vrijdag 17 oktober 2025



Relevante analyse over de gevolgen van grensoverschrijdend gedrag

 

Tijgerstrepen is het indringende debuut van Anna Sijbrands. Hierin vertelt ze over een heerlijk zomerconcept waarbij drie gezinnen al van voor de geboorte van de kinderen hun jaarlijkse vakantie samen doorbrengen op een Franse berg. De kinderen groeien uit tot hartsvrienden en er heerst een sfeer van camaraderie, samenhorigheid, liefde en vriendschap. De auteur zorgt dat je er maar wat graag bij wil zijn en deel wil uitmaken van die grote familie. De focus van het verhaal ligt op de drie adolescenten. De heerlijke sfeer van thuis zijn en veiligheid slaat echter abrupt om als de relatie tussen het jonge koppel Antonio en Eva eindigt in een incident van ernstig grensoverschrijdend gedrag.

Het boek is opgedeeld in drie delen waarbij we in deel 1 Eva’s perspectief lezen, in deel 2 dat van Antonio leren kennen en in deel 3 afwisselend dat van beiden volgen.

Het boek staat vol mooie zinnen en knappe beelden.

‘Haar goedkeuring voelt als een stempel die ik wil behalen, alsof ik pas een gewild persoon ben als zij haar zegelring duwt in het gesmolten kaarsvet op mijn voorhoofd. Bezegeld als leuk genoeg.’

‘In stilte zit ik daar. Op de bank met mijn handen op mijn schoot gevouwen. Elke seconde die verstrijkt laat me kleiner voelen. Het voelt alsof ik me bevind in een wereld die is gemaakt door reuzen, alles lijkt te groot en maakt me bang met zijn aanwezigheid.’

Maar veel meer nog dan mooie zinnen en knappe beelden is het boek eerst en vooral zeer sterk in psychologie. Zo toont de schrijfster op talloze manieren dat grensoverschrijdend gedrag niet zwart wit is en door beide partijen heel anders ervaren kan worden. Zo heeft Eva nog altijd positieve gevoelens voor Antonio en mist ze haar beste vriend, maar het gebeurde houdt haar in zijn greep: ze is in de war en angstig over alles. De auteur slaagt erin om Eva’s verwarring en rouw haarfijn te analyseren. Zo zijn er verschillende knappe scènes waarin ze onder meer beseft dat het uitspreken van wat er gebeurd is alles definitief zal maken, haar een slachtoffer zal maken waardoor de vriendschap met Antonio voortaan onmogelijk zal worden. De uitwaaierende gevolgen van die ene act die alles kapot gemaakt heeft zijn groot. De tijd op de berg samen, de kameraadschap en de grote familie zijn voorgoed voorbij.

Er wordt een goede poging gedaan om de zaak langs beide kanten te belichten. Daarbij valt echter vooral op dat er langs Antonio’s kant weinig te belichten valt over wat er gebeurd is, want hij is zich van geen kwaad bewust. In Antonio’s gedeeltes leren we, behalve zijn warme gevoelens voor Eva, vooral zijn persoonlijke demonen kennen en zien we de grote invloed die drank en drugs op zijn waarnemingen hebben. Het is mijn gevoel dat het hem voor zowel Sijbrands als voor mezelf als vrouw een veel minder sympathiek personage maakt dan Eva. Hoe hard ik ook probeerde om de zaak ook van zijn kant te bekijken, ik zag toch vooral een situatie waarin er ernstig over de grenzen van een jonge vrouw gegaan werd. Iets waarvoor geen enkel excuus is.

Dit boek en zijn twee perspectieven toont dat een thema als grensoverschrijdend gedrag in heel veel vormen kan voorkomen. Ook zonder kwaad opzet, omdat er niet of onvoldoende geluisterd wordt en verkeerd geïnterpreteerd wordt. Consent, geloofd worden of niet, het zijn boeiende en hoogst relevante thema’s die dit tot een boek maken dat belangrijk en maatschappelijk relevant is, maar zeker niet licht om te lezen. Voor wie echter graag leest over de nuances en de psychologische gevolgen van trauma, is dit een heel interessant, mooi en gevoelig boek.


dinsdag 14 oktober 2025



Kleurrijk en diep gelaagd portret van vijf Perzische vrouwen

 

Schrijfster Sanam Mahloudji schreef eerst kortverhalen voor magazines voor ze de debuutroman De Perzen schreef. Haar boek, vertaald naar het Nederlands door Madelon Janse, staat op de Shortlist Women’s Prize for Fiction en werd gekozen tot Hebban Boek van de Maand 26 en dat is beide terecht. Mahloudji leefde in Iran tot haar ouders er weg vluchtten voor de Iraanse Revolutie van 1979. Daarna groeide ze verder op in de Verenigde Staten en nu woont ze in Londen.

Deze revolutie en de weerslag daarvan op mensen en zeker vrouwen is een van de rode draden in het verhaal. Matriarch Elizabeth Valiat en haar dochters Seema en Shirin en kleindochters Bita, dochter van Seema en Niaz, dochter van Shirin, stammen af van de roemrijke en beruchte Grote Krijger. Daardoor is de familie steenrijk en wordt er enorm naar hen opgekeken. Na de Iraanse Revolutie vluchten Seema, Shirin en Bita naar de Verenigde Staten, terwijl Elizabeth en Niaz in Iran blijven. De achterblijvers hebben het moeilijk binnen het regime van de moellahs, maar ook de naar de VS gevluchte leden van de familie hebben het niet gemakkelijk. Het is voor hen moeilijk om te aarden in de Verenigde Staten waar hun naam geen bewondering oproept, maar enkel discriminerende vooroordelen. Een heel schrijnend voorbeeld daarvan is hoe Bita op school een standje krijgt als ze een genuanceerd portret beschrijft van haar voorouder die Iran hielp democratiseren. De juf is pas tevreden wanneer ze haar opstel herschrijft en haar familie afschildert als wanhopige vluchtelingen die gered worden door hun vlucht naar de moreel superieure VS.

Scherpe en soms snijdende humor valt regelmatig op. Zo zijn Texanen zonder die paar koeien en oliebronnen zo arm als de neten volgens Shirin. Elizabeth beschrijft haar vrouwelijke familieleden dan weer als ‘tachtig procent wenkbrauwen, wimpers en haar’.

Het verhaal wordt verteld vanuit vijf perspectieven. De schrijfster schetst de vijf vrouwen bijzonder nauwkeurig. We leren hen kennen in hun eigen perspectief, maar ook vanuit het oogpunt van de andere vrouwen. Zo is Shirin in Bita’s ogen schaamteloos protserig met het kopen van vele onnodige juwelen, terwijl we in Shirins versie juist lezen dat het geven van juwelen voor haar een teken van liefde is en dat deze juwelen iets zijn dat generaties lang meegaat en zo geschiedenis met zich meedraagt. Seema en Shirin zien hun moeder Elizabeth als liefdeloos, terwijl we in Elizabeths versie een andere versie van haar leren kennen. Alle vijf de vrouwen eisen echt wel een hoofdrol op in een boek waar de mannen slechts randfiguren zijn. Deze sterke vrouwen zijn trots, intelligent, welbespraakt, vaak scherp en bot in hun directheid. Toch hebben ze allen hun verlangens naar verbinding en liefde. Hoewel ze elkaar vaak rauw lijken te lusten, houdt de familieband hen uiteindelijk wel samen. Wat Elizabeth zegt over de Grote Krijger -die doorheen het verhaal steeds meer van zijn voetstuk valt- geldt bij uitbreiding voor de hele familie: niet perfect, maar wel van ons.

We krijgen een boeiende kijk op de geschiedenis en cultuur van Iran, zowel voor als na de Revolutie. De vele Perzische woorden creëren hierbij een rijkere, gelaagdere sfeer. Achteraan vinden we een verklarende woordenlijst van die woorden.

Knappe en soms poëtische beelden vallen op.

‘Soms brak er een blad van de reflectie van de boom en viel in het water, op zoek naar zijn verloren wederhelft, niet wetende dat het zichzelf zocht.’

‘Nounou’s kamer wist niet dat ze dood was; de grote balken zaten nog in de nok en de dieren scharrelden rond in de muren en krasten met hun scherpe klauwtjes over het hout.’

Sommige beelden laten je echt stilstaan en dieper nadenken. Zo kunnen mensen een spook zijn van een onbewandeld pad. Dit boek verdient meerdere lezingen, zodat de rijke geschiedenis, taal en psychologie ervan ten volle tot hun recht komen. 

woensdag 1 oktober 2025

 


Redelijk aangenaam boek over boeiende periode in de geschiedenis

 

Met De Phoenix Potloodfirma schrijft Allison King een boek over de Chinese burgeroorlog tussen nationalisten en communisten en de geschiedenis van Chinese ballingen in Taiwan. De vertaling gebeurde door Irene Paridaans.

Oude dame Yun denkt terug aan haar jeugd in het China van de jaren veertig. De Japanners bezetten China al enkele jaren en nu hebben ze ook Shanghai bezet. Yuns nicht komt met haar moeder inwonen bij Yuns gezin. De twee meisjes worden hecht als zusjes. Terwijl hun vaders vechten tegen de Japanners, werken hun moeders in de potloodfabriek van de familie. Dan ontdekken de meisjes dat hun moeders niet alleen potloden maken, maar via magie geheime boodschappen doorgeven. Wanneer Yun naar Taiwan vlucht met haar ouders, blijft haar nicht Meng achter in Shanghai.

In 2018 probeert Yuns kleindochter Monica via computertechnologie om de nicht van haar grootmoeder terug te vinden en de twee met elkaar te herenigen. Ze ontmoet digitaal archivaris Louise die haar niet enkel helpt in haar zoektocht, maar ook haar hart hevig beroert. Monica probeert wijs te worden uit haar hevige gevoelens voor Louise.

Het boek wordt afwisselend geschreven in het perspectief van Yun en dat van Monica. Naar het einde komt ook het perspectief van Meng en dat van Louise kort aan bod. De tijd wisselt af tussen de jaren veertig, de eropvolgende jaren en het heden bij Yun en enkel het heden bij Monica.

‘We gingen zozeer op in de oorlog die we tegen elkaar voerden dat we de oorlog die buiten woedde compleet negeerden.’

Een mooi beeld zien we onder meer wanneer Monica in plaats van een hoofdrol te spelen in de film van haar eigen leven opeens in de zaal zat tussen het publiek en moest toekijken hoe alle opwindende dingen zich ergens anders afspeelden.

Af en toe is het boek grappig. Zo vraag Monica aan oma Yun of die het gelukkigst was toen ze jong was. Yun antwoordt: Je bedoelt toen we bezet waren door de Japanners? Monica stelt haar vraag bij naar ‘daarna dan?’ Waarop Yun antwoordt: ‘Bedoel je tijdens de burgeroorlog?’ Monica beseft dat ze blijkbaar niets weet van de geschiedenis.

Af en toe leren we interessante weetjes. Zo was Shanghai blijkbaar de enige plek ter wereld die joden onvoorwaardelijk asiel bood.

De vele tikfouten zijn een minpuntje. Een groter minpunt zijn echter de stukken van Monica. Daar waar je meteen meeleeft met Yuns meeslepende geschiedenis in haar gedeelten, is het moeilijk om emotioneel contact te krijgen met Monica. Haar verhaal is doorweven met uitleg over het internet en is te technisch. Ook zijn deze gedeelten afstandelijker geschreven waardoor je moeilijk meeleeft met dit personage. Het duurt tot bijna het einde voor je warm loopt voor haar levensverhaal.

Een extra minpuntje is de ongeloofwaardigheid van Monica’s bakvisgedrag. Ze is een volwassen vrouw die studeert en werkt en als je dan leest over ‘het struikelende wrakje dat ik was geworden’ is dat erover.

Het is boeiend hoe de geschiedenis van de oorlog tussen China en Japan en de eropvolgende burgeroorlog aan bod komt in het boek, evenals het wedervaren van Chinese ballingen in Taiwan. Meng blijft echter in China en haar wedervaren tijdens de vele moeilijke perioden daar, zoals de Culturele Revolutie, komen totaal niet aan bod, ook niet in Mengs persoonlijke gedeelte. Dit is een keuze. De schrijfster kiest ervoor om het na ‘49 enkel over de Taiwanese kant van de geschiedenis te hebben. In haar aantekeningen en dankwoord vermeldt ze de vele door haar geraadpleegde bronnen. Dit is een meerwaarde voor wie graag meer te weten komt over dit stuk van de geschiedenis.

De rode draad in het verhaal is of elk verhaal gedeeld moet worden, gewoon omdat dat kan. Met die vraag worstelt zowel Yun als Monica. Yun kan via magie elk verhaal delen, Monica via haar computertechnologie, maar beide botsen uiteindelijk op de grenzen van hoever iemands privéverhalen en geheimen openbaar gemaakt mogen worden.

Hoewel ik niet onverdeeld positief ben, blijft dit boek interessant voor wie iets meer wil bijleren over dit boeiend deel van de geschiedenis van China en Taiwan.

donderdag 18 september 2025






Spannende en pakkende historische roman over verzetsdaden tijdens WO II


Met De verraadster van Vorden is Rachel van Charante aan haar vierde boek toe. Van Charante is freelance tekstschrijver en content-specialist. Ze schrijft zeer gesmaakte en spannende historische romans.

Net zoals Schaduwdochter speelt ook dit verhaal zich af op Kasteel Vorden. Hoewel de personages deels dezelfde zijn als die in Schaduwdochter kan dit boek perfect los van het vorige boek gelezen worden. Esmée barones Von Eckendorff-Lohmann woont als jonge vrouw van 24 op Kasteel Vorden wanneer haar familie in 1942 gedwongen wordt een regiment Duitse soldaten van de Sicherheitsdienst met hun Hauptsturmführer Max Winter in te kwartieren. Ondanks deze onmiddellijke nabijheid van de Duitse vijand besluit Esmée toch om onderduikers in het kasteel onder te brengen. Deze beslissing zet een reeks gebeurtenissen in gang waarbij Esmée meer en meer in gevaar komt. In dezelfde periode volgen we het verhaal van Guusje en in 2024 dat van Carmen. Het duurt heel even, maar dan ben je als lezer mee wat de link is tussen de vrouwen en beginnen de drie verhaallijnen zich meer en meer ingenieus te verweven.

De perspectieven wisselen tussen de drie vrouwen en de twee tijdsperiodes. De auteur kiest er vaak strategisch voor om te wisselen van perspectief bij een cliffhanger en zorgt zo voor een mooie spanningsboog.

De schrijfster schrijft bijzonder vlot en leesbaar. Ook humor komt af en toe voorbij. Over een militair met een doorlopende wenkbrauw lezen we ‘De wenkbrauw heft zijn kin.’ Ook het beeld van een man die zichzelf marineert in rode wijn is grappig.

De personages worden mooi uitgewerkt en zijn gelaagd. Zo is het maar realistisch dat niet alle Nederlanders goed en niet alle Duitsers slecht waren in de oorlog en dus ook niet in het boek. Hoe moeilijk het is om te laveren door dit grijze veld tussen goed en kwaad komt mooi aan bod.

‘Ik voel me een drenkeling op open zee, die wanhopig op een vlot probeert te klimmen. Steeds als ik er eindelijk op zit, komt er een hoge golf die me eraf slaat.’

De tijdsgeest van toen wordt knap geschetst. We leren hoe de vader van Esmée nog aangekleed werd door een bediende, maar dat de modernere generatie van Esmée het met minder personeel moet stellen. Ook over het verzet en over de kampen tijdens de oorlog lezen we.

Rachel van Charante verstaat de kunst van het vertellen en laat de lezer genieten van een spannend, mooi en goed geschreven verhaal. Ze stuwt de lezer voort op een avontuur dat je door de hoofdstukken jaagt, gretig om te weten wat er verder gebeurt. Ze schetst haar personages op zo’n manier dat je enorm met hen meeleeft en dan vooral met de dilemma’s waar Esmée en Guusje mee te maken krijgen. Carmen heeft een beduidend minder groot aandeel in het boek, maar dat stoort niet. Het plot zit goed in elkaar en er zijn geen losse eindjes. Wie graag geniet van een historische roman over sterke vrouwen zal met dit boek zeker aan zijn of haar trekken komen.

Met dank aan Xander Uitgevers voor het recensie-exemplaar.



dinsdag 9 september 2025

 



Hartverscheurend en hartverwarmend debuut


Met De jongen die de vuurvliegjes volgde schreef Aisha Hassan een debuut dat haar meteen op de kaart zet als beloftevol schrijfster. Het boek is vertaald door Connie van de Velde.

Lalloo is pas zeven als zijn broer vermoord wordt voor de ogen van het gezin. Veertien jaar later woont en werkt dat gezin nog steeds in de bhatti, de steenfabriek waar ze als schuldarbeiders sloven. Enkel Lalloo is ontsnapt aan dit lot en werkt voor een welgestelde familie in de stad Lahore. Hij droomt ervan zijn ouders en zussen te helpen ontsnappen aan hun lot. Daarvoor roept hij geregeld de hulp in van zijn goede vriend Salman. Ook aan jeugdvriendin Fatima waarvoor hij een boontje heeft, heeft hij veel steun. Maar zijn familie redden is absoluut niet evident en vraagt grote offers van hem.

Zodra je begint aan het boek is het duidelijk dat er heel veel lokale woorden gebruikt worden. Dit lijkt in het begin heel even moeilijk, omdat er geen woordenlijst blijkt te zijn, maar uit de context is altijd duidelijk wat er bedoeld wordt. De woorden brengen je meteen in de sfeer van Lalloo’s leven in Pakistan. Die beschrijving wordt doorgetrokken in het beeldende vertellen van de auteur. Je ziet en voelt de schrijnende armoede en de intense, drukkende hitte waaraan niet te ontsnappen valt.

‘De maanden van droge hitte waren ondraaglijk geworden. Gebouwen, mensen, auto’s -alles stikte onder dikke lagen stof. De bladeren aan de bomen waren bedekt met zo’n dikke laag stof dat ze grijs leken. Wokjes stof dreven in de heiige lucht.’

Het verhaal wordt verteld in een afwisseling tussen heden en verleden. Zo leren we geleidelijk wat er in Lalloo’s jeugd gebeurd is, maar ook over zijn leven nu in de stad Lahore. De afwisseling creëert spanning, waarbij het lang duurt voor de lezer exact te weten komt wat er nu exact gebeurd is met zijn broer. Het zorgt ervoor dat je almaar verder wil lezen.

De beeldende taal is prachtig. Knappe beelden en poëtische zinnen zijn alom aanwezig.

‘Ze passeerden de steeds verder uitdijende woonwijken, die de afgelopen jaren in Lahore verrezen als schimmel aan de rand van half-opgegeten voedsel.’

Of het beeld van de vrouwen en kinderen die de vuilnisbelt afschuimen naar alles wat doorverkoopbaar is als aaseters die een karkas schoonpikken.

Lalloo en de andere personages worden op zo’n manier beschreven dat je hen vanaf het begin in je hart sluit en met hen meeleeft. Je hart bloedt voor Lalloo wanneer die met groeiende wanhoop zoekt naar een uitweg uit de eindeloos diepe armoede waarin zijn familie zit. Het drijft hem tot soms foute, maar begrijpelijke keuzes.

Het boek eindigt met een woord van de auteur die vertelt hoe zo’n 4.5 miljoen mensen, waarvan 1 miljoen kinderen nog steeds generatieslang werken in zo’n 20 000 steenfabrieken, onder omstandigheden die niet veel van slavernij verschillen. Deze uitzichtloosheid en de enorme kloof tussen arm en rijk worden af en toe afgewisseld met lichtheid en humor in sommige scènes met Salman of Fatima. Naast het overduidelijke thema van de slavernij en de enorme inkomenskloof, spelen liefde en vooral vriendschap en trouw aan vrienden en familie een heel belangrijke rol. Het maakt dat het boek niet louter uitzichtloos en deprimerend aanvoelt, maar ook een zekere lichtheid en hoop in zich draagt. Het creëert een pracht van een boek met een verhaal dat beklijft en je zeker nog lang zal bijblijven. 


woensdag 3 september 2025




                                    


                            Ingewikkeld kluwen blijkt intelligente thriller


Met Good bad girl is journaliste en auteur Alice Feeney aan haar zesde thriller toe. De vertaling gebeurde door Catalien van Paassen. Twintig jaar na de ontvoering van een baby wordt een vrouw vermoord in een bejaardentehuis. Er is een link tussen beide zaken. Kranige oude dame, Edith, woont in het bejaardentehuis en wil daar weg. Ze plant haar ontsnapping. Verzorgster Patience is een pathologische leugenaar, maar bouwt wel een band op met Edith. Ediths dochter, Clio, heeft amper contact met haar moeder en wil dat ook niet. Hoewel alle drie de vrouwen door het leven geleerd hebben om voorzichtig te zijn en wantrouwig zijn naar andere mensen toe, zijn ze genoodzaakt om samen te werken om deze zaak op te lossen. Maar de zaak met drie verdachten, twee moorden en één slachtoffer is behoorlijk ingewikkeld.

Klinkt het bovenstaande enigszins complex en verwarrend? Wel, het duurt een tijd voor het aantal vragen niet meer stijgt en er langzaamaan antwoorden beginnen te komen. Eerst is het boek echt een kluwen van verwarring. Het begint al meteen stevig. Het boek vliegt erin met een misdrijf, maar het slachtoffer lijkt te weten door wie en waarom de misdaad gepleegd is. Dit creëert meteen spanning. Dit gaat zo door in bijna elk hoofdstuk. De schrijfster is bijzonder bedreven in het creëren van mysterieuze cliffhangers waardoor je na elk hoofdstuk snel de pagina omslaat naar de volgende pagina… waar het perspectief wijzigt in dat van een van de andere vrouwen en je op het einde van het hoofdstuk weer achterblijft met nog meer nieuwsgierige anticipatie en verwarring. Bovenop de perspectieven van de drie vrouwen is er nog een vierde, dat van Frankie en het duurt even voor je haar kan plaatsen in het verhaal. Het maakt het mysterie er alleen maar groter op.

Het is oorspronkelijk een beetje veel allemaal. Veel kluwen, veel vragen en veel verwarring. Alle personages hebben geheimen en als lezer probeer je heel hard die te ontrafelen en de puzzelstukjes te leggen van wat een mysterieus geheel lijkt te worden dat zich slechts zeer langzaam ontvouwt. Wie doorzet, ontdekt echter een intelligente thriller met een knap plot en een nooit inzakkende spanningsboog. Daarbij is niet alleen het wie interessant. Sommige stukjes van die puzzel legt de aandachtige lezer misschien wel zelf voor ze onthuld worden. Nog interessanter is misschien wel het waarom.

De uitwerking van de personages is niet echt sterk. Dit is ergens wel logisch en wordt bewust zo gedaan om het mysterie te behouden, want elk personage liegt of verzwijgt dingen voor anderen en voor de lezer. Het maakt het wel iets moeilijker om je in te leven in de personages, maar het mysterie op zich boeit voldoende om hier overheen te kijken.

Voor wie naast een spannend verhaal ook graag geniet van mooie zinnen, valt er ook een en ander te bespeuren op dit vlak.

‘Helaas zit het in de menselijke natuur om liefde te morsen en haat te hamsteren.’

‘We zijn niet de som van onze kinderen, ze zijn een onmogelijke vergelijking die we moeten leren liefhebben in plaats van die te willen oplossen.’

‘Andere mensen verzamelen graag roddels. Ze voeden zich ermee, schrokken ze op, te gulzig om bijtijds te kunnen stoppen, dus worden ze dik van de oude suiker van andermans leven.’

Het zijn maar enkele van de vele mooie zinnen waar je over kan nadenken.

De vele cliffhangers in de verschillende hoofdstukken blijven verbazen. De lezer zal kunnen genieten van een intelligent plot dat vaak verrast en op het einde netjes wordt opgelost, zodat er geen losse eindjes meer overblijven. Het maakt dat ook deze zesde thriller er een is om met veel plezier in te duiken.

donderdag 21 augustus 2025

 



Meeslepende roman over sterke achttiende-eeuwse vrouw

 

Mérie van der Rijt is communicatieadviseur. Haar fascinatie gaat uit naar geschiedenis. Met Het vrouwenhofje schrijft ze haar debuut over de twintigjarige Maria die in het Den Haag van het einde van de zeventiende eeuw zo snel mogelijk het huis uit wil. Ze wordt thuis knettergek van haar strenge, godvrezende moeder en wil eigenlijk het liefst van al trouwen met timmerman Johannes, haar grote liefde. Daarmee zou ze echter beneden haar stand trouwen en zo een smet werpen op de familie-eer. Dus accepteert ze het huwelijksaanzoek van de vijftigjarige weduwnaar Pieter van Aerden, vader van zes kinderen. Zodra ze weduwe wordt, kan ze dan alsnog trouwen met Johannes, denkt ze in haar jeugdige overmoed. Naarmate de jaren verstrijken ontdekt ze echter dat een mens weliswaar kan plannen, maar dat het leven er vaak een stokje voorsteekt.

Maria wordt geportretteerd als een kordate, intelligente jonge vrouw die haar tijd enigszins vooruit is. Ze is gefascineerd door de anatomieboeken van haar vader die chirurgijn is en die haar in tegenstelling tot zijn vrouw volop stimuleert in het vergaren van kennis. Hoewel Maria niet vies is van enig manipuleren van tijd tot tijd, wordt ze vooral heel erg menselijk en sympathiek afgeschilderd. De lezer zal zich dan ook gemakkelijk kunnen inleven in haar verhaal.

Dat verhaal speelt zich overduidelijk af in de zeventiende en een groot stuk van de achttiende eeuw. De schrijfster gebruikt woorden als ‘cattenghespuijs’ en ‘pillegiften’, zonder dat dit het verhaal oubollig laat voelen. Ook met weetjes wordt er af en toe gestrooid. Zo verwondert Maria zich over de aankoop van zilveren bestek wat een nieuwigheid is, zodat gasten hun eigen bestek niet meer moeten meebrengen naar een feest. De mooi gevormde kuiten van haar man blijken dan weer … vals te zijn, want hij blijkt kousenvulling te dragen. Ijdelheid is blijkbaar van alle tijden. Af en toe leren we ook bij over grotere gebeurtenissen, zoals het rampjaar 1672 waarin de regenten Johan en Cornelis de Witt door het volk aan stukken gesneden worden of de festiviteiten bij de Vrede van Utrecht in 1713. Dat geschiedkundige weegt echter niet door. Wie veel wil bijleren over die periode zal toch wat op zijn honger blijven zitten. Wie echter graag een waargebeurd levensverhaal leest over een sterke vrouw in die tijd zal genieten, want er wordt echt wel een beeld geschetst waarmee je die tijd zo voor ogen ziet: de afgedekte spiegels bij begrafenissen, de uitjes -met de kinderen- naar openbare gelegenheden waarbij dieven en andere misdadigers gestraft werden, de reizigers naar Batavia, …

Sommige aspecten zoals hoe moeilijk een meid neen kon zeggen bij seksuele avances door haar baas vinden ook vandaag nog hun weerklank in sommige ‘me too’-verhalen. De auteur maakt echter niet de fout om van Maria een modernere vrouw te maken dan voor die tijd haalbaar was. Ook zij veroordeelt zonder pardon een vrouw die te vlot ingaat op avances als ‘straatjoffer’ zonder de man in kwestie even streng te beoordelen. Over opmerkingen als waren er volkeren die van nature dienstbaar zijn en die niets liever doen dan blanken te dienen, kunnen we nu alleen maar gruwelen, maar het past wel in de sfeer van die tijd – en nog lang erna.

Het boek is opgedeeld in drie delen en de hoofdstukken zijn kort en vlot geschreven. De liefhebber van romans met een meeslepend verhaal tegen een geschiedkundige achtergrond zal zich geen moment vervelen. Het boek is dan ook een dikke vier sterren waard.

Met dank aan Xander Uitgevers voor het recensie-exemplaar.


woensdag 11 juni 2025

 



Relevante maatschappelijke thriller

 

Met Modelmoord is Marelle Boersma absoluut niet aan haar proefstuk toe. Sterker nog, ze viert er twintig jaar schrijverschap mee. Deze keer vindt haar thriller plaats op het zonnige Malta. Bo is er een gevierd model. Ze lijkt alles mee te hebben: een mooie villa, een knappe echtgenoot en een succesvolle carrière. Toch zit er meer dan één barst in haar perfecte leventje. De concurrentie in de modellenwereld is moordend en Bo ziet zich genoodzaakt haar toevlucht te nemen tot een riskant afslankmiddel. Manlief neemt het dan weer niet zo nauw met echtelijke trouw. Op een modellenfeest maakt hij het voor Bo’s ogen wel heel bont met haar grootste concurrente. Na het feest wordt die vrouw dood aangetroffen. Is Bo de dader of wordt ze het volgende slachtoffer?

Weerom kiest de auteur met haar thema’s voor relevante maatschappelijke onderwerpen. Ze brengt de genadeloze concurrentiestrijd binnen de modellenwereld goed in beeld en kiest met de gevaren van Ozempic voor een momenteel zeer actuele invalshoek. In het nawoord vertelt ze hier meer over en verwijst ze hiervoor naar een aantal bronnen.

Het boek is geschreven vanuit drie perspectieven. We volgen Bo, die zich na een hersenschudding maar deeltjes herinnert van wat er gebeurd is; Nick, die als potentiële dader mogelijkerwijs geen betrouwbare verteller is en rechercheur van politie Rachel die probeert de waarheid stapje voor stapje boven water te krijgen. Dat alles maakt dat het boek vooral in het begin nog heel verwarrend is. Bo is het meest aan het woord en zij herinnert zich wel héél weinig. Daarbovenop schakelt het boek frequent tussen het heden en het verleden. Zo krijg je als lezer via een aantal sleutelmomenten in dat verleden telkens kleine stukjes informatie, maar aanvankelijk weet je niet goed waar je die puzzelstukjes juist kwijt moet in het geheel. Langzaamaan wordt het verhaal echter duidelijker.

De paar mooie bruggetjes, fijne vondsten zoals ‘de ijzeren vrouw’ en goede plottwists maken het een fijne thriller om te lezen. Lezers van Marelle Boersma’s eerdere thrillers zullen er weer een fijne thriller mee te pakken hebben, maar ook voor wie Boersma nog niet kent, is het een boeiende eerste kennismaking met haar boeken.

Graag bedank ik De Crime Compagnie voor het boek.


dinsdag 20 mei 2025

 



Knap staaltje schrijfkunst over familiebanden

Met haar nieuwe roman Gaan is Roxana Robinson niet aan haar proefstuk toe. De schrijfster schreef reeds zes romans, drie verhalenbundels en een biografie van kunstenares Georgia O’Keeffe. Gaan, vertaald door Marian van der Ster en Karina van Santen, gaat over Sarah en Warren die elkaar opnieuw tegenkomen wanneer ze prille zestigers zijn. Veertig jaar ervoor waren ze een koppel, maar ze gingen door een misverstand uit elkaar. Nu is Sarah gescheiden en Warren getrouwd. Het tweetal neemt de draad weer op en al snel hebben ze een hechte relatie. Wanneer ze hier echter mee naar buiten treden, stuiten ze op hevige weerstand van Warrens dochter. Wat volgt is een minutieus verslag van de pijn die een dergelijke situatie met zich mee kan brengen, wanneer partijen zich zo ingraven tot er enkel nog oplossingen zijn die enorme pijn en verdriet met zich meebrengen.

Het boek bestaat uit vijf delen die bestaan uit relatief lange hoofdstukken. De schrijfster gebruikt regelmatig hele mooie zinnen.

‘Het is vreemd om ’s ochtends thuis te komen. Het voelt alsof ze het huis ergens in heeft gestoord.’

‘Ze legt de ene hand over de andere alsof ze twee handen nodig heeft om haar verdriet in toom te houden.’

Sommige paragrafen getuigen van duidelijk meesterschap en zijn zelfs een aaneenrijging van prachtige zinnen.

Ook krachtige beelden zijn de auteur niet vreemd. Zo beschrijft Warren zijn gevoelens voor Sarah als altijd al deel zijnde van zijn leven, maar ondergronds gegaan als een rivier al die tijd en nu weer opgedoken.

‘De opluchting stroomt van haar af als mist van een berg.’

Robinson schildert trefzeker emoties en gebruikt hiervoor het ‘show, don’t tell’-principe. Zo is het hoofdstuk waarin Warren zijn vrouw op de hoogte brengt van een ontroerende schoonheid. Warren kan zich niet voorstellen dat hij het nog langer uithoudt thuis, maar tegelijkertijd kan hij er niet bij dat hij zijn vrouw zoiets wil aandoen. Hij wil weggaan en tegelijk wil hij haar troosten.

Af en toe valt de auteur lichtjes in herhaling in haar weliswaar goede pogingen om het uiteenvallen en de verwijdering in het huwelijk te beschrijven.

Het boek begint wat moeizaam, maar gaandeweg komt het los en wordt het almaar mooier. Het beloont de volhouder met een goed uitgewerkt verhaal over pijn en verlies, emoties en familiebanden.

Graag bedank ik uitgeverij Atlas Contact voor het recensie-exemplaar.


zondag 20 april 2025

 



Om stil van te worden

 

Met Levende wezens, vertaald door Annemarie Raas, schrijft de Finse Iida Turpeinen een opmerkelijk boek. Turpeinen onderzoekt de relatie tussen wetenschap en literatuur. In dit bekroond en bejubeld debuut verhaalt ze over de ontdekkingsreis in opdracht van de Russische tsaar Peter de Grote en zijn opvolgster Anna. Opdracht is om een noordelijke route te vinden tussen Azië en Amerika. Op die tocht door de Beringzee strandt het schip op het Beringeiland waar onderzoeker Steller de Stellerzeekoe ontdekt in 1741 en het dier haar naam geeft.

‘Nu doet onze hoofdpersoon haar intrede, de stellerzeekoe, hoewel het gebruik van die naam op dit punt vreemd aanvoelt. We zijn nog ver verwijderd van het moment waarop Steller het levenslicht ziet; de hele menselijke soort heeft nog twee miljoen jaar nodig om ten tonele te verschijnen.’

Het dier leeft geïsoleerd en zonder natuurlijke vijanden op de Aleoeteneilanden tot de wind en het toeval het samenbrengt met de mens. Amper 27 jaar later is het dier uitgeroeid. Ook andere dieren passeren de revue in het boek. Ze worden ontdekt, geëxploiteerd en sterven uit tot grote verbazing van de op dat moment hiervan onwetende mens. Wat volgt zijn vele voorbeelden waarin de mens geen pogingen onderneemt een soort te redden of hierin volledig of grotendeels faalt.

Het boek doet in het eerste gedeelte denken aan De thuiskomst van Anna Enquist over de lotgevallen van James Cook die in 1775 de zuidelijke route voer. Ook in Levende wezens worden op een interessante manier de lotgevallen van de aanwezigen op het schip beeldrijk en boeiend verhaald. Na de belevenissen van de noordelijke route komt de nadruk in dit boek echter afwisselend te liggen op geschiedkundige stukken over de evolutie van de eerste levende wezens in het water tot aan het ontstaan van de mens; alsook op ontdekkingen van andere diersoorten, het uitsterven ervan en de vergeefse zoektocht naar overblijvende exemplaren.

Het boek leest vlot en is spannend. Het laat je kennismaken met verschillende historische gebeurtenissen, toenmalige visies en weetjes en verveelt geen moment. Over de Stellerzeekoe wordt bijzonder beeldend verteld dat het hart de grootte van een wastobbe heeft en de lever de grootte van een flinke hond. Het is fascinerend om te leren hoe dieren kwaad doen mensen geen slecht geweten bezorgde: dieren waren immers door God aan de mens toevertrouwd om mee te handelen naar eigen goeddunken. Ook leren we over wetenschapper Cuvier die plots beseft dat het feit dat er geen holenbeer of sabeltandkat meer gevonden wordt simpelweg betekent dat ze er niet meer zijn. Het besef dat soorten uitsterven komt op. Deze goddeloze gedachte is zo choquant dat men ze eerst probeert te ontkennen. Het duurt nog een hele tijd voor de gedachte geaccepteerd wordt. Lang wordt nog de eerdere visie van Linnaeus gevolgd dat dieren als getijdenpoelen zijn: als er ergens weinig zijn, zijn er op een andere plaats veel, maar het aantal blijft stabiel. Het is dan ook normaal gedrag om bijvoorbeeld honderden zeekoeien te doden en er enkel de  10 à 20 procent die na het doden aanspoelt, van te gebruiken. We leren over de gevolgen als er in de voedselketen gaten vallen. Zo struikel je oorspronkelijk over de otters, maar de jacht op hun pelzen roeit hen op korte tijd uit, waardoor de zee-egels zich zonder natuurlijke vijand ongehinderd voortplanten, een overvloed aan algen eten en zo de zeekoe laten sterven van de honger. Ook over het trieste einde van de gigantische Beringaalscholver met zijn vleugelwijdte van één meter, de reuzenalk met zijn prachtige eieren of de enorm talrijke trekduiven wordt verhaald. Telkens is het de hebzucht, jacht, eierrooftocht als vermaak of simpele onwetendheid die de dieren de das omdoet.

Het is een boek waar je stil van wordt. Je leeft gemakkelijk mee met de beschreven diersoorten die hun kennismaking met de mens niet overleven. Terzelfdertijd is het zeer boeiend om te lezen dat mensen in eerste instantie vanuit toenmalige visies niet beter wisten. De schrijfster slaagt erin dit alles helder uit te leggen, zonder prekerig over te komen. Iida Turpeinen vermeldt in haar dankwoord echter ook de vele honderden soorten die uitgestorven zijn tijdens het schrijven van haar boek. Daarmee toont ze aan dat de mens ook nu nog steeds niet (voldoende) bijgeleerd heeft. Voor al wier hart voor dieren klopt, maar ook voor al wie simpelweg geïnteresseerd is in de wereld om hem of haar heen, is dit boek een heel grote aanrader. 



donderdag 20 maart 2025

 



Duister sprookje met puntige doornen

 

Na Verdwijnende aarde schrijft Julia Phillips nu Beer, vertaald door Arjaan en Thijs van Nimwegen. Het verhaal speelt zich af op San Juan Island in de Amerikaanse Pacific Northwest waar Sam Arthur en haar zus Elena worstelen om de eindjes aan elkaar te knopen. Hun moeder is zwaar ziek en heeft veel hulp nodig. Het leven is zwaar. Toch trekt Sam zich op aan de belofte die de zussen elkaar gedaan hebben om ooit het eiland te verlaten en elders een beter leven te leiden. Wanneer er plots een wilde beer opduikt, verandert echter alles. Terwijl Sam zich ernstig zorgen maakt, bloeit Elena open door de komst van de beer. Ze zoekt toenadering tot de beer en is plots niet meer geneigd het eiland te verlaten. Wanneer Sams pogingen om via de autoriteiten de beer te verjagen op niets uitdraaien, besluit ze tot drastischere methodes over te gaan.

Dit verhaal heeft veel weg van een modern sprookje. Sam vergelijkt zichzelf met Assepoester, de zussen dromen van een sneeuwwitte en een rozerode struik, de veilige bossen zijn nu gevaarlijk door de komst van een schepsel dat erin binnengedrongen is, de boze stiefvader had hen geterroriseerd en hun huis overwoekerd met doornstruiken.

Thema’s die heel duidelijk door het boek heen lopen zijn zusterschap, obsessie en jaloezie. Over zusterschap merkt Sam op: ‘Dit was liefde: zij tweeën samen in de keuken aan het einde van iedere dag. De enige verbintenis die hun hele leven zou duren. Korte zinnetjes, ergernissen, een begrip dat zo volledig was dat ze de tekst van hun ruzie niet eens hoefden uit te spreken.’ We zitten het volledige boek in het hoofd van Sam. In een woeste, prachtige wereld leeft zij een behoorlijk geïsoleerd leven. Ze gaat geen emotionele verbintenissen aan met anderen. Enkel haar zus doet er écht toe voor haar. Ze kan niet begrijpen dat haar zus een eigen leven voor zichzelf uitkerft in hun dagelijks bestaan en is jaloers en geïrriteerd over elk ander contact dat Elena legt, met bijvoorbeeld haar collega op het werk. Wanneer de beer komt, komt dit alles in een enorme stroomversnelling. Sam is tot alles bereid om de afstand die tussen haar en Elena groeit te overbruggen. Door al Sams onderhuidse idee-fixen voel je de zussen echter op rampspoed afstevenen.

Het boek valt op door zijn vele mooie zinnen. ‘Boven hen huiverden de naalden. Meteoren trokken sporen door de lucht. De maan, wanneer die vol was, vormde een gat in het duister, een open deur naar een andere wereld.’

‘Nu begreep ze beter wat pijn eigenlijk was – geen glas dat op een tegelvloer viel, één verschrikkelijke knal, maar een boom die jarenlang moest groeien in een te beperkte ruimte. Takken die opkrulden, bladeren die vielen. Iets levends wat zich, genadeloos gedwongen, moest overgeven. Dat deed het verdriet met hen.’

Julia Phillips slaagt erin een duister sprookje neer te zetten vol magie en onderhuidse spanning. De giftige jaloezie en obsessie zorgen voor een sfeer die de lezer geen andere keus laat dan ademloos deze opbouwende spanning te aanschouwen en een ramp te voelen aankomen die onafwendbaar is.


 



Knappe thriller in Noord-Zweeds skioord

 

Met Verborgen in de schaduw schrijft Zweeds bestsellerauteur Viveca Sten haar tweede deel in de Aremoorden. In Verborgen in de sneeuw leerden we reeds Hanna Ahlander kennen die in het Noord-Zweedse skioord Are komt werken en daarmee het team van Daniel Lindskog vervoegt. In dit tweede deel vindt er deze keer een brute moord plaats op voormalig olympisch skikampioen Johan Andersson. Daarnaast is er een tweede verhaallijn waarin we Rebecka Ekvall, de vrouw van de hulppredikant van een sekte volgen. Zij wordt thuis enorm onder de duim gehouden door haar gewelddadige echtgenoot en vreest meer en meer voor haar leven.

Het boek valt meteen stevig in huis met de ontdekking van de moord. Vanaf hoofdstuk twee krijgen we dan op een vlotte manier een korte herhaling van de belangrijkste personages en achtergrond uit boek één, wat dit boek prima leesbaar maakt ook voor wie het eerste boek niet gelezen heeft. In tegenstelling tot het vorige boek maakt dit boek regelmatig gebruik van flashbacks om de voorgeschiedenis van Rebecka uit te werken. We volgen niet alleen haar perspectief, maar ook dat van Hanna, Daniel, collega Anton en de vrouw van de skiër.

Een klein minpuntje is dat er net zoals in het vorige boek af en toe kleine zaken herhaald worden die reeds eerder in het boek verteld zijn. Dat heeft iets onnodigs.

Interessant zijn de heldere uitweidingen over religieuze sektes en geweld tegen vrouwen. Ook de karakters worden mooi uitgediept en zijn absoluut niet zwart-wit. De lezer zal het niet moeilijk hebben om met hen mee te leven.

De plot volgt verschillende pistes en zet de lezer af en toe mooi op het verkeerde been. Hoewel ik persoonlijk het vorige boek nog iets spannender vond, is ook dit tweede deel weer heel aangenaam om te lezen. Bedankt aan Boeken (Ruil en Weggeef) club voor het geschenkexemplaar.


 


Kleurrijk pareltje vol levenslessen

 

Ik was heel nieuwsgierig naar Ergens, dichtbij van Daan Remmerts de Vries. Hij scheef en illustreerde al zo’n zeventig jeugdboeken en romans en zijn werk werd meermaals bekroond. Met Ergens, dichtbij maakte hij een kinderboek dat ook voor volwassenen zeer de moeite waard is. Een meisje ontdekt een vis onder het ijs en vindt het zielig dat hij gevangen zit, de vis vindt het echter zielig dat het meisje gevangen zit. Samen maken ze een wak in het ijs en hebben een heerlijk gesprek over hoop, vrijheid, vriendschap, maar ook over de kracht van stilte.

Het boek staat vol met grote, prachtige en krachtige tekeningen met veel kleur. Soms vullen die hele pagina’s zonder tekst. Maar ook de tekst zelf is absoluut niet te versmaden.

‘Sommige vissen leven in een school,’ zei de vis. ‘Maar ik niet. Ik ben meestal alleen.’

‘Ik ben ook alleen,’ zei Sarah.

‘Misschien,’ zei de vis ‘kunnen we dat samen zijn.’

Ook leren we onder meer dat je vooral door te luisteren vrienden wordt.

Ergens, dichtbij is een prachtige uitgave met harde kaft en leeslintje. Op vele pagina’s staan levenslessen zoals dat het erom gaat dat je kijkt. Niet naar wat je hoopt te vinden, maar naar wat er is. Dit maakt het een boek om traag te lezen en telkens opnieuw van te genieten en dat voor jong en oud. Van harte bedankt aan BoekenWurmen voor het geschenkexemplaar.

woensdag 26 februari 2025


 


Meeslepende familieroman


Wacht op mij van Gerda van Wageningen is het eerste deel van de historische ‘Stoomtram’-trilogie. De auteur is daarmee niet aan haar eerste trilogie toe. Ook nu weer speelt het verhaal zich af begin 20ste eeuw. De familie Emmerzael verhuist naar Krooswijk op het eiland Hoeksche Waard voor vaders werk bij de Rotterdamse Tramweg Maatschappij. Dan overlijdt de moeder in het kraambed en de 19-jarige Cora ziet zich plots voor de plicht gesteld om de zorg voor het kroostrijke gezin op zich te nemen. Bovendien wil vader dat ze ook later de zorg voor hem zal blijven dragen. Cora’s droom om te trouwen en haar eigen gezin te stichten, gaat daarmee aan diggelen. Krijgt zij ooit nog perspectief op een eigen leven?

In deze roman is het meteen duidelijk dat de auteur heel goed is in het beeldend weergeven van het verleden en de rol van eenvoudige mensen daarin. We krijgen uitleg over het functioneren van de stoomtram en het roet dat overal op neerslaat, we zien alle kinderen op 12 jaar van school gaan en gaan werken, als jongen bij de tram of de boer, als meisje in een dienstje bij een welgesteld gezin of op een boerderij. We maken mee hoe Koningin Wilhelmina de volwassen leeftijd bereikt en officieel koningin wordt. Stoomtrams vervangen meer en meer de paardentram en stoomschepen vervangen stilaan de zeilschepen. Vooral de ontsluiting van eilanden als Goeree-Overflakkee en Schouwen-Duiveland wordt goed in de verf gezet. Er ontstaan op enkele jaren tijd meer en meer tramlijnen tussen de veerverbindingen en eilanden staan niet meer totaal geïsoleerd. Toch blijft te voet gaan in de dichtbije omgeving de hoofdbezigheid, want voor veelvuldige uitstapjes heeft de gewone man tijd noch geld. We leren ook hoe de tram ‘het moordenaartje’ of ‘de brokkendoos’ wordt genoemd, want deze nieuwe uitvinding reed naar de normen van toen snel en soms werd er daardoor iemand aangereden of kantelde er een wagon.

‘Hazen vraten heel graag van de hopen wachtende suikerbieten op de laadplaatsen en die werden dan ook regelmatig doodgereden op het spoor. Dan werden die beesten mee naar huis genomen als een welkome aanvulling op het menu van het trampersoneel. Maar na het verwerken van de bieten bleef de pulp over en de pulptrams zorgden voor heel veel stinkende viezigheid midden in het dorp, omdat de tram daar nu eenmaal doorheen reed.’

De gebeurtenissen worden meeslepend beschreven. Je leeft meteen mee met Cora’s belevenissen en die van het gezin Emmerzael. We zien hoeveel nadruk er lagen op plicht en gehoorzaamheid aan de ouders in een mate die we ons nu niet meer kunnen voorstellen. Daardoor zit Cora echt vastgeketend in een leven dat ze niet wil, zodat je alleen maar heel erg kan meeleven met haar. Wat ook veel indruk maakt, is hoezeer schandalen van een individu hun gevolgen kennen voor de volledige familie, zowel op persoonlijk als op professioneel vlak.

De schrijfster neemt haar tijd om de personages goed uit te werken. Zo is Cora zorgend en flink, is vader bars en dominant, Anneke pragmatisch en vroegwijs, …

Een minpuntje aan het boek is dat er een aantal keer iets wordt verteld dat al eerder is verteld in het boek. Het lijkt of de auteur hier even vergeten is dat ze dit al verteld had. Dat stoort op dat moment wel even, hoewel het om kleine dingen gaat.

Wie begint aan de ‘Stoomtram’-trilogie zal heel beeldend de prille twintigste eeuw voor zich zien en daar vol interesse de avonturen van Cora en haar familie kunnen meebeleven. Van Wageningen plaatst haar lezer werkelijk op de eerste rij om dit mooie verhaal mee te maken. De lezer kan zo genieten van een lief en romantisch verhaal over deze boeiende streek en familie en dat in een interessante tijdsperiode.

Deze recensie verscheen eerst op Hebban.nl


 


Verloren zielen


In De bessenplukkers, van Amanda Peters, vertaald door Caecile de Hoog, verliest de indiaanse Joe op een dag zijn vierjarige zusje Ruthie uit het oog tijdens de bessenpluk. Ruthie verdwijnt van de steen waarop ze zat. Joe zal zich zijn hele leven schuldig voelen en dit zal zijn levenswandel en beslissingen tekenen. Een eind verderop woont Norma. Ze heeft last van vreemde dromen die niet lijken te passen bij haar leven, maar weggewuifd worden als fantasie door haar witte familie. Pas als Norma op middelbare leeftijd is, zal ze de duistere geheimen ontsluieren die haar gezin angstvallig geheim hield.

Schrijfster Amanda Peters is van gemengde Mi’kmaq en Europese afkomst en werkt op het Institute of American Indian Arts. Ze schreef reeds een kortverhalenbundel, maar De bessenplukkers is haar debuutroman. Hierin vertelt ze over de Mi’kmaq, een indianenvolk. Hoewel het boek genomineerd werd en prijzen won, kon het mij niet volledig bekoren. De auteur weidt relatief weinig uit over het leven en de gewoonten van de Mi’kmaq, wat jammer is. Toch is dit misschien net wat het realistisch maakt. Hoewel iedereen het gezin van Joe in de gaten houdt omwille van hun donkere huid, zijn ze behoorlijk westers. Enkel de ouders spreken nog de taal, hoewel de vader inspeelt op de stereotypen en zijn kennis van het Engels grotendeels verbergt als dit geld kan opbrengen bij onwetende toeristen die een indiaanse gids wensen.

Dit racisme en deze vooroordelen komen doorheen het boek op verschillende plekken naar voren. Zo hoort Joe al als kind dat zijn ‘indianenbloed’ zuur is. Hij zal zich een groot deel van zijn leven afvragen of hij een slechtere inborst heeft louter omdat hij indiaans is. Vader wordt dan weer gecomplimenteerd met zijn lichter getinte dochter Ruthie, want zij zal hier voordeel van hebben, als hij tenminste stopt met ‘dat brabbeltaaltje’ tegen haar te spreken. Wanneer Ruthie verdwijnt, onderneemt de politie niets en dreigt de landeigenaar hen al snel te vervangen wanneer ze te lang blijven zoeken naar Ruthie. Doorheen het boek zien we een evolutie wanneer dat racisme vermindert eenmaal er zoveel donker getinte arbeidsmigranten zijn dat niemand er meer van opkijkt.

De hoofdstukken vanuit het perspectief van Joe springen heen en weer tussen zijn kindertijd en jeugd en zijn oude ik in het heden. Hij overdenkt de vele fouten die hij gemaakt heeft en de vele mensen die hij gekwetst heeft als ‘verloren ziel’ zoals zijn moeder hem noemt. Hierin merken we dat het schuldgevoel over Ruthies verdwijning nooit helemaal verdwijnt. We zien hoe de hele familie na jarenlang zoeken naar Ruthie langzaam ten onder gaat aan het niet-weten of ze nog leeft of niet.

Joes perspectief wisselt telkens af met dat van Norma die opgroeit met telkens terugkomende dromen en veel verwarring in een donker huis waar de gordijnen nooit open mogen en de obsessieve moeder haar als een havik in de gaten houdt uit angst haar te verliezen. ‘Als er iets was waar mijn moeder in uitblonk, was het inspelen op schuldgevoel.’

Het boek kent vele mooie zinnen en knappe beelden, zoals hoe ‘alles wat in het diepe duister van haar geweten verborgen lag naar buiten sprong en lag te klapperen als een vis op de oever van een meer.’

Of ook

‘We namen haar stilte mee naar huis in de auto. Ze kleefde aan mijn kleren, zat in mijn haar, was onder mijn nagels gekropen, woonde in de zuchten van Mark. Ze sliep tussen ons in.’

De afwisseling tussen Joe en Norma is goed geschreven. Telkens een hoofdstuk eindigt, smaakt het naar meer en lees je nieuwsgierig door. Ook de psychologie tussen de personages is boeiend. Zo is de relatie tussen Norma en haar manipulerende, neurotische moeder goed uitgewerkt.

Kortom, een boek waar veel in zit qua spanning en psychologie, met als kleine minpuntje dat er misschien meer te leren viel over de cultuur van de Mi’kmaq.