Voor de DeinzeShopping-wedstrijd Poëzieweek 2023 schreef ik een gedicht gebaseerd op een gekke, fijne vriendin die ik al van in het zesde leerjaar ken en die sinds het eerste middelbaar in mijn klas zat. Mijn gedicht won en ik kon vorig weekend fijn gaan shoppen met mijn shoppingbon. 😊
dinsdag 28 februari 2023
Magische reis door adembenemende dierenwereld
Ed Yong is wetenschapsjournalist voor The Atlantic.
Hij won meerdere prijzen, waaronder zelfs een Pulitzerprijs. De uitstekende
vertaling van zijn boek Een immense wereld gebeurde door Menno
Grootveld.
Ik beken het maar meteen: dit briljante boek is nu al mijn
nummer één voor dit jaar. De auteur slaagt erin om de perfecte balans te vinden
tussen wetenschappelijk en onderhoudend. Het boek bevat verscheidene
wetenschappelijke uitstapjes naar delen van het geheugen waar bij menig lezer
de chemie-, fysica- en biologiekennis er wellicht zeer bestoft bij ligt. Die
kennis wordt grondig bijgespijkerd en up-to-date gebracht met de recentste
onderzoeksresultaten. Yong verliest zich niet in de wetenschap, maar vindt vaak
originele, laagdrempelige beelden om theorie bevattelijk te maken, waarbij hij
verdere verdieping in een voetnoot uitwerkt. Het houdt het geheel prettig
leesbaar en overzichtelijk. Wie de laatste wetenschappelijke puntjes op de i
wil, kan zijn hart ophalen aan de zeer uitgebreide bronnenlijst.
In de inleiding weet de auteur de lezer meteen te fascineren
via een goed uitgewerkt voorbeeld waarin vele diersoorten en hun bijzonderheden
aan bod komen. Daarna wordt de lezer aan de hand van dertien hoofdstukken meegenomen
naar werkelijk àlle mogelijke leefwerelden van dieren: van geur en smaak en
andere voor de hand liggende zintuigen tot voor de mens moeilijker te vatten
elektrische en magnetische velden. Afsluiten doet de schrijver met de invloed
van de mens op de verschillende dierenwerelden.
Doorheen het boek leert de lezer anders te kijken door vaker
de bril van een dier op te zetten voor hij oordeelt. De vele weetjes zijn enorm
fascinerend. Tegelijkertijd behoudt de auteur de controle over zijn
hoofdstukken, zodat de info helder en gestructureerd blijft. Ed Yong slaagt er
bovendien in om over dit alles een sausje van humor te gieten.
Dit boek is absoluut vijf sterren waard. Het is een
werkelijk schitterend werk voor wie altijd al interesse had in dieren én het slaagt
er ook in om wie dat niét had warm te maken voor de vele mysteries rondom ons.
De embryo’s van kikkervisjes die versneld uit het ei komen als dat ei opgegeten
dreigt te worden, de parende vuurkevers midden in een inferno, ondeugende
zeeotters die tafelpoten uit een tafel draaien, ballonvarende spinnen, vleermuizen die de
spieren van het middenoor samentrekken als ze roepen om zichzelf niet doof te
maken, … en nog talloze andere dieren zullen de lezer intrigeren en bijblijven.
Hoewel het laatste hoofdstuk ons wijst op de vele manieren
waarop het gedrag van de mens de prikkels van dieren verstoort, leren
verscheidene voorbeelden ons ook hoe we de diversiteit van onze immense wereld
kunnen bewaren. Het maakt het boek naast leerrijk ook een oproep tot
verantwoordelijk gedrag en een inspiratiebron.
Met dank aan Atlas Contact voor het recensie-exemplaar.
donderdag 1 december 2022
Voor wie nog een dik boek zoekt voor de boekenliefhebber die graag een boek leest dat moet chambreren als een goede wijn en waarvoor je de tijd moet nemen, is dit een aanrader!
Een doos van
Pandora op het idyllische platteland
Journaliste Eva Menasse debuteerde in 2005. Haar boeken zijn
sindsdien vertaald naar vele talen en regelmatig bekroond. Nu brengt ze Dunkelblum
zwijgt uit bij Uitgeverij Atlas Contact.
In Dunkelblum zwijgt neemt Eva Menasse de
zwijgcultuur van het fictieve Oostenrijkse dorpje Dunkelblum, vlakbij de
Hongaarse grens, op de korrel. Wanneer in 1989 ettelijke DDR-vluchtelingen op
een boogscheut van Dunkelblum aan de Hongaarse grens samendrommen, komt een
geheimzinnige vreemdeling naar Dunkelblum. Als hij vragen gaat stellen over het
verleden, jongeren op onderzoek uitgaan, een lijk uit de Tweede Wereldoorlog
opduikt en een jonge vrouw verdwijnt, wordt het steeds duidelijker dat er in
Dunkelblum ernstige misdaden gebeurd zijn in de periode dat de fascisten aan de
macht waren. De ouderen zijn hier allemaal van op de hoogte, maar blijven hardnekkig
zwijgen.
‘dat dit gesprek nooit had plaatsgevonden was duidelijk,
dat hoefden ze niet uit te spreken. Dat was hier een oude traditie, daar hadden
ze zich tot dan toe altijd prima mee gered.’
Eva Menasse speelt virtuoos met taal. Prachtige beeldspraak,
scherpe observaties en spitse humor wisselen elkaar af. Annemarie Vlaming
leverde een uitstekende Nederlandse vertaling af, waarbij ze af en toe een
Duits, dialect of Hongaars woord laat staan waarmee ze de couleur locale extra
in de verf zet.
‘(…) tergend trage verwoestingskracht van de vegetatie -
veel langzamer nog dan lava, maar even meedogenloos. Ze had haar werk al
gedaan. Wortels vreten zich van onderaf naar boven, drukken alles weg, hoe
zwaar ook. Met hun wroetende vingers laten ze de stenen huilen, ze barsten uit
elkaar van onzichtbare tranen, en de takken en bladeren vanboven doen alleen
maar alsof ze komen troosten, terwijl ze het slagveld slechts toedekken - collaborateurs
dat ze zijn.’
De schrijfster baseert zich voor haar boek op de vele kleine
dorpjes waar massale racistische misdrijven plaatsvonden onder het naziregime.
De daaropvolgende Russische inval en de angst zijn maar enkele redenen waarom
mensen ook daarna bleven zwijgen.
Het boek is opgedeeld in drie grote delen die ongeveer even lang
zijn. De vele personages worden voorgesteld door een alwetende verteller die de
lezer beetje bij beetje stukjes informatie voert. Kleine zijverhaaltjes blijken
daarbij soms relevant om later een los eindje mee vast te knopen. De lezer moet
geconcentreerd blijven om niets te missen. Van die lezer wordt veel gevraagd.
Wellicht zijn weinig Nederlandstalige lezers perfect op de hoogte van de specifieke
situatie op het Oostenrijkse platteland of in Hongarije tijdens de Tweede
Wereldoorlog of in 1989 bij de Val van de Muur. Ook het grote aantal personages
en de slechts geleidelijk vrijgegeven informatie op soms slechts subtiele wijze
maakt dit geen eenvoudig boek. Het is daarom goed dat vanaf de zesde druk een
personagelijst toegevoegd is in het boek. De lijst is ook te vinden op de
website van Atlas Contact. Een verhelderend interview dat Trouw met de auteur
had over het boek in juni, maakt veel duidelijk. Een kort voorwoord of nawoord
van de auteur over de historische authenticiteit van de nazistische
uitdrukkingen die ze fervente nazi’s in haar boek laat zeggen vele decennia na
de oorlog, zou - zeker voor buitenlandse lezers - een meerwaarde zijn om het
boek beter te kunnen plaatsen.
De vele losse verhalen zijn als draden in een groot
wandtapijt waarop de auteur de geschiedenis schetst. Voor de aandachtige lezer
die eventueel extra informatie opzoekt, of noteert tijdens het lezen, wordt
veel duidelijk tegen het einde. Eva Menasse heeft hier een heel sterk boek
neergezet dat zowel spannend en leerrijk, als literair verfijnd en grappig is.
Een aanrader voor wie de tijd neemt om dit boek traag en geconcentreerd te
lezen.
woensdag 16 november 2022
Dansen met de duivel
Met het boek Gevangen in leugens is Femke Roobol niet
aan haar proefstuk toe. Na vele gesmaakte romans over een keur aan
geschiedkundige perioden schrijft ze ditmaal over smokkelaars en spionnen in
het grensland tussen het bezette Vlaanderen en het neutrale Nederland in de
Eerste Wereldoorlog. Het boek werd uitgegeven door Uitgeverij Zomer &
Keuning.
De Nederlandse Julia en de Belgische Eloi zijn koorddansers.
Als de Eerste Wereldoorlog uitbreekt, vallen ze zonder werk. Eloi vertrekt naar
het front als oorlogsvrijwilliger en Julia besluit een opleiding tot spionne te
volgen. Hun eens zo hechte vriendschapsband dreigt te worden verscheurd. Als ze
elkaar tijdens de oorlog opnieuw treffen in Antwerpen zijn beide veranderd.
Eloi is getormenteerd door de oorlog, Julia is niet langer de verliefde,
gehoorzame bakvis van voor de oorlog. Maakt hun liefde nog een kans?
De kaft van het boek is verfijnd. Wie goed kijkt, ziet een
fijn madeliefje getekend tussen Femke en Roobol op de kaft. Ook bij de kaft van
eerdere boeken, staan daar gekruiste degens, linten en andere elementen met een
specifieke symboliek in het boek. Het is een verzorgd, gesofistikeerd element.
Roobol schrijft over een boeiende en spannende periode. Ze verwerkt
vele historisch interessante weetjes in haar boeken, zonder dat die de voortgang
van het verhaal zelf doen haperen. We leren over citroensap om boodschappen in
code te schrijven, over een ton of raamwerk om door de dodendraad te kruipen en
het leven in circussen die toen nog veel belangrijker waren. Een mooi extraatje
is de website van de auteur waar per boek heel veel info te vinden is. Ook daaruit
kan opgemaakt worden dat de auteur zich goed inleest voor ze een boek
uitbrengt.
De schrijfster werkt haar personages zeer goed uit. Julia
evolueert van een verliefde 15-jarige bakvis die totaal ongeïnteresseerd is in
politiek naar een geëngageerde en geharde spionne. Eloi is ernstiger en
gesloten vanaf het begin. De loopgraven en het verlies van kameraden maken hem
harder. Voortaan sleept hij een trauma met zich mee. Ook de andere personages worden
mooi vormgegeven. De schurk van dienst is een zeer interessant, complex
personage dat zeer tot de verbeelding spreekt en het verhaal de nodige spanning
geeft. De vader van Eloi wordt, hoewel maar kort beschreven, toch met enkele
rake opmerkingen neergezet: we zien hoe hij oprecht van Eloi houdt, al toont
hij zijn emoties niet vlot.
‘Eloi,’ zei mijn vader weer. Het was alsof hij niet
verder kwam dan mijn naam, de naam die hij zelf nooit had gekozen maar waarvan
hij had leren houden omdat het de mijne was. In het uitspreken van dat ene
woord lag zijn liefde voor me opgesloten. Het was genoeg voor me.’
Verschillende scènes zijn zeer ingrijpend en sterk neergezet.
Gevangen in leugens weet de juiste balans te vinden tussen een
geschiedkundig verhaal over de grensstreek tussen Vlaanderen en Nederland
tijdens WOI en een liefdesverhaal met boeiende, complexe en gelaagde
personages. Het is tegelijk spannend, gevoelig en leerrijk. Dit vlot geschreven
boek zal veel lezers aanspreken.
Deze recensie verscheen eerder op Hebban.nl
dinsdag 1 november 2022
Voor een schrijfopdracht: schrijf een heel kort kinderverhaaltje van max. 100 woorden.
Toen Boris Letter vrijdag wakker werd, miste hij een letter. De L was verdwenen. Etter heette hij nu. Hij maakte luid misbaar op school, maar niemand vond het zielig voor hem, want het klopte wel. Na de middag waren de letters plots gehusseld en was hij Retis Boert geworden. Toch bleef het jongetje klieren. Toen de bel ging, bleef enkel Rot nog over. Het lettervretertje had er graag ‘rotjoch’ van gemaakt, maar daarvoor miste hij de juiste letters. Toch was hij best tevreden met zichzelf en fluitend ging hij op zoek naar de volgende pestkop om een lesje te leren.
maandag 17 oktober 2022
Dit aparte boek las ik in een leesclub op Hebban. Hieronder mijn recensie over het boek.
Iedereen slaat de bal wel eens mis
Met zijn sobere kaft en enigszins vreemde titel zou je De
voordelen van Sint-Barbara over het hoofd kunnen zien. Maar dit boek van
Erik Nieuwenhuis, uitgegeven bij Uitgeverij Brooklyn biedt meer dan de sobere
eerste indruk laat uitschijnen.
Kunstenaar Ruben Linnik loopt tegen de 60. Het lijkt hem een
uitgelezen moment om een kort tripje te maken met zijn twee kinderen naar
Oostenrijk. Tegelijkertijd wil hij hen vragen om hem als hij te zijner tijd komt
te overlijden, niet op het platteland te begraven waar hij nu woont, maar hem
in een van de mooie begraafplaatsen van Amsterdam onder te brengen. Het wordt
een weekend met zowel te grote verwachtingen en harde woorden, als ook
voorzichtige bruggen naar elkaar. Dan gebeurt er iets op de terugweg waardoor
iedereen plots wel moet nadenken over familiebanden en emoties.
Het boek bestaat uit vijf delen, waarbij er een duidelijke
breuk is na deel I. Het verhaal leest grotendeels vlot, maar voelde naar het
einde toe een beetje te lang uitgesponnen.
De schrijver slaagt er goed in om totaal verschillende
omgevingen en personages met weinig woorden te kunnen schetsen. Van de
extravagante Bobbie in haar slordige vakantiehuisje, met haar extreme emotiewisselingen
tot de nieuwe vriend van Eva die probeert haar voorzichtig tot kalmte te manen.
De auteur schrijft koel en afstandelijk, maar met een
ongelooflijke humor, die soms zwart, cynisch of wrang is. Daarbij maakt hij
rake observaties.
‘Dat het kunstenaarskinderen
uit Amsterdam zijn, neemt ze zeker mee in haar overwegingen, evenals het feit
dat hun gezamenlijke contacten op social media vrijwel de gehele DSM-5
vertegenwoordigen.’
Nieuwenhuis schetst treffend hoe eenzelfde periode (de jeugd
van de kinderen) heel anders herinnerd wordt door die kinderen dan door hun
vader. Kind of partner van een artiest zijn is niet eenvoudig. Het is dan ook vooral
via hun cynisme en verbittering dat we de emoties van de personages leren kennen.
Het verleden leert de lezer gaandeweg kennen via hippievriendin Bobbie, zodat
het beeld van de kinderen (een vader die hen in de steek liet omwille van de
kunst) en het beeld van de collega-artiest (Ruben als bezield man met vele
ideeën en energie die verantwoordelijkheid neemt voor zijn fouten) over elkaar
schuiven en zo een completer en meer 3D beeld vormen van de persoonlijkheid van
Ruben: niet de vader óf de kunstenaar, maar vader, kunstenaar, foutenmaker en
energiek mens.
Spijt, menselijk falen en het opnemen van
verantwoordelijkheid daarvoor vormen een rode draad doorheen het boek. Een mens
probeert en maakt daarbij fouten, en met voldoende communicatie en dierbaren
die de verschillende facetten van iemands persoonlijkheid kunnen duiden, ontstaat
er hopelijk begrip over de fouten die nooit de bedoeling hadden om iemand pijn
te doen. Het boek wordt echter niet zwaar op de hand met een schrijver die niet
bang is van humor, messcherpe dialogen en absurde situaties. Laat u vooral
verrassen en meevoeren.
Deze recensie verscheen eerder op Hebban.nl
Koester de muziek. De Paarse Zetel met Anna Enquist in Bibliotheek De Krook
Wie Anna Enquist zegt, zegt ‘muziek’. De Nederlandse schrijfster studeerde piano en psychologie voor ze in 1991 debuteerde met de poëziebundel Soldatenliederen, die gevolgd werd door de roman Het meesterstuk.
Moderator Griet Pauwels vraagt haar naar deze liefde voor muziek. Enquist vertelt hoe muziek een effect heeft op mensen, waardoor die het niet droog kunnen houden. Reeds in haar eerste roman speelt muziek een belangrijke rol. Wanneer Pauwels haar vraagt of ze rekening houdt met een publiek dat mogelijk geen muzikale voorkennis heeft, grapt Enquist dat schrijven al complex genoeg is zonder dat ze zich daarmee bezig moet houden. Ze benadrukt dat ze uitgaat van de zelfwerkzaamheid van de lezer. Die mag je niet onderschatten. De lezer zal volgens haar zelf opzoeken wat hij of zij niet begrijpt.
Toen Enquist bezig was met onderzoek naar de scheepsvaart, overleed haar dochter aan een verkeersongeluk. Ze zou uiteindelijk hierover schrijven door voor het perspectief van de echtgenote van de Britse ontdekkingsreiziger, James Cook te kiezen: een moeder wier zes kinderen stierven tijdens haar leven. Het zou het eerste proza zijn wat haar weer lukte. In eerste instantie was het echter de muziek die haar hielp. Ze begon aan optredens met de pianist Ivo Janssen waarmee ze rondreisde. Het werden muziekstukken met haar teksten ertussen geweven. Door deze ervaringen en vriendschap begon ze de Goldbergvariaties van Johann Sebastian Bach te studeren, omdat haar dochter die zo mooi vond. De variaties herinnerden de schrijfster aan bepaalde episodes uit het leven van haar dochter. Tijdens haar opzoekingswerk over Bach ontdekte ze dat hij zelf een zoon had die op 24-jarige leeftijd stierf en dat Bach toen aan de Goldbergvariaties begon. Dit bevestigde voor Enquist dat deze muziek een link had met heel ingrijpend verlies. In haar roman Contrapunt komt dit terug. Op verzoek van Pauwels leest Enquist het gedicht Essentie van het missen voor waarin ze de rouw om haar dochter verwoordt.
Griet Pauwels brengt het gesprek weer op muziek. Anna Enquist vertelt dat bij muziek spelen de technische beheersing op de eerste plaats moet staan. Anders wordt het té. Ook bij het schrijven is dit het geval. Ze vertelt hoe Hugo Claus haar lang geleden het advies gaf om 500 woorden te schrijven per dag en de volgende ochtend alle overbodige adjectieven en al het uitleggerige te schrappen, om dan vervolgens verder te gaan met het schrijven van de volgende 500 woorden. Zo zou ze op één jaar een boek af hebben.
Enquists boeiende manier van vertellen blijkt maar weer als ze vertelt hoe Gerrit Kouwenaar weliswaar een heel verschillende stijl poëzie schreef, maar wel een vriend was van haar. Na zijn dood was ze verontwaardigd dat niemand aanstalten leek te maken om een biografie te schrijven over hem. Toen bedacht ze laconiek dat ze het dan maar zelf zou doen. Waarop ze met plezier zijn biografie schreef.
Ook de dichter Herman de Coninck kende ze goed. De betreurde dichter stierf in haar bijzijn. Ook hierover schreef Enquist verschillende gedichten, waarvan ze er op vraag van Pauwels een voorleest.
Dan haalt de moderator een heel ander thema aan: voetbal. Enquist heeft immers bespiegelingen over voetbal geschreven. Ze vertelt hoe ze hierin rolde. In Nederland was het literair tijdschrift Hard gras ontstaan. Enquist had toevallig een gedicht geschreven over een voetballer en las dat voor tijdens een radiobijdrage. Ze geraakte kort erop aan de praat met Matthijs van Nieuwkerk en die had haar bijdrage gehoord en liet het gedicht publiceren. Zo belandde ze in een groep vrienden met onder meer Thomése en Borst. De sfeer was er helemaal anders dan in de rest van het literaire leven. Ze maakten plezier, maakten theaterprogramma’s en lachten veel. Enquist vertelt hoe ze hele mooie herinneringen heeft aan die tijd en nog steeds bevriend is met Koch, Spaan en Thomése.
Recent reflecteert Enquist in haar werk op de ouderdom. Ze uit er een frisse woede tegen datgene wat verloren gaat. Ze is er heel nuchter over: Ze stelt vast dat je als oude persoon niet meer meetelt in de maatschappij en heeft het daar moeilijk mee. Ze is gevat en zorgt voor enige hilariteit in de zaal. Pas als Pauwels aandringt, erkent ze dat er ook wel enkele voordelen zijn aan het ouder worden: je wordt rustiger, het kan je allemaal minder schelen en ze heeft uiteraard tijd om piano te spelen en met haar kleinkinderen te spelen.
Pauwels kaart een laatste onderwerp aan: de essays die Tegenwind vormen. Daarin heeft Enquist het onder andere over de Nederlandse schilder Co Westerik. Zijn enorme muurschildering op een publiek gebouw, werd na de privatisering van de dienst die erin gehuisvest was, met het gebouw mee afgebroken. De boosheid die Enquist daarover voelde, verwerkte ze in haar laatste boek Sloop. Ze vertelt hoe ze bezig was onderzoek te doen naar Haydn. Haar onderzoek vlotte echter niet en toen ze zich realiseerde dat wat haar vooral bezighield de afbraak van deze muurschildering was, besloot ze haar roman daarop verder te bouwen. Toch belandt Haydn ook in het boek. Zijn kinderloosheid wordt weerspiegeld in de componiste in Sloop die Haydn als voorbeeld heeft. Ook Enquists visies over de balans tussen moederschap versus kunst heeft ze in dit boek gestopt. Ze pleit voor het beëindigen van de concurrentie tussen mannelijke en vrouwelijke schrijvers en voor meer vriendelijkheid tussen hen.
Om af te sluiten laat de moderator Anna Enquist het laatste gedicht uit haar laatste poëziebundel Berichten van het front voorlezen. Als Enquist klaar is, herhaalt Pauwels plechtig de laatste zin van het gedicht: ‘Hoe dan ook is hier mijn afscheidsgroet: wantrouw de woorden. Luister goed. En koester de muziek.’ Zelf zou ik willen eindigen met wat de oudere heer de rij voor me zei: ‘Het was echt goed. Het is een vrouw die echt iets te vertellen heeft’.
Sofie De Braekeleer