maandag 5 september 2022

 

Meerlagig pleidooi voor aandacht en begrip voor elke leerling … en mens

 

Gerwin van der Werf recenseert voor Trouw en is de auteur van verschillende romans die de longlist van de Libris Literatuur Prijs haalden of de shortlist van het Beste Boek voor Jongeren. Hij is ook leraar op een internationale school. Die ervaring als leraar schemert door in het net verschenen De Droomfabriek, uitgegeven bij Atlas Contact.

Josie is een 32-jarige vrouw die zonder enige ervaring voor de klas komt te staan in een achterstandsbuurt. Chaos heerst in de klassen, leermoeheid is er de norm. Na haar oorspronkelijke afschuw raken verschillende leerlingen toch een snaar bij haar. Vooral de dwarse Carmen uit 3A intrigeert haar. Als Carmen bijles wiskunde wil, maar wel bij Josie thuis, ontstaat een vreemde vriendschap tussen twee mensen die beide eenzaam zijn en steun zoeken bij elkaar.

Dit boek biedt zoveel meer dan een clichématig rechttoe rechtaan verhaal over een onwaarschijnlijke vriendschap tussen twee mensen uit een verschillend socio-economisch milieu. De auteur biedt de lezer oorspronkelijk amusement met zijn spitsvondige scherpe humor. ‘Heb je verder iets nodig? Pennen? Whiteboardmarker? Traangas? Vlammenwerper?’  Een les wordt omschreven als ‘een in tijd en ruimte strak afgebakend stukje hel.’  

Maar daarna wordt het boek serieuzer. Regelmatig pleit Van der Werf voor een beter vangnet voor kwetsbare leerlingen in het onderwijs en de humor wordt wranger en cynischer. Maar het boek is niet alleen een aanklacht tegen de fouten binnen het onderwijs. Het is ook een psychologisch boek waarin de lezer probeert vat te krijgen op de bagage die Josie met zich meesleept. Ze woont in het huis van haar overleden grootvader, waar ze niets aan de inrichting durft te veranderen. Als dochter van twee hoogbegaafde, succesvolle ouders die zelden tijd hebben voor hun ‘middelmatige’ dochter probeert ze wanhopig zelfvertrouwen te halen uit de weinige herinneringen die haar wel steun bieden. De droomfabriek is ook een moreel boek waarin niemand enkel is wie hij oorspronkelijk lijkt. De cynische, discriminerende leerkracht blijkt ook een gepassioneerd mens die wanhopig blijft dromen van een betere aanpak van kwetsbare leerlingen, maar daar eigenlijk niet meer in gelooft. Ook de andere bijfiguren blijken niet altijd eenduidig goed of slecht te zijn. Regelmatig moet de lezer zijn idee omgooien of nuanceren. Van der Werf laat zijn lezer werken als die probeert een totaalbeeld van Josie en Carmen te krijgen. Zijn twee hoofdpersonages zijn absoluut niet eenduidig in een hokje te plaatsen. De eenzame Josie die zo graag nodig wil zijn voor iemand en de wilde, jonge Carmen die geen grenzen kent: Wie controleert nu eigenlijk wie? Wanneer gaat iets te ver en wie bepaalt dat dan? Is iets een fout als het uit liefde gebeurt?

De dialogen in het boek zijn zeer realistisch en geloofwaardig. Ze scheppen in een oogwenk de chaos van een klaslokaal of de totale eenzaamheid als twee mensen langs elkaar heen praten.

‘Zeg dat het goed met je gaat. Zeg dat even.’

En als het niet goed gaat? Wat ga je dan doen mam? Kom je dan helemaal uit Amerika met je superkrachten om me te redden?

‘Het gaat goed.’

‘Ik hou van je. ‘

‘Ja.’

‘Hoor je dat?’

‘Ja, ik hoor het.’

De droomfabriek biedt geen pasklare antwoorden. Wel is het een pleidooi voor meer begrip, meer inlevingsvermogen, meer tijd om echt naar elkaar te kijken en te luisteren, en minder te oordelen. Het boek slaagt erin om die boodschap overtuigend te brengen zonder melig te worden. Dat maakt het een knappe en waardevolle leeservaring.

Met dank aan Uitgeverij Atlas Contact en De Club van Echte Lezers voor het recensie-exemplaar.

maandag 29 augustus 2022

 Mijn redactionele recensie van dit kleurrijke en spannende boek staat vanaf nu op #hebban


Spanning, manipulatie en wraak in een kleurrijke setting

 

‘Onrust’ betekent het Nigeriaanse woord ‘Wahala’. De term dekt absoluut de lading in de gelijknamige debuutroman van de Brits-Nigeriaanse Nikki May. Carolien Metaal verzorgde de Nederlandse vertaling ervan voor uitgeverij Ambo/Anthos.

 

Ronke, Boo en Simi zijn drie Brits-Nigeriaanse dertigers. Ze zijn hechte vriendinnen die elk hun eigen problemen hebben. Simi en Boo hebben altijd wel wat aan te merken op Ronkes Nigeriaanse vriendjes, hoewel Ronke in haar huidige vriend Kayode de ware denkt te hebben gevonden. Boo heeft in de ogen van de andere vrouwen een droomgezin met liefhebbende man en dochtertje, maar zelf voelt ze zich opgesloten in deze rol van moeder en echtgenote. Simi is zeer succesvol professioneel, maar privé verschillen zij en haar man van mening over het al dan niet beginnen aan een gezin. Deze problemen zijn beheersbaar en de vriendschap is sterk genoeg… tot Isobel het vriendinnengroepje vervoegt. En zij betekent ‘wahala’: onrust, problemen. Zoals May aangeeft…

‘Je kon op haar rekenen de spanning te breken. Het tegenovergestelde van Isobel, op wie je kon rekenen die te laten oplopen.’

 

Het verhaal begint met een dramatisch incident waarna het boek vier maanden teruggaat in de tijd. De voorvallen die tot het drama leiden, worden vervolgens gevolgd door een epiloog negen maanden later. De schrijfster toont de gebeurtenissen afwisselend vanuit het perspectief van de drie vrouwen. Rake observaties leggen de karakters van de vriendinnen bloot.

‘Het bleek dat Simi erg goed was in doen alsof.’

of

‘Ze ging voor boos doch sexy’ als reactie op een vriendje dat een afspraak mist, zijn maar enkele van de veelzeggende beschrijvingen.

Een van de grote verdiensten van het boek is de vlijmscherpe humor waarmee de auteur alles observeert.

‘Typisch pa (…) Hij was gespecialiseerd in autoritair ouderschap met chantage als bijvak’

of

‘Iso snauwde. Boo smaalde. Ronke sipte. Het zei wel iets als een zesjarige de meest volwassen aanwezige persoon was geweest.’

 

May bouwt de spanning en manipulatie mooi op richting een onvermijdelijke uitbarsting. De verschillende elementen die hierin als katalysator dienen, zorgen voor een dreigende onderstroom. Daarnaast verwerkt de auteur nog verschillende andere thema’s in haar verhaal. Het al dan niet hebben van een kinderwens en de spanning die dit kan veroorzaken tussen een koppel, de worsteling met een dubbele nationaliteit en de omgang met paniekaanvallen zijn maar enkele van die thema’s. Goed uitgewerkte, geloofwaardige personages dragen het verhaal, terwijl sterke dialogen en rake humor het geheel nog extra kruiden. Eindigen doet Nikki May met de recepten van een aantal gerechten die in het boek voorkomen. Een roman vol intriges, wraak en couleur locale om duimen en vingers van af te likken.

 

 

dinsdag 23 augustus 2022

 

Spanning in sfeervol decor

 

Met De geheimen van de kostschool zorgt Harry Whittaker als oudste zoon van Lucinda Riley ervoor dat Rileys enige misdaadroman postuum uitkomt. Hij vertelt in het voorwoord dat dit manuscript een van de eerste drie boeken was die bestsellerauteur Riley schreef zonder uitgever. Het was haar wens het boek uit te brengen na haar zeer succesvolle Zeven zussen-reeks. Hoewel dit boek reeds in 2006 geschreven werd, had ze niet meer de tijd om het te herwerken. Whittaker koos voor een zo beperkt mogelijke redactie om zijn moeders werk te behouden en zo authentiek mogelijk uit te geven. Anna Livestro verzorgde de Nederlandse vertaling voor Xander Uitgevers. Ik kreeg de kans om dit boek te lezen dankzij ebook.nl.

Wanneer een leerling dood wordt aangetroffen op een kostschool in Norfolk en een autopsie op meer dan een ongeval lijkt te wijzen, is het aan Jazz Hunter om de zaak te onderzoeken. Spoedig zorgen een zelfmoord, een vermiste getuige of is het een verdachte en een macabere ontdekking op de kostschool voor meer pistes dan de politie lief is. Hoe meer Jazz en haar team graven, hoe meer potjes ze ontdekken die liever gedekt willen blijven. Het is aan Jazz om klaarheid te zien in de kluwen aan geheimen en leugens voor er nog een slachtoffer valt.

Het boek volgt een chronologische structuur. Na een spannende proloog volgt een verhaal vol ontdekkingen waarna een epiloog volgt. Hoofdpersonage Jazz Hunter is een boeiende en sterke politievrouw met enige bagage in haar verleden. Dat maakt haar een gelaagd en geloofwaardig personage waar de lezer begrip en sympathie voor zal opvatten. De lezer beleeft het verhaal voor een groot gedeelte door haar ogen, maar ervaart ook verschillende cruciale gebeurtenissen door de ogen van andere personages. Riley slaagt er daarbij in om sympathie voor meerdere karakters op te wekken, terwijl ze tegelijkertijd voldoende mysterie laat om de lezer in het duister te laten over de schuld of onschuld van die karakters. Verschillende zijverhalen houden daarbij de interesse van de lezer vast en laten die vruchteloos raden naar de ware toedracht van de misdaden. De plot zit mooi gecompliceerd in elkaar en wordt geloofwaardig en sterk opgebouwd. De sfeer is er een van een geprivilegieerde kostschool met de nodige geheimen en mysterieuze figuren. Dit alles zorgt voor een fijne, spannende leeservaring waarbij de plot niet inzakt en het verhaal nergens saai wordt. Toch is het geen bloedstollend, huiverachtig type thriller, maar eerder een spannend verhaal waar je in een goed uitgewerkte sfeer van privileges, geld en geheimen rondwaart, zoekend naar de dader in een gecompliceerde intrige vol geheimen en macht.

Een klein minpuntje is het relatief hoge aantal tikfouten in de Nederlandse versie. Het zou fijn zijn als die in een latere druk zouden verdwijnen uit deze prima whodunit in een sfeervolle setting.

 

maandag 15 augustus 2022

 Voor Boekerij.nl las ik Zussen van Michelle Frances. Hieronder lees je wat ik van het boek vond.


Ik vertrouw je (niet)

 

Zussen heet het jongste boek van Michelle Frances. De Nederlandse vertaling gebeurde door Textcase en Boekerij.nl geeft het boek uit.

Abby en Ellie zijn zussen, maar daarmee is dan ook alles gezegd. Ze zijn totaal verschillend. Abby is zeer intelligent en getalenteerd. Ze is spaarzaam en rijk en bezit een huis op het zonnige Italiaanse eiland Elba waar ze samen met haar knappe echtgenoot Matteo woont. Ellie is mooi en haar moeders favoriet. Ze trekt de aandacht van elke man, maar op het werk vlot het niet erg. Ze geniet van het leven, geeft vlot geld uit en zit voortdurend krap bij kas. Beide zussen zijn jaloers op wat de ander heeft. In een poging een zusterband te creëren, nodigt Abby Ellie uit voor een lang verblijf op Elba. De komst van moeder Susanna verstoort het broze evenwicht echter totaal. Als Ellie ontdekt dat Abby en Susanna een geheim lijken te hebben voor haar, zet dit een hele reeks gebeurtenissen in gang. Er is duidelijk nood aan een bondgenoot, maar wie kan wie nog vertrouwen en wie liegt?

Ik las Frances’ debuut Zijn nieuwe vriendin en aaneensluitend dit recentste boek van Frances. Dit creëerde een ideale gelegenheid om te bekijken in hoeverre de schrijfster gegroeid is in haar schrijven.

Qua structuur zijn beide boeken gelijkaardig. Ook dit boek start met een proloog. Erna worden we deze keer meegenomen naar Elba 19 maanden later wanneer Ellie komt logeren in Abby’s nieuwe huis. De gebeurtenissen in het heden wisselen telkens af met flashbacks over de jeugd van de zussen, waarbij de flashbacks steeds dichter bij het heden komen. Het boek eindigt ook hier met een epiloog. Het vertelperspectief wisselt tussen Ellie, Abby, Matteo en Susanna, zodat de lezer de gedachten en gevoelens van alle hoofdpersonages leert kennen.

De dialogen in dit boek zijn realistischer en levendiger dan in Frances’ debuut. Ook de spanning is duidelijker aanwezig. Er zijn regelmatig enge elementen en verschillende plottwists die de lezer niet ziet aankomen. Frances slaagt er bovendien knap in om de lezer tot het einde aan het twijfelen te houden over wie er nu liegt. Hierdoor wil je echt blijven doorlezen.

Zoals in haar debuut neemt Frances ook hier de tijd om haar personages goed uit te werken. De gevoelens en beweegredenen worden op de rooster gelegd en de relaties tussen de personages worden goed uitgewerkt en geanalyseerd. Behalve de zussen zijn er nog interessante relaties en personages waar de lezer een goed inkijkje in krijgt. Dit maakt de karakters levensecht en gelaagd.

Het enige minpunt aan dit boek is er helaas een dat het leesplezier sterk belemmert. Het onprofessioneel hoge aantal tikfouten (zelfs regelmatig in de naam van personages) en taalfouten, grammaticale fouten en vertaalfouten was reeds enorm storend in het debuut en is in dit boek helaas nog toegenomen tot een absoluut onacceptabel hoog aantal.  

Voor lezers die graag een spannend boek lezen met meerlagige karakters is dit boek een aanrader eenmaal het behoorlijk gereviseerd is. Dit boek verdient voor mij 3.5 sterren.

 

Sofie De Braekeleer

 


vrijdag 22 juli 2022

 Gisteren verscheen mijn redactionele recensie van Stilleven (Sarah Winman) op #hebban


Poëtisch pareltje, bruisend van levensvreugde

 

De Britse Sarah Winman debuteerde in 2011 met Toen God een konijn was. Ze won toen de New Writer of the Year bij de Galaxy National Book Awards en het boek werd een bestseller. Daarna volgden onder andere het eveneens zeer goede De blikman, genomineerd voor de Costa Novel Award. Stilleven is haar vierde roman. Miebeth van Horn vertaalde het boek in het Nederlands en Uitgeverij Orlando gaf het uit.

De jonge soldaat Ulysses Temper en de oudere kunsthistorica Evelyn Skinner ontmoeten elkaar in oorlogsomstandigheden in 1944 in Firenze. Hoewel de ontmoeting slechts enkele uren duurt, ontsteekt Evelyns passie voor kunst een vonk in Ulysses. Als hij na de oorlog huiswaarts keert, is hij onomkeerbaar veranderd. De ontmoeting met Evelyn zindert in hem na en zorgt dat hij anders naar de wereld kijkt en anders in het leven staat. Onverwachte omstandigheden brengen Ulysses en vele van zijn dierbaren in zijn kielzog terug naar Firenze waar hun leven rond kunst, vriendschap en goed eten zal draaien.

Het is niet evident om Stilleven in een categorie te plaatsen. Is het een ode aan Italië, zijn gewoontes en keuken? Absoluut. Een uitweiding over kunst? Dat ook. Een staaltje poëzie? Zonder twijfel. Maar daarnaast is het ook een boek met bijzonder veel humor én is het een ode aan de liefde en aan familie. De auteur toont dit halverwege het boek via een prachtig beeld waarin ze de titel, kunst en het belang van familie ingenieus met elkaar verweeft.

De taal die Winman gebruikt doorheen het boek sprankelt. Zo gaat haar beschrijving van de ‘Peggy-betovering’ als volgt:

‘Ze had klasse. Misschien dat ze die had gestolen, maar ze had hem wel. En dat zei ze ook tegen je bij het zingen, want ze zong voor haar leven en ook voor het jouwe, de wereld draaide immers nooit uit op wat jij wilde dat ze was. Ze draaide gewoon. En jij klemde je vast.’

De vele personages zijn zeer divers en kleurrijk. De auteur toont regelmatig dat ze het ‘show, don’t tell’-principe goed beheerst. Zo zou de jonge Evelyn met de kostbare schilderijen dansen van pure verrukking, terwijl een jonge E.M. Forster alleen maar schrik zou hebben ze te laten vallen. Bij de inhalige schuldeninner ‘zat een hoop schurk in dat loopje’ en de complexe Peggy zie je zo voor je als ze

‘pijn afschudt met een zwiepende ruk van haar polsen en hem naar de goot verwijst om zich te voegen bij nog eens duizend andere hartverscheurende verhalen. Rechts links, rechts links wiegen haar heupen als een hitsige droom en oranje gloeiende kooltjes lichten op tussen haar ongestifte lippen. Je zou je kunnen ophangen aan elk van haar woorden en menig man had dat ook geprobeerd.’

De dialogen zijn van een zeer realistische kwaliteit en daarenboven vaak zeer grappig. Zo volgt er op de retorische vraag wat er nu in hemelsnaam beter kan zijn dan alles wat Brits is een volledige pagina met enthousiaste inbreng van iedereen, de papegaai inbegrepen. Sterke scènes worden filmisch geschilderd zoals het onverwacht tegenkomen van ‘Margaret dinges’.

Sarah Winman strooit gul met humor van een Shakespeare citerende papegaai, over een man die bij de keuze van zijn vriendinnen het alfabet netjes afgaat tot een priester bij wie de duur van zijn bezoek afhangt van de kwaliteit van de wijn.

Als The Guardian een boek uitroept tot beste boek van 2021, kan een mens niet anders dan hooggespannen verwachtingen koesteren. Stilleven slaagt erin om die verwachtingen waar te maken en alle lof te verdienen. Het is een ode aan het leven en aan de vrienden waartoe een mens zich wendt om zijn leven zin en geluk te geven.

 


maandag 4 juli 2022

 

Miserie met een zilveren randje

 

Keisha Bush heeft een professioneel verleden binnen het ontwikkelingswerk in Senegal. Daar ontmoette ze vele talibés. Deze jonge jongens zijn door hun ouders volgens eeuwenoude traditie afgestaan aan Koranscholen. In theorie worden ze er geschoold. In de praktijk zwerven de jongens echter de hele dag bedelend over straat met een blikje waarin ze geld verzamelen voor hun maraboet (Koranleraar). Velen krijgen amper te eten, leven in mensonwaardige omstandigheden zonder toegang tot medische zorg en worden soms zelfs fysiek en seksueel misbruikt door hun maraboet. Bush maakte tijdens haar vier jaar in Dakar kennis met vele talibés en hoorde hun verhalen uit de eerste hand. Ze besloot om een boek te wijden aan deze situatie. Het resultaat werd het debuut No heaven for good boys. Els van Enckevort vertaalde het boek als De hemel is van blik. De uitgave gebeurde door Uitgeverij Mozaïek.

Ibrahimah (6) en zijn neef Etienne (12) wonen bij maraboet Ahmed in Dakar als talibés. Hun leven is geen pretje.

‘Niemand kan zich vergissen bij de aanblik van een talibé: (…) de blote, eeltige voeten, het kaalgeschoren hoofd vol eczeemplekken, het magere lijf en het gezicht van een kind dat opgroeit zonder liefde.’

Bush vertelt het verhaal vanuit verschillende perspectieven: vanuit Ibrahimah, maar ook vanuit Etienne die zich verantwoordelijk voelt voor zijn neefje, vanuit Ibrahimahs moeder Maimouna en vanuit Ahmed. Via tijdssprongen leren we hoe Ahmed Ibrahimahs ouders in een situatie manoeuvreert waarin ze hun enige zoon zeer tegen hun zin moeten meegeven naar Dakar. De belofte die ze Ahmed afdwingen om Ibrahimah na een jaar terug te sturen, zal een loze belofte blijken. In Dakar wordt Ahmed, die de kinderen misbruikt en slaat, inhaliger en inhaliger. De steeds hogere geldsom die hij dagelijks van de kinderen eist, maakt hun leven almaar moeilijker. Thuis telt Ibrahimahs Guinese moeder de dagen af tot het jaar om is. Als Ahmed echter weigert haar zoon terug te geven en één van zijn protégés bovendien omkomt, wordt Maimouna half gek van verdriet en bezorgdheid.

Bush schuwt de harde waarheid niet. Het boek is een aanklacht tegen enorme misstanden. Zinnen als:

‘Hij staat daar bloot en vies, zijn kleine penis verschrompeld en rauw door het misbruik door zijn maraboet’

breken je hart, terwijl verschillende observaties een aanklacht zijn tegen het wegkijken.

‘Klanten lopen in en uit de bakkerswinkel zonder de blikken van onmiskenbare honger te zien. Zij die ze wel zien, gaan sneller lopen in de hoop ze niet te zien.’

In het begin van het boek is Ibrahimah speels en heerlijk naïef. De schrijfster gebruikt zijn speelsheid om humor aan te brengen in een boek dat er verder behoorlijk inhakt. Zo begrijpt Ibrahimah niet waarom iemand zo graag de 72 ‘magen’ wil die Allah vrome moslims belooft na hun dood. Als Etienne hem uitlegt dat het om meisjes gaat, is hij niet overtuigd. Eeuwig hongerig wil hij zijn eten niet delen met zoveel meisjes. Als hij zijn eerste melktand verliest en Etienne hem vertelt dat hij nieuwe tanden zal krijgen, wil hij uitgebreid in Etiennes mond kijken voor hij gerustgesteld is. Wanneer Ibrahimah uitroept: ‘Wacht, ik ben nog aan het kijken!’ als Etienne zijn mond weer wil dichtdoen, zou hij zo eender welk kind overal ter wereld kunnen zijn.

De schrijfster doorweeft haar verhaal met magisch realisme. Zo zien we op de kaft een klein rood vogeltje. Dit vogeltje komt vaak terug en lijkt een connectie tussen Ibrahimah en zijn moeder te symboliseren. Zowel het vogeltje als een dode hartsvriend vervullen bovendien de rol van beschermengel. Ook duistere magie, medicijnmannen en waarzeggende dromen spelen een cruciale rol. De magie en de enorme liefde binnen Ibrahimahs gezin zijn balsem voor dit harde verhaal.

Doorheen het boek zien we Ibrahimah van dromer die voetballer wil worden in recordtempo veel te wijs worden voor zijn jaren. Ook Etienne maakt een evolutie door. In tegenstelling tot Ibrahimah is hij zeer vroom en gehoorzaam. Hij klampt zich lang vast aan het idee dat er wel iets goeds zal voortkomen uit het leven bij zijn maraboet. Het ontwaken uit die illusie is pijnlijk.

De hemel is van blik is een noodzakelijke getuigenis over een onderbelicht thema. Wel zal het boek bij menig lezer nog dagen door het hoofd spoken.


Deze recensie van mij verscheen op #hebban op 2 juli 2022.

https://www.hebban.nl/recensie/sofiedebraekeleer-over-de-hemel-is-van-blik?share=1

vrijdag 1 juli 2022

 

Woorden voor het onbenoembare

 

Douglas Stuart, die we kennen als Booker Prize winnaar van 2020 voor zijn debuut Shuggie Bain, is terug en hoe. De Schot uit Glasgow toont met Young Mungo opnieuw zijn virtuositeit. De mooie vertaling van het boek in het Nederlands als Mungo is van Kitty Pouwels en Josephine Ruitenberg. Nieuw Amsterdam gaf het boek uit.

Mungo is de jongste telg in een arm, protestants eenoudergezin in Glasgow. Hij heeft zoals een goedige buurvrouw opmerkt ‘een gouwe hartje maar veel verstand zit d’r nie bij’. Zijn moeder werd heel jong zwanger en eindigt alleen met drie kinderen. Haar grootste liefde is de fles. Mungo’s oudere zus Jodie doet wat ze kan, maar kan hem niet beschermen tegen de grauwe armoede en het geweld. Wanneer Mungo bevriend raakt met James, lijkt zijn leven ten goede te keren. James blijkt echter katholiek, iets wat Mungo verzwijgt voor zijn oudere broer, protestants bendeleider Hamish. Wanneer de vriendschap tussen beide jongens langzaam opbloeit tot meer, is het een kwestie van tijd voor Mungo in de problemen komt in deze brute, hypermannelijke wereld. Deze verhaallijn in het verleden wisselt Stuart af met een kampeertrip die Mungo in het heden maakt met twee mannen. De gebeurtenissen tijdens deze trip veranderen hem ingrijpend. Is er een toekomst voor Mungo en James en heeft hij nog de kracht om daarvoor te vechten?

Een bijzondere verdienste van Stuart is de indrukwekkende taal die hij gebruikt om grauwe armoede, werkloosheid, (huiselijk) geweld, alcoholisme en misbruik onder woorden te brengen. Voor zaken waar geen woorden voor zijn, vindt Stuart die toch. Hij gebruikt beelden en woorden die erin hakken, bij de keel grijpen, stil maken of helen. Hoe weinig keuzevrijheid een hongerig, arm jong meisje heeft, lezen we in:

‘Ze wilde hier eigenlijk niet meer naartoe komen, maar ze voelde zich verplicht. Hij had veertien porties fish-and-chips voor haar gekocht, en aangezien ze een slimme meid was wist ze precies hoeveel dat had gekost.’

Mungo’s zachtaardigheid, oneindige vergevingsgezindheid en liefde voor zijn moeder (Mo-Ma) beschrijft Stuart als volgt:

‘Jodie bedacht dat Mungo zich helemaal rondom Mo-Ma had geplooid, dat die hem precies in de vorm had gedrukt van het puzzelstukje dat aan haar ontbrak en dat hij, nu zij hem niet meer nodig had, niet meer loskwam uit die rare specifieke vorm.’

De vertalers illustreren de verschillende klassen en opleidingsniveaus door meerdere taalregisters te gebruiken: Zo spreekt Jodie, de bolleboos van het gezin foutloos. Mungo en de meeste anderen spreken dialect in mindere of meerdere mate. Onderaan de maatschappelijke ladder moppert St Christopher tegen Mungo ‘Je ken toch nie zomaar iemands annenimiteit verbreken’ en klaagt hij over het vernielen van zijn ‘rippetatie’. Het klopt met het beeld van de aan lagerwal geraakte landloper.

Stuart waagt zich regelmatig aan maatschappijkritiek.  Zo bedenkt Mungo zich dat ‘de drank een grote gelijkmaker was, die de onwaarschijnlijkste mensen bijeenbracht.’ Zelf heeft Mungo zijn bedenkingen over bier want ‘hij had gezien hoeveel verdriet erin school, vlak onder het vrolijke schuim’. De jeugd hangt rond in ‘Glasgow, waar de (…) jongens zo ontzettend veel van hem verwachtten en de rest van de buurt juist zo weinig.’ Met slimme dialogen schetst Stuart snel een beeld. Je ziét de hangjongeren voor je, verveeld voor de TV, een hoop gestolen autoradio’s op tafel, de eens zo slimme, knappe Sammy-Jo nu een mager, moe kindmoedertje, zeurend om geld voor poedermelk. Stuarts personages zijn rauw en authentiek op het gênante af en raken meerdere snaren. Hij toont de vele grijstinten tussen wit en zwart, ook in zijn randpersonages. Zo vergoelijkt de in elkaar geslagen buurvrouw haar stuurse echtgenoot, die ongelukkig was in zijn troosteloze, zware baan en door Thatcher afgedankt werd op het einde van zijn loopbaan, wat hem definitief knakte. Ook hem kan de lezer dus niet zomaar afserveren.

Hoe rauw dit verhaal ook is, Stuart brengt het met een liefde die maakt dat de lezer het boek uiteindelijk dichtslaat met een zucht en een voorzichtige glimlach.


Mijn recensie werd gepubliceerd op #hebban op 01/07/2022