet Pauwels in gesprek ging in de reeks Paarse Zetelinterviews. Bezoek

https://www.gentleest.be/in-de-kijker/sjoerd-kuyper 


of lees lekker hieronder verder voor het interview :-)


Sjoerd Kuyper sluit deze reeks Paarse Zetelinterviews van De Krook af

29 maart 2021

Op 25 maart interviewde Griet Pauwels jeugdauteur Sjoerd Kuyper in het kader van de Paarse Zetellezingen. Sofie De Braekeleer schreef onderstaand verslag.

Sjoerd Kuyper schreef al op jonge leeftijd. Hij publiceerde zijn eerste gedicht op zijn 16de. Het heette ‘Een 10 voor de tieners’. Sindsdien schreef hij meer dan 50 kinder- en jeugdboeken. Zo zijn er o.a.. de bekende ‘Robinboeken’: een serie over zijn eigen jeugd met als hoofdpersoon de beminnelijke kleuter Robin. Kuyper won verschillende Zilveren Griffels en een Gouden Griffel. Hij schreef onder meer ‘Hotel De Grote L’, een sterk en uitdagend jeugdboek en het jeugdboek ‘Bizar’, waarvoor hij een Zilveren Griffel kreeg. Kuyper staat bekend om de sprankelende lichtheid waarmee hij serieuze onderwerpen aankaart. Ook maakte hij liedjes voor musicals zoals Turks Fruit en werkte hij mee aan Tv-series en poppenspelen. Een aantal van zijn boeken, zoals ‘Het zakmes’ werden verfilmd. In 2014 bundelde hij naar aanleiding van 40 jaar schrijverschap zijn verhalen voor volwassenen. Hij schreef ook poëziebundels voor volwassenen, zoals bijvoorbeeld zijn elfde poëziebundel ‘Het water van de zee’. Zijn taal valt op door het poëtische of door de originele verwoordingen.

Gastvrouw Griet Pauwels vraagt Kuyper hoe hij het coronajaar als schrijver ervaren heeft. Kuyper vertelt dat hij ondanks de aanwezigheid van zijn vrouw, kinderen en kleinkinderen het jaar als redelijk eenzaam ervaren heeft. Zijn normale routine is ’s ochtends werken en daarna dagelijks naar het dorp om zijn hoofd aan te vullen met ideeën uit het gewone leven. Nu dat niet kan, bemerkt hij een geestelijke dorheid en hoewel hij gewerkt heeft, heeft hij minder geschreven dan anders.

Pauwels polst naar de ontstaansgeschiedenis van zijn eerste werk. Kuyper vertelt dat het een verplichting betrof in de klas. Zijn vader was trouwens zijn leraar en die gaf hem een 6 voor taal en -tot zijn verontwaardiging - slechts een 7 voor het verhaal… want zijn vader had er 3 spelfouten in bespeurd!

Kuypers doorbraak kwam er toen dichter Hans Verhagen zich over hem ontfermde. Kuyper werd uitgenodigd bij De Bezige Bij. Hij kijkt op die periode in 1974 waarin zijn eerste bundel verscheen terug als een periode van feestelijkheden en geluk. Hij had een gesprek met Remco Campert en de directeur en er werd meteen beslist om een bundel van hem uit te geven.

Redelijk snel merkte hij echter dat hij van zijn poëzie niet kon leven. Gelukkig had hij tegen dan zijn vrouw ontmoet die hem de tijd gunde om zich verder te ontwikkelen tot zijn werk rendabeler werd, terwijl zij ondertussen baantjes aannam om in hun onderhoud te voorzien. Tien jaar later was Kuyper zelfbedruipend door zijn vertaalwerk, schrijverschap en zijn televisiewerk voor de jeugd.

In 1990 kwam zijn eerste boekje over ‘Robin’ uit. Deze periode bracht hem succes. Het werd de periode van ‘Het zakmes’ en ‘Josje’. Kuyper merkt op dat dit succes samenviel met de geboorte van zijn kinderen in ’84 en ’86. Hij leerde van de manier van kijken van zijn kinderen en gebruikte hun leuke opmerkingen om zelf betere kinderboeken te schrijven. In Amerika won ‘Het zakmes’ een award. De verhalen van Robin zijn autobiografisch, de gesprekken met en dialogen van de kinderen zijn van zijn kinderen. Naarmate zijn kinderen ouder werden, groeide ook de leeftijd van zijn boeken. Nu recent heeft Kuyper echter weer zin om boeken voor jonge kinderen te schrijven.

Een van de boeken die verfilmd werd, was ‘Hotel De Grote L’. Griet Pauwels vroeg zich af of dit boek zo populair werd door het coming of age concept. Volgens Sjoerd Kuyper heeft vooral de stijl daaraan bijgedragen. Zware onderwerpen doorspekte hij met veel humor. Het boek werd heel populair in Italië. Italiaanse kinderen keken enorm op van de vrijheid die Nederlandse kinderen hadden in de omgang met hun ouders.

In 1994 reisde Kuyper naar Curaçao voor de Kinderboekenweek. Daarna reisde hij door naar o.m. Aruba en Suriname. Deze reizen hadden een grote invloed op zijn leven en werk. De combinatie van de Nederlandse cultuur met de vrolijke, exotische, plaatselijke cultuur boeide hem enorm. Cultuur vindt hij heel belangrijk en hij stopt dit dan ook vaak in zijn boeken.

Griet Pauwels polst naar het in 2019 verschenen ‘Bizar’ dat een Zilveren Griffel won. Op de vraag vanuit welk idee Kuyper met dat boek begonnen is, vertelt die dat hij zin had om met een heel onbevangen blik naar de wereld te kijken. Dat combineerde hij dan met het idee van een meisje van 13 dat zoveel leest dat ze de echte wereld niet meer aankan met zijn chaos. Kuyper vond dat een spannende confrontatie.

Over zijn samenwerking met illustratoren vertelt Kuyper dat de uitgeverij soms kiest, maar soms heeft hij tijdens het schrijven al contact met de illustrator zoals bijvoorbeeld het geval was bij ‘De Duik’. Hij past zich ook vaker aan aan de illustrator dan andersom. Als die een dichterlijke vrijheid toepast, zal Kuyper al vlot iets kleins aanpassen in zijn boek in plaats van erop te staan dat de illustrator zijn tekening wijzigt.

Een paar jaar geleden kwam ‘Kwaaie verhalen van liefde’ uit, een bundel voor volwassenen. Sjoerd Kuyper geeft toe dat hij inderdaad vaak kwaad kan worden als dingen die hem aan het hart gaan misgaan zoals bijvoorbeeld onderwijs of opvoeding.

Op verzoek van Pauwels leest de schrijver het mooie gedicht ‘Jouw hand’ voor.

Op de vraag van Pauwels hoe hij zijn schrijfwerk de volgende jaren ziet, vertelt Kuyper dat er tussen kleuter en puber in weinig boeken waren. Recent heeft hij daar ‘Maantje’ in geplaatst. Dat beviel hem wel, dus is hij van plan nog een aantal boeken over haar te schrijven. Zodoende kunnen jongeren van hun geboorte tot hun 16de blijven lezen in zijn boeken. Ook zijn poëzie blijft altijd komen vertelt hij, dus ook daarvan mogen we in de toekomst nog meer verwachten.

Bekijk hier het interview en lees het dossier.

© Sofie De Braekeleer

zaterdag 27 februari 2021

Voor wie fan is van Saskia De Coster: ze was donderdag 25 feb te gast in de Paarse Zetel (De Krook bib Gent). Het gesprek kan nog even herbeluisterd worden. Of lees hieronder of op gentleest.be rubriek 'In de kijker' mijn verslag over dit gesprek. 


Saskia De Coster in de Paarse Zetel, De Krook

27 februari 2021

Donderdag 25 februari 2021 ging Griet Pauwels in de Paarse Zetel in gesprek met Saskia De Coster. Griet Pauwels noemde Saskia De Coster in haar inleiding met recht een literaire duizendpoot. In 2000 werd De Coster opgemerkt met een verhaal in het Nieuw Wereldtijdschrift. In 2002 volgde Vrije Val, haar officiële debuut. Toen volgden JeukEeuwige roemHeld en Dit is van mij. Stadslezer en redacteur Sofie De Braekeleer volgde het gesprek en schreef onderstaand verslag.

In 2013 schreef ze met Wij en ik een Vlaamse roman van formaat waarmee ze op het literaire voorplan trad. Toen volgden Wat alleen wij horen waarin branie en melancholie op haar handelsmerk wezen en in 2019 het zeer goed onthaalde Nachtouders dat autobiografische fictie is en een nominatie kreeg. Eind 2020 volgde In de rij voor de nachtboot en daarnaast schrijft De Coster ook nog columns.

Saskia De Coster schreef haar eerste volzin in de zandbak toen ze twee was. Als kind uitte ze reeds de wens het ‘enige echte verhaal’ te schrijven. Ze getuigde toen al van tomeloze ambitie. Haar fantasierijke moeder zette haar verder op het literaire spoor. Het verhaal waarmee ze begon in het Nieuw Wereldtijdschrift was gelijkaardig van idee als in Wij en ik, tot aan het tapijten kammen toe.

Haar debuut was buitenissig. Ze wilde daarin haar liefde voor taal tonen. Ook haar opleiding als Germaniste speelde mee. Ze wilde als het ware een soort film maken in taal.

Samen met Annelies Verbeke richtte ze de VVV op. Er kwam een manifest om vrouwen op te roepen de literatuur te reanimeren. De Coster erkent dat de tijden nu anders geworden zijn. Er is een positieve beweging gaande. Vele jonge vrouwelijke schrijvers staan op en worden gewaardeerd. Bovendien worden schrijfsters uit het verleden nu wel gewaardeerd, zoals bijvoorbeeld Sylvia Plath. Een voordeel is bovendien dat daar waar schrijvers de verwachtingen van mannelijke rolmodellen moeten waarmaken, schrijfsters niet in de voetstappen van grote vrouwelijke rolmodellen moeten stappen. Zelf beschouwt De Coster Patricia De Martelaere, Virginia Woolf en Charlotte Mutsaers als haar voorbeelden.

Griet Pauwels vraagt De Coster wat haar aangezet heeft tot het schrijven van Nachtouders, over haar eigen ervaring als niet-biologische ouder en met zichzelf als personage. De Coster vertelt dat een boek altijd voortkomt uit een noodzaak. Hier was dit het krijgen van een kind, wat een mens fundamenteel verandert. Ze begon hieraan met het idee om een positieve, warme brief te schrijven aan haar kind. Ze kwam echter al snel tot het besef dat het resultaat te zeemzoet was en dat ze dingen uit de weg ging. Ze wilde nadenken over identiteit, over het verdwijnen van de duidelijke hiërarchie die vroeger bestond tussen ouders en kinderen. Het boek moest gaan over haar rol als niet-biologische mama, het bezoek aan het eiland van de donorvader, haar verwarring de enige niet-biologisch verwante persoon te zijn in het gezelschap, haar schrik of de combinatie van ouderschap en schrijverschap mogelijk was. Toen haar kind in gevaar was op het eiland, reageerde ze echter zo instinctief vanuit haar moederinstinct dat ze gerustgesteld was. Het moederschap zit wel degelijk in haar al is ze dan biologisch niet de moeder van haar kind. Ze vertelt dat ze dit boek nu niet meer zou kunnen schrijven. Ze is al door het proces van die twijfel heen gegaan.

Structuur is belangrijk voor De Coster. Bij elk boek wil ze de juiste vorm en toon zoeken. In de novelle De weddenschap die binnenkort verschijnt, verhaalt ze over een weddenschap in een zomerhuis in Italië en een driehoeksverhouding. Het wordt dus iets totaal anders na het voorgaande thema ‘moederschap’.

Ondertussen verscheen In de rij voor de nachtboot in opdracht van de Confituurwinkels. De opgelegde limiet was hier 6000 woorden. Het resultaat vertelt over een zoeken naar contacten, de afstand tussen twee mensen en de angst om iemand kwijt te geraken.

Op de vraag hoe ze staat tegenover het schrijven van een kortverhaal vertelt De Coster dat ze graag kortverhalen schrijft, omdat die haar een gevoel van vrijheid geven. Een roman is dan weer een heel groot iets, een groot project waar je je aan waagt. Toch vindt ze het ook fijn om volledig in een roman te kunnen verdwijnen. Ze vertelt dat als ze écht in de roman zit en met haar personages aan het praten is, ze geen telefoon kan opnemen of columns schrijven. Ze is dan gericht op de roman en niet op de buitenwereld.

Pauwels informeert naar ‘De sekte van Saskia’ die er kwam na het pamflet Moi les hommes, je les déteste van Pauline Harmange. De Coster weerlegt de kritiek uit Frankrijk dat dit een haatpamflet is. Volgens haar toont dit louter aan hoe de maatschappij is. Er is een geschiedenis van groot fysiek geweld tegen vrouwen. Er moet iets veranderen en tegelijkertijd werkten die structuren wel vroeger, maar in de huidige maatschappij doen ze dat niet meer. Zodoende kwam er het idee voor de sekte. Hoewel de oprichting van de sekte negatieve reacties teweegbracht zoals het verwijt dat mannen uitgesloten worden en dat vrouwen zich wentelen in de slachtofferrol, waren er ook positieve reacties van mannen. Waarom zouden vrouwen zich niet verenigen en praten, vonden zij. De bedoeling is volgens De Coster om in openheid een gesprek te kunnen voeren en te kijken hoe voor gelijke kansen te zorgen. Ze geeft toe dat ze weet dat sektes gedoemd zijn om te mislukken, maar de bedoeling is om erover te spreken. Op de vraag van Pauwels wat de volgende stap is, vertelt de Coster dat er op 6 mei weer een opname komt ter vervolg, waarin misschien ook mannen aan het woord zullen komen. Het doel is om openingen te creëren om te kunnen samenwerken.

Het is duidelijk dat De Coster ondanks de lockdown niet stil zit. Na haar kritiek op haar Alma mater, de KULeuven, voor de lacune in haar opleiding, nl. zelf schrijven, kaatste de KUL de bal terug met de vraag om Writer in Residence te worden. Er werd haar voorgesteld om zelf creative writing te geven. Ook komt er een link met hardlopen. Zelf loopt De Coster veel en daar heeft ze baat bij voor haar creativiteit. Er komt nu een groep die schrijft en hardloopt en een groep die enkel schrijft. Daarvoor komt er een samenwerking tussen Letteren en Sportkot om te onderzoeken wat het verschil is in de schrijfoutput.

Tot slot legt Pauwels haar de vraag voor of literatuur zal blijven bestaan in deze vorm. De Coster is stellig in haar antwoord. Neen, literatuur is nu al aan het veranderen. We schrijven meer dan ooit, denk maar aan Facebook en Whatsapp en dat heeft zeker invloed op hoe we met verhalen vertellen omgaan. Ook taal zelf is aan het veranderen. Dit frustreert haar geenszins, maar maakt haar vooral nieuwsgierig.

Herbekijk of herbeluister het gesprek. Bibliotheek De Krook stelde ook een dossier samen.

©Sofie De Braekeleer

zaterdag 12 december 2020

Voor wie interesse heeft in Bart Moeyaert, ik volgde het gesprek dat Griet Pauwels met hem had in de Paarse Zetel in de Krook en schreef er een verslag over voor #gentleest 


Bart Moeyaert in de Paarse Zetel. Verslag

12 december 2020

Schrijver Bart Moeyaert is een veelzijdig man die zich niet gemakkelijk in een hokje laat plaatsen. Op zijn 19de debuteerde hij met Duet met valse noten, waarna vele pareltjes volgden zoals bv. Kus me en Het is de liefde die we niet begrijpen. Hij schreef ook romans voor oudere lezers, gedichten, theaterteksten, was stadsdichter van Antwerpen in 2006 en viel in de prijzen in binnen- en buitenland. Vorig jaar culmineerde dit alles in de Astrid Lindgren Memorial Award, de Nobelprijs voor de jeugdliteratuur zeg maar.

Bart Moeyaert was te gast in de Paarse Zetel in De Krook Gent op 10 december 2020.
Moeyaert vertelt dat hij zeer veel las als kind. Als jongste van zeven kinderen vluchtte hij ook in zijn verhalen. Hij schreef om zich als kleinste naar wie niet al te veel geluisterd wordt, toch te kunnen uiten.

Gastvrouw Griet Pauwels polst naar zijn ambivalente houding en gevoelens t.o.v. zijn debuut. Moeyaert wilde evolueren en zwoer daarom een tiental jaar lang dat debuut wat af om anders bekeken te worden. Griet Pauwels wijst hem erop dat het desondanks toch erfgoed geworden is, waarop Moeyaert instemmend zegt dat hij er nu wel weer trots op kan zijn.

Moeyaert vertelt in veel boeken over zichzelf. Hij verdoezelt wel dat het over zichzelf gaat, maar hij schrijft altijd op die manier. Hij observeert wat rond hem gebeurt en vertaalt dat dan naar zichzelf.

Aidan Chambers had met Dansen op mijn graf een zeer grote invloed op Moeyaert. Dit boek gaat over twee jongens die verliefd worden. De toen 19-jarige Bart had zelf twijfels en dit boek kwam heftig aan bij hem: hij vond het boek zeer goed, maar het gaf hem ook emotioneel een mep. Bovendien zat hij zelf vast in het idee dat een boek chronologisch moet worden verteld en zag hij hier dat dit niet hoefde én dat je bovendien meerstemmig kon schrijven. Dit alles had invloed op zijn derde boek: Suzanne Dantine. Vanaf dan kon hij niet meer terug naar de stijl van zijn eerdere boeken.

Pauwels polst waarom Moeyaert zo hard vocht tegen het keurslijf ‘jeugdliteratuur’ waarin hij geplaatst werd.

Moeyaert legt uit dat dit eigenlijk geen relevant onderscheid is: een boek kan in het ene land onder jeugdliteratuur vallen en in een ander land bij de volwassen boeken geplaatst worden. Bovendien moet je in de krant vechten om een vermelding als je jeugdliteratuur schrijft. Een recensent die een voldoende groot artikel aan je mag wijden, maakt je bekend bij het publiek. Je leert er als schrijver ook van bij hoe de leeservaring van je boek is. Als jeugdauteur krijg je die kansen bijna niet.

Moeyaert is schatplichtig aan Astrid Lindgren. Alle boeken die je als kind leest, vormen je potgrond, vertelt hij. Pas toen hij het juryverslag kreeg, besefte hij dat hij inderdaad in de geest van Astrid Lindgren schrijft. Ook hij ziet kinderen voor vol aan. Hij is dan ook blij dat hij dankzij de ALMA een speech mocht geven over het belang van de kindertijd. Ook worden zijn boeken sindsdien in zeven extra talen vertaald.

Pauwels wijst erop dat Moeyaerts personages vaak loners zijn: ze zijn nukkig en niet in staat om te communiceren. Moeyaert lacht en zegt: “Ik dacht dat je het over mij had.” Hij vertelt dat hij het als jongste moeilijk had met communiceren en snel leerde om alleen te zijn. Als Pauwels hem erop wijst dat zijn laatste boek wel hoopvoller eindigt dan vele andere van zijn boeken grinnikt hij en vertelt dat hij nu wel lichter leeft dan vroeger. Hij is beter geworden in relativeren en wil nu meer meegeven dat het morgen wel weer beter gaat.

Pauwels merkt op dat je Moeyaerts boeken traag moet lezen. Ze moet herlezen ook. Dit is niet evident vandaag de dag. Moeyaert beaamt dit, maar vindt dit geen probleem. Enkel een langzaam lezend kind zal Bianca uit Tegenwoordig heet iedereen sorry écht leren kennen. Een ander schrijver schrijft dan wel sneller, maar Moeyaert weet wat voor soort kind hij zelf was en hij schrijft voor zulke kinderen.

Het hele leven is heel anders geïllustreerd dan de vorige boeken, merkt Griet Pauwels op. Ze vraagt of het belangrijk is voor Moeyaert om de illustrator van zijn boeken heel bewust te kiezen. Moeyaert legt uit dat als hij jaren werkt aan een boek, hij ook wil dat het omslag klopt. Tijdens het schrijven groeit al het gevoel wie er voor hem klopt als een bus bij het boek waaraan hij werkt. Zo werkte hij al met grote namen als Gerda Dendooven en nu voor Het hele leven met Peter Van den Ende (wiens Zwerveling door de New York Times tot een van de 25 beste kinderboeken werd verkozen).

Moeyaert is niet alleen schrijver, maar ook dichter. Volgens hem zorgden zijn gedichtenbundels ervoor dat hij ophield te zeggen en te geloven dat papieren woorden geen macht hebben. Toen hij in 2006 stadsdichter werd van Antwerpen, merkte hij dat woorden mensen woest konden maken of troost konden geven. Woorden op papier deden er wel degelijk iets toe. Op verzoek van Griet Pauwels leest Moeyaert Kies voor uit Gedichten voor gelukkige mensen.
In zijn laatste gedichtenbundel Helium spreekt Moeyaert over de liefde voor zijn ouders. Hij leest het titelgedicht uit deze bundel voor over de dood van zijn vader. De slotregels van dit gedicht zijn als volgt:

“Als rook erboven werd hij een gedachte.
Je kunt hier weinig anders doen
dan zijn, een tijd graag zien
en daarna op z’n zachtst verdwijnen.”

Ze verklaren volgens Moeyaert perfect hoe mensen als helium lichter dan lucht worden als ze langzaam verdwijnen. Zo kwam hij dus op de titel voor deze bundel.

Ter afronding probeert Griet Pauwels om Bart Moeyaert te overhalen een tipje van de sluier op te lichten over welke projecten hij nog op stapel heeft staan. Ze heeft gehoord dat er een nieuw boek rond visverwerking aankomt, waarvoor Moeyaert tijdelijk in de sector aan het werk ging. Moeyaert merkt echter op dat dit project voor hem voelde als iets dat pas voor over een paar jaar is en dat hij nu met iets anders bezig is. Hij laat zijn lezers graag nog even in spanning hieromtrent.

Een andere invalshoek waarover Pauwels heeft gehoord, is over de kindertijd van Moeyaerts moeder. Moeyaert vertelt dat hij de vele dagboeken van zijn moeder kreeg met haar verzoek ze te bewaren en er misschien ooit iets mee te doen. Hij heeft zich er echter nog niet toe kunnen zetten ze open te doen. In Broere kreeg de lezer de visie mee van het kind op de kindertijd. Voor Moeyaert is het een interessant gegeven om zich af te vragen wat er zou gebeuren als hij met de blik van zijn moeder diezelfde periode van zijn kindertijd herbeleeft en herschrijft. Zij was van zijn beide ouders de stille ouder. Het zou heel interessant zijn om haar stem over deze periode te laten gaan, maar tegelijk is het voor hem nog niet evident om hieraan te beginnen.

Moeyaert vertelt ook met een grijns dat hij filmnieuws heeft, maar ook daarover wil hij zijn publiek niet meer vertellen. Bovendien speelt hij met het idee om een libretto voor opera te maken in het Nederlands. Het lijkt hem interessant om te kijken hoe onze taal zich wel of net niet leent voor een opera. Dus plagend zegt hij dat het misschien wel dit wordt, wie weet.

Hoe het ook zij, deze veelzijdige woordenkunstenaar is duidelijk nog niet van plan om ermee te stoppen. We kijken dan ook vol nieuwsgierigheid uit naar het vele moois dat we nog van hem mogen verwachten.

©Sofie De Braekeleer


maandag 7 december 2020

 Overhaald


Ik botste per toeval op dit project en besloot me erin te verdiepen en er een artikel over te schrijven. Vandaag verscheen mijn artikel op Gentleest.be, rubriek 'In de kijker'.
Wat een fijn en zinvol idee van die studenten! Ik hoop dat het navolging krijgt van andere uitgeverijen!

anderstalige m/v, 11-19 j. mt laag taalniv. Ndls zkt goed Ndls boek zonder prinsessen, draken of robots. Gelieve zich te onthouden indien nt serieus

 

Een paar jaar geleden vroegen drie studenten educatieve bachelor secundair van Arteveldehogeschool zich af hoe het eigenlijk zat met de leesmotivatie van bso -leerlingen en anderstalige leerlingen. Voor hun onderzoek naar ‘leesbevordering bij laagtaalvaardige leerlingen’ deden ze navraag bij die leerlingen. Ze concludeerden dat tweederde van hen wél graag las… alleen niet in het Nederlands. Zelfs leerlingen die in hun moedertaal al behoorlijke klassiekers achter de kiezen hadden, lazen niet graag in het Nederlands. Ze vonden de verhalen of te moeilijk, of te kinderachtig. Bovendien sloten de verhalen niet aan bij hun interesses. De studenten trokken naar de Krook en ontdekten daar dat het leesmateriaal voor mensen met een laag taalniveau Nederlands vooral bestaat uit… kinderboekjes. Prinsessen, robots, … niet echt de leefwereld van tieners. De studenten begrepen dat dit niet echt motiverend werkte voor de bso en OKAN leerlingen die ze leren kennen hadden in VISO Gent. Er was een duidelijke nood aan meer leesmateriaal voor tieners, adolescenten en volwassenen die beginnen lezen in het Nederlands. De studenten besloten partners te zoeken en te proberen een boek te maken dat inspeelde op deze nood. Zij werkten hiervoor samen met oa uitgeverij Wablieft.

Het boek dat zo vorm kreeg, heet ‘Overhaald’. Het wil laagtaalvaardige jongeren overhalen om te lezen in het Nederlands (en daar hopelijk ook plezier aan te beleven) en het wil Nederlandstalige moedertaalsprekers (leerkrachten en anderen) overhalen om in anderstaligen te geloven en hen tot lezen aan te sporen. Verschillende bekende schrijvers schreven een kortverhaal voor ‘Overhaald’. Het boek dat in het voorjaar van 2021 in de boekhandel moet liggen, zal 14 kortverhalen inclusief enkele gedichten bevatten in gedifferentieerde leesniveaus. De verhalen werden geschreven door Lize Spit, Herman Brusselmans, Fikry El Azzouzi, Hans Bourlon, Hind Eljadid, ….

De schrijvers moesten rekening houden met een aantal richtlijnen: een verhaal mag 3 tot 5 pagina’s lang zijn, zinnen mogen uit maximaal 15 woorden bestaan, alinea’s uit hooguit 10 zinnen, de verhalen worden geschreven in de tegenwoordige tijd en in een chronologische opbouw, passiefvormen en figuurlijk taalgebruik worden zoveel mogelijk vermeden. Zo verkrijg je verhalen die haalbaar worden om te lezen, zonder dat je aan kwaliteit inboet. Bij het boek hoort een gratis online didactische module. Leerkrachten vinden er powerpoints met inspiratie om rond de verhalen te werken en een verbetersleutel (zie ‘Leerkrachtengids’) op https://overhaald.wixsite.com/website 

Lezen bevordert de taalontwikkeling. De taal spreken van de plaats waar je woont, leidt tot betere communicatie en meer wederzijds begrip. Alleen maar voordelen dus! Laten we dan ook hopen dat dit initiatief navolging kent en dat er snel meer leesmateriaal komt voor anderstalige adolescenten en volwassenen. Omdat we graag lezen en graag anderen laten delen in dat plezier én omdat we graag anderstaligen laten kennismaken met Nederlandstalige schrijvers waar wij een boontje voor hebben!

 

 

De drie studenten die dit mooie project opstartten zijn: Thibaut Duthois, Nikolaas Mergan en Robbe Pessemier. Zij wonnen in 2019 de Klasseprijs voor hun bachelorproef ‘Leesbevordering bij laagtaalvaardigen – Het ontwikkelen van een literatuurhandboek’ (Arteveldehogeschool, lerarenopleiding secundair.) De drie zijn nu masterstudenten pedagogiek en onderwijskunde aan de UGent. 

Hun scriptie is terug te vinden op https://scriptiebank.be/overhaald

De studenten werkten samen met Arteveldehogeschool, Odissee, Vooruit Gent en de Orde van den Prince om de werkgroep ‘Overhaald’ op te richten die instaat voor o.m. de uitgave van de verhalenbundel. Het taalgenootschap De Orde van den Prince en Kunstencentrum Vooruit steunden het project financieel. Dankzij hen zullen zo’n 400 exemplaren van het boek gratis verspreid kunnen worden onder OKAN-scholen.

Je kan de vordering van dit project volgen op Instagram: @overhaald, Twitter: @overhaald en Facebook: @overhaald

overhaald.wixsite.com/website

 

©Sofie De Braekeleer


of online:

https://www.gentleest.be/in-de-kijker/anderstalige-m-v-11-19-j-mt-laag-taalniv-ndls-zkt-goed-ndls-boek-zonder-prinsessen-draken-of-robots-gelieve-zich-te-onthouden-indien-nt-serieus

 

 

 

 

 

 

dinsdag 1 december 2020

 

                                            Coronabedenkingen

 

Wat doe je als je zoon anderhalf uur therapie heeft en jij niet binnen mag owv corona. Niet binnen in de wachtzaal van de therapeute, niet binnen in een tearoom voor een theetje, niet binnen in een winkel. Niet binnen in een lokaal dienstencentrum, in de bib, … O ja, en het is koud en het regent en je bent met de fiets en het is te ver om terug naar huis te rijden.

Je kan:

Bij een garage binnenstappen en doen of je een auto wil kopen

Nog beter want warmer: bij een bank binnenstappen en doen of je een lening voor een huis wil. Dan kan je misschien nog een warm theetje in de wacht slepen

Iemand nog suggesties?

In tijden van corona én wintertemperaturen is het niet eenvoudig om een wachtende mama te zijn 😊