dinsdag 9 september 2025

 



Hartverscheurend en hartverwarmend debuut


Met De jongen die de vuurvliegjes volgde schreef Aisha Hassan een debuut dat haar meteen op de kaart zet als beloftevol schrijfster. Het boek is vertaald door Connie van de Velde.

Lalloo is pas zeven als zijn broer vermoord wordt voor de ogen van het gezin. Veertien jaar later woont en werkt dat gezin nog steeds in de bhatti, de steenfabriek waar ze als schuldarbeiders sloven. Enkel Lalloo is ontsnapt aan dit lot en werkt voor een welgestelde familie in de stad Lahore. Hij droomt ervan zijn ouders en zussen te helpen ontsnappen aan hun lot. Daarvoor roept hij geregeld de hulp in van zijn goede vriend Salman. Ook aan jeugdvriendin Fatima waarvoor hij een boontje heeft, heeft hij veel steun. Maar zijn familie redden is absoluut niet evident en vraagt grote offers van hem.

Zodra je begint aan het boek is het duidelijk dat er heel veel lokale woorden gebruikt worden. Dit lijkt in het begin heel even moeilijk, omdat er geen woordenlijst blijkt te zijn, maar uit de context is altijd duidelijk wat er bedoeld wordt. De woorden brengen je meteen in de sfeer van Lalloo’s leven in Pakistan. Die beschrijving wordt doorgetrokken in het beeldende vertellen van de auteur. Je ziet en voelt de schrijnende armoede en de intense, drukkende hitte waaraan niet te ontsnappen valt.

‘De maanden van droge hitte waren ondraaglijk geworden. Gebouwen, mensen, auto’s -alles stikte onder dikke lagen stof. De bladeren aan de bomen waren bedekt met zo’n dikke laag stof dat ze grijs leken. Wokjes stof dreven in de heiige lucht.’

Het verhaal wordt verteld in een afwisseling tussen heden en verleden. Zo leren we geleidelijk wat er in Lalloo’s jeugd gebeurd is, maar ook over zijn leven nu in de stad Lahore. De afwisseling creëert spanning, waarbij het lang duurt voor de lezer exact te weten komt wat er nu exact gebeurd is met zijn broer. Het zorgt ervoor dat je almaar verder wil lezen.

De beeldende taal is prachtig. Knappe beelden en poëtische zinnen zijn alom aanwezig.

‘Ze passeerden de steeds verder uitdijende woonwijken, die de afgelopen jaren in Lahore verrezen als schimmel aan de rand van half-opgegeten voedsel.’

Of het beeld van de vrouwen en kinderen die de vuilnisbelt afschuimen naar alles wat doorverkoopbaar is als aaseters die een karkas schoonpikken.

Lalloo en de andere personages worden op zo’n manier beschreven dat je hen vanaf het begin in je hart sluit en met hen meeleeft. Je hart bloedt voor Lalloo wanneer die met groeiende wanhoop zoekt naar een uitweg uit de eindeloos diepe armoede waarin zijn familie zit. Het drijft hem tot soms foute, maar begrijpelijke keuzes.

Het boek eindigt met een woord van de auteur die vertelt hoe zo’n 4.5 miljoen mensen, waarvan 1 miljoen kinderen nog steeds generatieslang werken in zo’n 20 000 steenfabrieken, onder omstandigheden die niet veel van slavernij verschillen. Deze uitzichtloosheid en de enorme kloof tussen arm en rijk worden af en toe afgewisseld met lichtheid en humor in sommige scènes met Salman of Fatima. Naast het overduidelijke thema van de slavernij en de enorme inkomenskloof, spelen liefde en vooral vriendschap en trouw aan vrienden en familie een heel belangrijke rol. Het maakt dat het boek niet louter uitzichtloos en deprimerend aanvoelt, maar ook een zekere lichtheid en hoop in zich draagt. Het creëert een pracht van een boek met een verhaal dat beklijft en je zeker nog lang zal bijblijven. 


woensdag 3 september 2025




                                    


                            Ingewikkeld kluwen blijkt intelligente thriller


Met Good bad girl is journaliste en auteur Alice Feeney aan haar zesde thriller toe. De vertaling gebeurde door Catalien van Paassen. Twintig jaar na de ontvoering van een baby wordt een vrouw vermoord in een bejaardentehuis. Er is een link tussen beide zaken. Kranige oude dame, Edith, woont in het bejaardentehuis en wil daar weg. Ze plant haar ontsnapping. Verzorgster Patience is een pathologische leugenaar, maar bouwt wel een band op met Edith. Ediths dochter, Clio, heeft amper contact met haar moeder en wil dat ook niet. Hoewel alle drie de vrouwen door het leven geleerd hebben om voorzichtig te zijn en wantrouwig zijn naar andere mensen toe, zijn ze genoodzaakt om samen te werken om deze zaak op te lossen. Maar de zaak met drie verdachten, twee moorden en één slachtoffer is behoorlijk ingewikkeld.

Klinkt het bovenstaande enigszins complex en verwarrend? Wel, het duurt een tijd voor het aantal vragen niet meer stijgt en er langzaamaan antwoorden beginnen te komen. Eerst is het boek echt een kluwen van verwarring. Het begint al meteen stevig. Het boek vliegt erin met een misdrijf, maar het slachtoffer lijkt te weten door wie en waarom de misdaad gepleegd is. Dit creëert meteen spanning. Dit gaat zo door in bijna elk hoofdstuk. De schrijfster is bijzonder bedreven in het creëren van mysterieuze cliffhangers waardoor je na elk hoofdstuk snel de pagina omslaat naar de volgende pagina… waar het perspectief wijzigt in dat van een van de andere vrouwen en je op het einde van het hoofdstuk weer achterblijft met nog meer nieuwsgierige anticipatie en verwarring. Bovenop de perspectieven van de drie vrouwen is er nog een vierde, dat van Frankie en het duurt even voor je haar kan plaatsen in het verhaal. Het maakt het mysterie er alleen maar groter op.

Het is oorspronkelijk een beetje veel allemaal. Veel kluwen, veel vragen en veel verwarring. Alle personages hebben geheimen en als lezer probeer je heel hard die te ontrafelen en de puzzelstukjes te leggen van wat een mysterieus geheel lijkt te worden dat zich slechts zeer langzaam ontvouwt. Wie doorzet, ontdekt echter een intelligente thriller met een knap plot en een nooit inzakkende spanningsboog. Daarbij is niet alleen het wie interessant. Sommige stukjes van die puzzel legt de aandachtige lezer misschien wel zelf voor ze onthuld worden. Nog interessanter is misschien wel het waarom.

De uitwerking van de personages is niet echt sterk. Dit is ergens wel logisch en wordt bewust zo gedaan om het mysterie te behouden, want elk personage liegt of verzwijgt dingen voor anderen en voor de lezer. Het maakt het wel iets moeilijker om je in te leven in de personages, maar het mysterie op zich boeit voldoende om hier overheen te kijken.

Voor wie naast een spannend verhaal ook graag geniet van mooie zinnen, valt er ook een en ander te bespeuren op dit vlak.

‘Helaas zit het in de menselijke natuur om liefde te morsen en haat te hamsteren.’

‘We zijn niet de som van onze kinderen, ze zijn een onmogelijke vergelijking die we moeten leren liefhebben in plaats van die te willen oplossen.’

‘Andere mensen verzamelen graag roddels. Ze voeden zich ermee, schrokken ze op, te gulzig om bijtijds te kunnen stoppen, dus worden ze dik van de oude suiker van andermans leven.’

Het zijn maar enkele van de vele mooie zinnen waar je over kan nadenken.

De vele cliffhangers in de verschillende hoofdstukken blijven verbazen. De lezer zal kunnen genieten van een intelligent plot dat vaak verrast en op het einde netjes wordt opgelost, zodat er geen losse eindjes meer overblijven. Het maakt dat ook deze zesde thriller er een is om met veel plezier in te duiken.

donderdag 21 augustus 2025

 



Meeslepende roman over sterke achttiende-eeuwse vrouw

 

Mérie van der Rijt is communicatieadviseur. Haar fascinatie gaat uit naar geschiedenis. Met Het vrouwenhofje schrijft ze haar debuut over de twintigjarige Maria die in het Den Haag van het einde van de zeventiende eeuw zo snel mogelijk het huis uit wil. Ze wordt thuis knettergek van haar strenge, godvrezende moeder en wil eigenlijk het liefst van al trouwen met timmerman Johannes, haar grote liefde. Daarmee zou ze echter beneden haar stand trouwen en zo een smet werpen op de familie-eer. Dus accepteert ze het huwelijksaanzoek van de vijftigjarige weduwnaar Pieter van Aerden, vader van zes kinderen. Zodra ze weduwe wordt, kan ze dan alsnog trouwen met Johannes, denkt ze in haar jeugdige overmoed. Naarmate de jaren verstrijken ontdekt ze echter dat een mens weliswaar kan plannen, maar dat het leven er vaak een stokje voorsteekt.

Maria wordt geportretteerd als een kordate, intelligente jonge vrouw die haar tijd enigszins vooruit is. Ze is gefascineerd door de anatomieboeken van haar vader die chirurgijn is en die haar in tegenstelling tot zijn vrouw volop stimuleert in het vergaren van kennis. Hoewel Maria niet vies is van enig manipuleren van tijd tot tijd, wordt ze vooral heel erg menselijk en sympathiek afgeschilderd. De lezer zal zich dan ook gemakkelijk kunnen inleven in haar verhaal.

Dat verhaal speelt zich overduidelijk af in de zeventiende en een groot stuk van de achttiende eeuw. De schrijfster gebruikt woorden als ‘cattenghespuijs’ en ‘pillegiften’, zonder dat dit het verhaal oubollig laat voelen. Ook met weetjes wordt er af en toe gestrooid. Zo verwondert Maria zich over de aankoop van zilveren bestek wat een nieuwigheid is, zodat gasten hun eigen bestek niet meer moeten meebrengen naar een feest. De mooi gevormde kuiten van haar man blijken dan weer … vals te zijn, want hij blijkt kousenvulling te dragen. Ijdelheid is blijkbaar van alle tijden. Af en toe leren we ook bij over grotere gebeurtenissen, zoals het rampjaar 1672 waarin de regenten Johan en Cornelis de Witt door het volk aan stukken gesneden worden of de festiviteiten bij de Vrede van Utrecht in 1713. Dat geschiedkundige weegt echter niet door. Wie veel wil bijleren over die periode zal toch wat op zijn honger blijven zitten. Wie echter graag een waargebeurd levensverhaal leest over een sterke vrouw in die tijd zal genieten, want er wordt echt wel een beeld geschetst waarmee je die tijd zo voor ogen ziet: de afgedekte spiegels bij begrafenissen, de uitjes -met de kinderen- naar openbare gelegenheden waarbij dieven en andere misdadigers gestraft werden, de reizigers naar Batavia, …

Sommige aspecten zoals hoe moeilijk een meid neen kon zeggen bij seksuele avances door haar baas vinden ook vandaag nog hun weerklank in sommige ‘me too’-verhalen. De auteur maakt echter niet de fout om van Maria een modernere vrouw te maken dan voor die tijd haalbaar was. Ook zij veroordeelt zonder pardon een vrouw die te vlot ingaat op avances als ‘straatjoffer’ zonder de man in kwestie even streng te beoordelen. Over opmerkingen als waren er volkeren die van nature dienstbaar zijn en die niets liever doen dan blanken te dienen, kunnen we nu alleen maar gruwelen, maar het past wel in de sfeer van die tijd – en nog lang erna.

Het boek is opgedeeld in drie delen en de hoofdstukken zijn kort en vlot geschreven. De liefhebber van romans met een meeslepend verhaal tegen een geschiedkundige achtergrond zal zich geen moment vervelen. Het boek is dan ook een dikke vier sterren waard.

Met dank aan Xander Uitgevers voor het recensie-exemplaar.


woensdag 11 juni 2025

 



Relevante maatschappelijke thriller

 

Met Modelmoord is Marelle Boersma absoluut niet aan haar proefstuk toe. Sterker nog, ze viert er twintig jaar schrijverschap mee. Deze keer vindt haar thriller plaats op het zonnige Malta. Bo is er een gevierd model. Ze lijkt alles mee te hebben: een mooie villa, een knappe echtgenoot en een succesvolle carrière. Toch zit er meer dan één barst in haar perfecte leventje. De concurrentie in de modellenwereld is moordend en Bo ziet zich genoodzaakt haar toevlucht te nemen tot een riskant afslankmiddel. Manlief neemt het dan weer niet zo nauw met echtelijke trouw. Op een modellenfeest maakt hij het voor Bo’s ogen wel heel bont met haar grootste concurrente. Na het feest wordt die vrouw dood aangetroffen. Is Bo de dader of wordt ze het volgende slachtoffer?

Weerom kiest de auteur met haar thema’s voor relevante maatschappelijke onderwerpen. Ze brengt de genadeloze concurrentiestrijd binnen de modellenwereld goed in beeld en kiest met de gevaren van Ozempic voor een momenteel zeer actuele invalshoek. In het nawoord vertelt ze hier meer over en verwijst ze hiervoor naar een aantal bronnen.

Het boek is geschreven vanuit drie perspectieven. We volgen Bo, die zich na een hersenschudding maar deeltjes herinnert van wat er gebeurd is; Nick, die als potentiële dader mogelijkerwijs geen betrouwbare verteller is en rechercheur van politie Rachel die probeert de waarheid stapje voor stapje boven water te krijgen. Dat alles maakt dat het boek vooral in het begin nog heel verwarrend is. Bo is het meest aan het woord en zij herinnert zich wel héél weinig. Daarbovenop schakelt het boek frequent tussen het heden en het verleden. Zo krijg je als lezer via een aantal sleutelmomenten in dat verleden telkens kleine stukjes informatie, maar aanvankelijk weet je niet goed waar je die puzzelstukjes juist kwijt moet in het geheel. Langzaamaan wordt het verhaal echter duidelijker.

De paar mooie bruggetjes, fijne vondsten zoals ‘de ijzeren vrouw’ en goede plottwists maken het een fijne thriller om te lezen. Lezers van Marelle Boersma’s eerdere thrillers zullen er weer een fijne thriller mee te pakken hebben, maar ook voor wie Boersma nog niet kent, is het een boeiende eerste kennismaking met haar boeken.

Graag bedank ik De Crime Compagnie voor het boek.


dinsdag 20 mei 2025

 



Knap staaltje schrijfkunst over familiebanden

Met haar nieuwe roman Gaan is Roxana Robinson niet aan haar proefstuk toe. De schrijfster schreef reeds zes romans, drie verhalenbundels en een biografie van kunstenares Georgia O’Keeffe. Gaan, vertaald door Marian van der Ster en Karina van Santen, gaat over Sarah en Warren die elkaar opnieuw tegenkomen wanneer ze prille zestigers zijn. Veertig jaar ervoor waren ze een koppel, maar ze gingen door een misverstand uit elkaar. Nu is Sarah gescheiden en Warren getrouwd. Het tweetal neemt de draad weer op en al snel hebben ze een hechte relatie. Wanneer ze hier echter mee naar buiten treden, stuiten ze op hevige weerstand van Warrens dochter. Wat volgt is een minutieus verslag van de pijn die een dergelijke situatie met zich mee kan brengen, wanneer partijen zich zo ingraven tot er enkel nog oplossingen zijn die enorme pijn en verdriet met zich meebrengen.

Het boek bestaat uit vijf delen die bestaan uit relatief lange hoofdstukken. De schrijfster gebruikt regelmatig hele mooie zinnen.

‘Het is vreemd om ’s ochtends thuis te komen. Het voelt alsof ze het huis ergens in heeft gestoord.’

‘Ze legt de ene hand over de andere alsof ze twee handen nodig heeft om haar verdriet in toom te houden.’

Sommige paragrafen getuigen van duidelijk meesterschap en zijn zelfs een aaneenrijging van prachtige zinnen.

Ook krachtige beelden zijn de auteur niet vreemd. Zo beschrijft Warren zijn gevoelens voor Sarah als altijd al deel zijnde van zijn leven, maar ondergronds gegaan als een rivier al die tijd en nu weer opgedoken.

‘De opluchting stroomt van haar af als mist van een berg.’

Robinson schildert trefzeker emoties en gebruikt hiervoor het ‘show, don’t tell’-principe. Zo is het hoofdstuk waarin Warren zijn vrouw op de hoogte brengt van een ontroerende schoonheid. Warren kan zich niet voorstellen dat hij het nog langer uithoudt thuis, maar tegelijkertijd kan hij er niet bij dat hij zijn vrouw zoiets wil aandoen. Hij wil weggaan en tegelijk wil hij haar troosten.

Af en toe valt de auteur lichtjes in herhaling in haar weliswaar goede pogingen om het uiteenvallen en de verwijdering in het huwelijk te beschrijven.

Het boek begint wat moeizaam, maar gaandeweg komt het los en wordt het almaar mooier. Het beloont de volhouder met een goed uitgewerkt verhaal over pijn en verlies, emoties en familiebanden.

Graag bedank ik uitgeverij Atlas Contact voor het recensie-exemplaar.


zondag 20 april 2025

 



Om stil van te worden

 

Met Levende wezens, vertaald door Annemarie Raas, schrijft de Finse Iida Turpeinen een opmerkelijk boek. Turpeinen onderzoekt de relatie tussen wetenschap en literatuur. In dit bekroond en bejubeld debuut verhaalt ze over de ontdekkingsreis in opdracht van de Russische tsaar Peter de Grote en zijn opvolgster Anna. Opdracht is om een noordelijke route te vinden tussen Azië en Amerika. Op die tocht door de Beringzee strandt het schip op het Beringeiland waar onderzoeker Steller de Stellerzeekoe ontdekt in 1741 en het dier haar naam geeft.

‘Nu doet onze hoofdpersoon haar intrede, de stellerzeekoe, hoewel het gebruik van die naam op dit punt vreemd aanvoelt. We zijn nog ver verwijderd van het moment waarop Steller het levenslicht ziet; de hele menselijke soort heeft nog twee miljoen jaar nodig om ten tonele te verschijnen.’

Het dier leeft geïsoleerd en zonder natuurlijke vijanden op de Aleoeteneilanden tot de wind en het toeval het samenbrengt met de mens. Amper 27 jaar later is het dier uitgeroeid. Ook andere dieren passeren de revue in het boek. Ze worden ontdekt, geëxploiteerd en sterven uit tot grote verbazing van de op dat moment hiervan onwetende mens. Wat volgt zijn vele voorbeelden waarin de mens geen pogingen onderneemt een soort te redden of hierin volledig of grotendeels faalt.

Het boek doet in het eerste gedeelte denken aan De thuiskomst van Anna Enquist over de lotgevallen van James Cook die in 1775 de zuidelijke route voer. Ook in Levende wezens worden op een interessante manier de lotgevallen van de aanwezigen op het schip beeldrijk en boeiend verhaald. Na de belevenissen van de noordelijke route komt de nadruk in dit boek echter afwisselend te liggen op geschiedkundige stukken over de evolutie van de eerste levende wezens in het water tot aan het ontstaan van de mens; alsook op ontdekkingen van andere diersoorten, het uitsterven ervan en de vergeefse zoektocht naar overblijvende exemplaren.

Het boek leest vlot en is spannend. Het laat je kennismaken met verschillende historische gebeurtenissen, toenmalige visies en weetjes en verveelt geen moment. Over de Stellerzeekoe wordt bijzonder beeldend verteld dat het hart de grootte van een wastobbe heeft en de lever de grootte van een flinke hond. Het is fascinerend om te leren hoe dieren kwaad doen mensen geen slecht geweten bezorgde: dieren waren immers door God aan de mens toevertrouwd om mee te handelen naar eigen goeddunken. Ook leren we over wetenschapper Cuvier die plots beseft dat het feit dat er geen holenbeer of sabeltandkat meer gevonden wordt simpelweg betekent dat ze er niet meer zijn. Het besef dat soorten uitsterven komt op. Deze goddeloze gedachte is zo choquant dat men ze eerst probeert te ontkennen. Het duurt nog een hele tijd voor de gedachte geaccepteerd wordt. Lang wordt nog de eerdere visie van Linnaeus gevolgd dat dieren als getijdenpoelen zijn: als er ergens weinig zijn, zijn er op een andere plaats veel, maar het aantal blijft stabiel. Het is dan ook normaal gedrag om bijvoorbeeld honderden zeekoeien te doden en er enkel de  10 à 20 procent die na het doden aanspoelt, van te gebruiken. We leren over de gevolgen als er in de voedselketen gaten vallen. Zo struikel je oorspronkelijk over de otters, maar de jacht op hun pelzen roeit hen op korte tijd uit, waardoor de zee-egels zich zonder natuurlijke vijand ongehinderd voortplanten, een overvloed aan algen eten en zo de zeekoe laten sterven van de honger. Ook over het trieste einde van de gigantische Beringaalscholver met zijn vleugelwijdte van één meter, de reuzenalk met zijn prachtige eieren of de enorm talrijke trekduiven wordt verhaald. Telkens is het de hebzucht, jacht, eierrooftocht als vermaak of simpele onwetendheid die de dieren de das omdoet.

Het is een boek waar je stil van wordt. Je leeft gemakkelijk mee met de beschreven diersoorten die hun kennismaking met de mens niet overleven. Terzelfdertijd is het zeer boeiend om te lezen dat mensen in eerste instantie vanuit toenmalige visies niet beter wisten. De schrijfster slaagt erin dit alles helder uit te leggen, zonder prekerig over te komen. Iida Turpeinen vermeldt in haar dankwoord echter ook de vele honderden soorten die uitgestorven zijn tijdens het schrijven van haar boek. Daarmee toont ze aan dat de mens ook nu nog steeds niet (voldoende) bijgeleerd heeft. Voor al wier hart voor dieren klopt, maar ook voor al wie simpelweg geïnteresseerd is in de wereld om hem of haar heen, is dit boek een heel grote aanrader. 



donderdag 20 maart 2025

 



Duister sprookje met puntige doornen

 

Na Verdwijnende aarde schrijft Julia Phillips nu Beer, vertaald door Arjaan en Thijs van Nimwegen. Het verhaal speelt zich af op San Juan Island in de Amerikaanse Pacific Northwest waar Sam Arthur en haar zus Elena worstelen om de eindjes aan elkaar te knopen. Hun moeder is zwaar ziek en heeft veel hulp nodig. Het leven is zwaar. Toch trekt Sam zich op aan de belofte die de zussen elkaar gedaan hebben om ooit het eiland te verlaten en elders een beter leven te leiden. Wanneer er plots een wilde beer opduikt, verandert echter alles. Terwijl Sam zich ernstig zorgen maakt, bloeit Elena open door de komst van de beer. Ze zoekt toenadering tot de beer en is plots niet meer geneigd het eiland te verlaten. Wanneer Sams pogingen om via de autoriteiten de beer te verjagen op niets uitdraaien, besluit ze tot drastischere methodes over te gaan.

Dit verhaal heeft veel weg van een modern sprookje. Sam vergelijkt zichzelf met Assepoester, de zussen dromen van een sneeuwwitte en een rozerode struik, de veilige bossen zijn nu gevaarlijk door de komst van een schepsel dat erin binnengedrongen is, de boze stiefvader had hen geterroriseerd en hun huis overwoekerd met doornstruiken.

Thema’s die heel duidelijk door het boek heen lopen zijn zusterschap, obsessie en jaloezie. Over zusterschap merkt Sam op: ‘Dit was liefde: zij tweeën samen in de keuken aan het einde van iedere dag. De enige verbintenis die hun hele leven zou duren. Korte zinnetjes, ergernissen, een begrip dat zo volledig was dat ze de tekst van hun ruzie niet eens hoefden uit te spreken.’ We zitten het volledige boek in het hoofd van Sam. In een woeste, prachtige wereld leeft zij een behoorlijk geïsoleerd leven. Ze gaat geen emotionele verbintenissen aan met anderen. Enkel haar zus doet er écht toe voor haar. Ze kan niet begrijpen dat haar zus een eigen leven voor zichzelf uitkerft in hun dagelijks bestaan en is jaloers en geïrriteerd over elk ander contact dat Elena legt, met bijvoorbeeld haar collega op het werk. Wanneer de beer komt, komt dit alles in een enorme stroomversnelling. Sam is tot alles bereid om de afstand die tussen haar en Elena groeit te overbruggen. Door al Sams onderhuidse idee-fixen voel je de zussen echter op rampspoed afstevenen.

Het boek valt op door zijn vele mooie zinnen. ‘Boven hen huiverden de naalden. Meteoren trokken sporen door de lucht. De maan, wanneer die vol was, vormde een gat in het duister, een open deur naar een andere wereld.’

‘Nu begreep ze beter wat pijn eigenlijk was – geen glas dat op een tegelvloer viel, één verschrikkelijke knal, maar een boom die jarenlang moest groeien in een te beperkte ruimte. Takken die opkrulden, bladeren die vielen. Iets levends wat zich, genadeloos gedwongen, moest overgeven. Dat deed het verdriet met hen.’

Julia Phillips slaagt erin een duister sprookje neer te zetten vol magie en onderhuidse spanning. De giftige jaloezie en obsessie zorgen voor een sfeer die de lezer geen andere keus laat dan ademloos deze opbouwende spanning te aanschouwen en een ramp te voelen aankomen die onafwendbaar is.